Week 12 HC.4 en ZO.2 prostaatcarcinoom Flashcards

1
Q

functie van prostaat

A

het voegt bij zaadlozing prostaatvocht toe aan het ejaculaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit welke componenten bestaat de prostaat?

A

epitheliale cellen (secreterende en basale cellen) en stromale cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uit welke organen komen de androgenen?

A

Leydigcellen in de testes (90%) en de bijnier (10%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem de belangrijkste androgenen

A

testosteron (plasma) en 5-alfa-dihydrotestosteron (DHT) (prostaat). DHT heeft een hogere affiniteit met de androgeenreceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de functie van het enzym 5-alfa-reductase?

A

aanmaak van DHT uit testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is endocriene afhankelijkheid?

A

niet alleen de groei van prostaatkankercellen, maar ook de functionele eigenschappen, zoals de productie van prostaat specifiek antigeen (PSA) worden gereguleerd door androgenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is PSA (prostaat specifiek antigeen)?

A

het is een tumormarker van prostaatcarcinoom als de waarde hoger is dan 4 ng/ml -> prostaatbiopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

andere verklaringen voor verhoogde PSA-waarde

A

ontsteking, benigne prostaathyperplasie, infarcering, carcinoom, lokaal trauma (rectaal toucher, katheterisatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aandoening bij pijn tijdens rectaal toucher

A

prostatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

weke consistentie bij rectaal toucher

A

abces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vaste consistentie bij rectaal toucher

A

tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aspecten bij rectaal toucher

A
  • pijnlijkheid
  • grootte
  • consistentie (vast-elastisch)
  • aanwezigheid asymmetrische noduli -> prostaatkanker
  • aanwezigheid mediane sulcus -> vergrote prostaat door BPH (benigne prostaat hyperplasie)
  • afgrenzing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat bepaalt de gradering van prostaatcarcinoom?

A

Gleason gradatie - hoe hoger de gradering, hoe slechter (agressiever) het beloop -> wordt bepaalde aan de hand van de architectuur en het uiterlijk van de cellen en celkernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waardoor is de verhoging in incidentie?

A

dubbele vergrijzing, toename PSA, check-ups, en screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly