Water en mineralen Flashcards

1
Q

Water dient als oplosmiddel…Maar voor wie?

A

Voor bepaalde moleculen in de cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het cytoplasma gevuld met water?

A

Om de cel vorm te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Water is een temperatuurbuffer in de cel…Wat houdt dat in?

A

Dat de temperatuur binnen de cel nagenoeg constant blijft voor de werking van de celorganellen en enzymen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er uitermate belangrijk voor biochemische reacties in de cel?

A

Water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mineralen?

A

Een grote groep anorganische stoffen die in een relatief kleine hoeveelheid voorkomen in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

We verdelen de mineralen op in twee grote groepen…Welke twee?

A

Macromoleculen en micromoleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zijn de macromoleculen?

A

Calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium, chloor en zwavel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hebben wij macromoleculen in grote of kleine hoeveelheden nodig?

A

In grote hoeveelheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn enkele micromoleculen?

A

Ijzer, zink, koper, mangaan, jood,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hebben wij micromoleculen in grote of kleine hoeveelheden nodig?

A

In kleine hoeveelheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doen mineralen met de enzymen en de celademhaling?

A

Ze beïnvloeden hun werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houden mineralen in evenwicht?

A

de zuur-base binnen de cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doen mineralen met osmotische druk?

A

Ze handhaven de osmotische druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is osmose? En wat is dan de osmotische druk?

A

Osmose; Een proces waarbij sprake is van een netto diffusie van water door een semipermeabele wand (alleen water wordt doorgelaten).

Osmotische druk; De precieze hoeveelheid druk die nodig is om osmose tegen te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voor wie zijn Calcium en Fosfor de belangrijkste bouwstoffen?

A

Voor beenderen en tanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de belangrijkste functie van Calcium en fosfor voor de cellen?

A

Ze activeren een aantal enzymen bij de vertraging van stofwisseling.

17
Q

Welke invloed heeft calcium op het celmembraan?

A

Het beïnvloedt de doorlaatbaarheid en dus ook het transport van stoffen door het celmembraan heen.

18
Q

Fosfor is onderdeel van een groot # enzymen…Bij wat is fosfor erg belangrijk binnen in de cel?

A

Voor de overdracht van energie.

19
Q

Voor wat is magnesium een belangrijk bestanddeel?

A

Voor het botweefsel.

20
Q

Waar speelt magnesium een grote rol bij?

A

Bij de activering van enzymen die betrokken zijn bij de energiestofwisseling.

21
Q

Voor wat zijn natrium, kalium en chloor noodzakelijk?

A

Voor het handhaven van de osmotische druk van de lichaamsvloeistoffen binnen en buiten de cel.

22
Q

Wie zijn er noodzakelijk voor het handhaven van de osmotische druk van de lichaamsvloeistoffen binnen en buiten de cel.

A

Natrium (Na), kalium (K) en chloor (Cl).

23
Q

Waarom is het zo belangrijk dat de osmotische druk van de lichaamsvloeistoffen gehandhaafd worden?

A

Zodat de cellen niet een verschrompelen of zwellen.

24
Q

Voor wat zorgt ijzer (Fe)?

A

Voor zuurstoftransport.

25
Waarom is ijzer zo belangrijk?
Ze dienen als bouwstof en zijn noodzakelijk voor de celademhaling.
26
Hoe komt het dat ijzer dient als bouwstof en noodzakelijk is bij celademhaling?
Vanwege hun functie in belangrijke enzymen en bij het zuurstoftransport.
27
Waarom is zink (Zn) in het lichaam nodig?
Voor de werking van enzymen.
28
Waar is zink essentieel nodig?
Bij het transport van CO₂ en O₂ in rode bloedcellen voor de ademhaling.
29
Bij de vorming van wat is koper essentieel?
Bij de vorming van hemoglobine.
30
Als wat dient koper? (Bij enzymen)
Als activator van enzymen die betrokken zijn bij de zuurstofoverdracht. (Belangrijk voor celademhaling.)
31
Voor wat is chroom (Cr) noodzakelijk?
Voor een normaal verloop van de glucosestofwisseling.
32
Waar speelt chroom (Cr) een grote rol bij?
Bij de werking van insuline, het hormoon dat de bloedsuikerspiegel reguleert. = Dus ook belangrijk voor celademhaling.