Energiegrafieken Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er met de inwendige energie door een exo-energetische reactie?

A

De inwendige energie vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er duidelijk bij een exo-energetische reactie?

A

Dat de inwendige energie van de reagerende stoffen groter is dan die van de reactieproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er met de inwendige energie door een endo-energetische reactie?

A

De inwendige energie vermeerdert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er duidelijk bij een endo-energetische reactie?

A

Dat de inwendige energie van de reagerende stoffen is kleiner dan die van de reactieproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn katalysatoren?

A

Stoffen die bepaalde chemische reacties gemakkelijker kunnen laten verlopen, zonder daarbij zelf te veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Veranderen katalysatoren als ze bij chemische reacties gaan helpen?

A

Neen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe helpen die katalysatoren de chemische reactie dan?

A

Door de hoeveelheid energie die nodig is om een reactie te laten verlopen, verlagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er dus eigenlijk met de activeringsenergie als de katalysatoren helpen?

A

De activeringsenergie verlaagt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke naam krijgen katalysatoren in de levende cel?

A

Biokatalysatoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn biokatalysatoren, zo goed als altijd, in de levende cel?

A

Enzymen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van wat is de werking van katalysatoren o.a. afhankelijk?

A

Van de temperatuur en zuurgraad van de oplossing waarin ze de reactie versnellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(Enzymen als katalysator)
Stel je de verbinding AB voor; deze kan niet omgezet worden in A en B, tenzij men een zekere hoeveelheid energie toevoert… Hoe noemen we deze noodzakelijke hoeveelheid energie?

A

De activeringsenergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(Enzymen als katalysator)

Dus de activeringsenergie wordt toegevoerd… Wat gebeurt er dan?

A

De enzymen verlagen deze activeringsenergie aanzienlijk. Hierdoor verloopt de reactie veel snellen en gemakkelijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(Enzymen als katalysator)

Wat doet de enzym gedurende de reactie?

A

De enzym gaat dan een binding aangaat met zijn substraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(Enzymen als katalysator)

Wat is het gevolg als de enzymen tijdens de reactie een binding aangaat met zijn substraat?

A

Daardoor ontstaat er een kortlevend enzymsubstraatcomplex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(Enzymen als katalysator)

Waneer doet zich de betreffende reactie voor?

A

In de toestand dat er een kortleven enzymsubstraatcomplex ontstaan.

17
Q

(Enzymen als katalysator)

Wat gebeurd er na dat de betreffende reactie zich voordoet?

A

Dan ontbindt het complex zich terug en men bekomt het (de) reactieproduct(en).

18
Q

(Enzymen als katalysator)

Aan de hand van wat ontbindt het complex zich terug en men bekomt het (de) reactieproduct(en)?

A

Aan de hand van het sleutel-slotmechanisme.