W11 PD.6 Een patiënt met SLE Flashcards

1
Q

SLICC criteria (systemic lupus international collaborating clinics)

-> Diagnose wordt gesteld als er wordt voldaan aan vier of meer vd volgende criteria. Daarvan moet minimaal 1 klinisch en 1 immunologisch zijn.

A

Klinische criteria:
- Acute cutane lupus
- Chronische cutane lupus
- Orale/ nasale ulcera
- Non-scarring alopecia (haaruitval)
- Artritis
- Serositis (visus ontsteking)
- Renaal
- Neurologisch
- Hemolytische anemie
- Leukopenie
- Trombocytopenie

Immunologische criteria
- ANA
- Anti-DNA
- Anti-Sm
- Antifosfolipide antistoffen
- Laag complement (C3, C4, CH50)
- Direct Coomb’s test (bloedtest met donorbloed om te kijken of er antistoffen aanwezig zijn tegen erytrocyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is SLE?

A

Het is een gegeneraliseerde auto-immuunziekte gekenmerkt door:
- Antinucleaire antistoffen (~100% = ANA positief)
- Die binden aan weefsel
- En vormen immuuncomplexen (IgG en complement)
- Daarnaast ook UV gevoeligheid (= fotosensitiviteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Epidemiologie SLE?

A
  • 85% is jonger dan 55 jaar
  • Resolutie na menopauze (minder vaak voorkomen)
  • 10x vaker bij vrouwen dan mannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ANA patronen

A

ANA is bij mensen met SLE meestal positief. Negatieve ANA sluit SLE dus bijna altijd uit.
-> Echter 5-20% van de gezonde bevolking heeft een positieve ANA. Met de leeftijd stijgt ook de prevalentie van een positieve ANA.

Er kan ook naar ENA gekeken worden -> wordt naar bepaalde patronen gekeken en kan gedifferentieerd worden tussen SLE en andere diagnoses. Anti-DNA en anti-SM zijn het meest specifiek voor SLE.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pathofysiologie SLE (multifactorieel proces):

A

Genetica, UV-straling, geslacht, roken, bepaalde virusinfecties

  • Er ontstaat een sterke immuunrespons tegen verschillende organen en bloedcellen. Er worden immuuncomplexen gevormd, welke zorgen voor activatie van het complementsysteem.
  • Dat zorgt ervoor dat de complementfactoren verlaagd zijn, omdat ze veel verbruikt worden. Geactiveerd complement zorgt voor activatie van neutrofiele granulocyten die leiden tot weefselschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Symptomen SLE

A
  • Moeheid
  • Fenomeen van Raynaud
  • Pijn en ontsteking van gewrichten
  • Erytheem
  • Diffuse alopecia
  • Endo- en pericarditis
  • Pleuritis
  • Pneumonitis
  • Pulmonale hypertensie
  • Glomerulonefritis (door neerslaan van immuuncomplexen)
  • Neuropsychiatrische afwijkingen
  • Cytopenie (granulocyten, erytrocyten, trombocyten)
  • Trombose
  • Orale ulcera
  • Angio-oedeem
  • Lymfadenopathie

-> Belangrijke vorm van SLE = lupus nefritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lupus nefritis is in een nierbiopt te zien volgens full house theorie

A

Bij immunofluorescentie aankleuring van IgG, IgM, IgA, C3 en C1q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling Lupus nefritis

A
  • Eerste stap: MMF of cyclofosfamide
  • Tweede stap: switch
  • Overweeg bij refractaire of recidiverende ziekte, overmatig steroïd gebruik of bij intolerantie voor MMF/ cyclofosfamide:
    -> Calcineurine inhibitoren (Tacrolimus of Voclosporine)
    -> Belimumab
    -> Rituximab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prognose

A
  • Overall 5jaars overleving >90%
  • Mortaliteit binnen 5 jaar door orgaanfalen of infectie
  • 5x verhoogde mortaliteit tov algemene populatie
  • Premature cardiovasculaire ziekte
    -> Incidentie myocardinfarct 5x verhoogd
    -> Jonge vrouwen: 50x verhoogd risico vergeleken met leeftijdsgenoten
    -> Oorzaken: ontsteking vaatwand, corticosteroïden, nierfunctiestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly