Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

SeS > W1 - Maligniteiten van de slokdarm & maag > Flashcards

W1 - Maligniteiten van de slokdarm & maag Flashcards

1
Q

Wat is dit en waar?

A

Adenocarcinoom oesofagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is dit en waar en hoe is het gemaakt? En hoe weet je wat het is?

A

Dit is een adenocarcinoom, in oesofagus, je weet dat het dat is door vlekkige kleuring methyleenblauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is dit en waar?

A

Adenocarcinoom oesofagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is dit? Wat voor soort beeldvorming?

A

Adenocarcinoom, bariumcontrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is dit en waar?

A

Plaveiselcelcarcinoom, oesofagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is dit, waar, en hoe is het gemaakt?

A

Plaveiselcelcarcinoom, oesofagus, gastroduodenoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dit, waar, en hoe is het gemaakt?

A

Plaveiselcelcarcinoom, oesofagus, gastroduodenoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is dit? Waar? Waar is dit een voorstadium van?

A

Intestinale metaplasie in barrett-reflux oesofagitis, adenocarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is dit? Waar? Waar is dit een voorstadium van?

A

Dysplasie in barrett-reflux oesofagitis, adenocarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is dit?

A

Barrett-oesofagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is dit?

A

Chronisch actieve gastritis door H. pylori

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is dit? Waar is het een voorstadium van?

A

musculaire atrofie, intestinaal type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is dit? Waar is het een voorstadium van?

A

intestinale metaplasie, intestinaal type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is dit? Waar is het een voorstadium van?

A

dysplasie, intestinaal type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is dit?

A

Intestinaal type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is dit?

A

Intestinaal type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is dit?

A

Intestinaal type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is dit?

A

Diffuus type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is dit?

A

Diffuus type adenocarcinoom maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is dit?

A

GIST gastro intestinale stroma tumor maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is dit?

A

MALT mucosa associated lymphoid tissue tumor maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is dit?

A

Sister Mary Joseph nodule bij uitzaaiing nodule maagcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Infiltreert dysplasie?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat voor soort epitheel is aangedaan bij een adenocarcinoom?

A

Cilindrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe kan een adenocarcinoom in de oesofagus ontstaan?
Het kan door reflux- als er zuur op het normale plaveiselepitheel van de slokdarm komt, dan krijg je oesofagitis en het plaveiselepitheel wordt vervangen door cilindrisch epitheel
26
Is het mogelijk om maagslijmvliesepitheel in de oesofagus te krijgen, en een carcinoom daarvan?
Ja
27
Wat zijn de risicofactoren voor een adenocarcinoom in de oesofagus? (4)
Barrett-oesofagus, reflux, overgewicht, roken
28
Wat zijn de beeldvormende opties voor een adenocarcinoom in de oesofagus? (3)
CT, CT met contrast, gastroduodenoscopie
29
Wat zijn de risicofactoren voor plaveiselcelcarcinoom? (5)
Roken, alcohol, KNO-tumor in VG, achalasie, caustisch letsel
30
Wat is caustisch letsel?
Chemical burns
31
Bij welk soort oesofagusprobleem horen de volgende klachten: passageklachten, gewichtsverlies, pijn bij slikken, hoesten, hematemesis, pijn
Oesofaguscarcinoom
32
Wat is odynofagie?
Pijn bij slikken
33
Wat zijn de slijmbellen die te zien zijn in het epitheel bij intestinale metaplasie?
Slijmbekercellen, die niet in de oesofagus horen
34
Hoe vaak langskomen als Barrett oesofagus 1-3cm?
5-jaarlijks
35
Hoe vaak langskomen als Barrett oesofagus 3-10cm?
3-jaarlijks
36
Wat te doen met patiënt als Barrett oesofagus >10cm?
Verwijzing specialist
37
Hoe vaak langskomen als Barrett oesofagus met laaggradige dysplasie?
1-jaarlijks
38
Waarvoor staat LGD bij tumoren?
Laaggradige dysplasie
39
Waarvoor staat HGD bij tumoren?
Hooggradige dysplasie
40
Wat te doen met patiënt als Barrett oesofagus met hooggradige dysplasie? (2)
Ablatie Barrett, resectie
41
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat Tis?
Carcinoma in situ
42
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat T1? (2)
Carcinoma in lamina propria of submucosa
43
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat T2?
Carcinoma in muscularis propria
44
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat T3?
Carcinoma in adventitia
45
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat T4?
Carcinoma in omliggende structuren
46
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat N0?
Geen regionale kliermetastasen
47
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat N1?
1-2 regionale kliermetastasen
48
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat N3?
>7 regionale kliermetastasen
49
Voor oesofagustumoren stadiëring: waarvoor staat N2?
3-6 regionale kliermetastasen
50
Voor oesofagustumoren stadiëring: hoe Wordt de T-waarde bepaald (met welk onderzoek)?
Endo-echografie
51
Wat is de behandeling van een T1 of HGD oesofagustumor/dysplasie?
Endoscopische resectie
52
Wat is de palliatieve therapie bij oesofagustumoren? (2)
Stentplaatsing, radiotherapie
53
Wat zijn de soorten maagcarcinomen? (3)
Adenocarcinoom, GIST, MALT
54
Wat zijn de soorten oesofaguscarcinomen? (2)
Adenocarcinoom, plaveiselcarcinoom
55
Wat zijn de soorten maag adenocarcinomen? (2)
Intestinaal type, diffuus type
56
Intestinale types maag adenocarcinomen zijn (slecht/goed) gedifferentieerd
Goed
57
Intestinale types maag adenocarcinomen ontstaan (langzaam/snel)
Langzaam
58
Intestinale types maag adenocarcinomen komen vaak voor bij (jongeren/ouderen)
Ouderen
59
Intestinale types maag adenocarcinomen ontstaan vaak in het (corpus/antrum) van de maag
Antrum
60
Intestinale types maag adenocarcinomen zijn meestal (niet/wel) gerelateerd aan H. Pylori
Wel
61
Intestinale types maag adenocarcinomen zijn (niet/wel) erfelijk
Niet
62
Diffuus types maag adenocarcinomen zijn (slecht/goed) gedifferentieerd
Slecht
63
Diffuus types maag adenocarcinomen ontstaan (langzaam/snel)
Snel
64
Diffuus types maag adenocarcinomen komen vaak voor bij (jongeren/ouderen)
Jongeren
65
Diffuus types maag adenocarcinomen zijn meestal (niet/wel) gerelateerd aan H. Pylori
Niet
66
Diffuus types maag adenocarcinomen kunnen (niet/wel) erfelijk zijn
Wel
67
Waarvoor staat GIST bij GIST-maagtumoren?
Gastro-intestinale stroma tumoren
68
Welke cellen spelen een rol bij GIST-maagtumoren?
Cellen van Caial
69
GIST-maagtumoren zijn (niet/wel) C-kit positief
Wel
70
Wat is de behandeling bij GIST-maagtumoren? (2)
Resectie + imatinib
71
Waarvoor staat MALT bij MALT-maagtumoren?
Mucosa associated lymphoid tissue
72
Welke cellen spelen een rol bij MALT-maagtumoren?
B-cellen
73
Zijn MALT-maagtumoren H. Pylori gerelateerd?
Ja
74
Wat is de primaire behandeling bij MALT-maagtumoren?
Eradicatie H. Pylori
75
Wat is de secundaire behandeling bij MALT-maagtumoren, als primaire behandeling niet voldoende is? (2)
Radiotherapie of chirurgie
76
Bij welk soort maagziekte horen de volgende symptomen: pijn in epigastrico, passageklachten, misselijkheid, braken, gewichtsverlies, melaena, hematemesis
Maligniteit maag
77
Wat is cachexie?
Extreme dunheid
78
Wat is melaena?
Zwarte, kleverige ontlasting
79
Wat is de behandeling bij T1 en HGD maagtumoren/dysplasie?
Endoscopische resectie
80
Wat is de behandeling bij andere maagtumoren/dysplasie dan T1 en HGD? (2)
Chirurgische resectie maag, 3 kuren chemotherapie
81
Voor maagtumoren stadiëring: waarvoor staat T1a? (2)
Carcinoma in propria of muscularis mucosae
82
Voor maagtumoren stadiëring: waarvoor staat T1b?
Carcinoma in submucosa
83
Voor maagtumoren stadiëring: waarvoor staat T2
Carcinoma in muscularis propria
84
Voor maagtumoren stadiëring: waarvoor staat T3?
Carcinoma in subserosa
85
Voor maagtumoren stadiëring: waarvoor staat T4a?
Carcinoma in serosa (peritoneum)
86
Voor maagtumoren stadiëring: waarvoor staat T4b?
Carcinoma in omliggende structuren
87

SeS (37 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions