2021 1 Flashcards
Het screenen van patiënten op het bestaan van ondervoeding berust op diverse factoren.
Kies er drie.
A gewichtsverlies
B braken
C lage BMI
D lage spiermassa
E verlies van voedingsstoffen
A gewichtsverlies
C lage BMI
D lage spiermassa
Ondervoeding komt vaak voor bij ouderen.
Plaats in de juiste volgorde van hoog naar lage incidentie: afdeling deriatrie van het ziekenhuis, in de verpleeg en verzorgingshuizen, in het hele ziekenhuis, bij thuiswonende ouderen met thuiszorg
1
bij thuiswonende ouderen met thuiszorg
2
op de afdeling geriatrie van het ziekenhuis
3
in de verpleeg en verzorgingshuizen
4
in het hele ziekenhuis
Bij een 72-jarige ondervoede patiënt besluit je om een voedingsinterventie te doen.
Op welke elementen richt je je primair?
A eiwit en beweging
B vitamine preparaten en beweging
C koolhydraten en eiwit
D beweging en vetinname
A eiwit en beweging
Van welke factor is het minst aannemelijk dat deze is geassocieerd met sarcopenie?
A chronische ziekte
B insufficiente eiwitinname
C vitamine A deficientie
D veroudering
C vitamine A deficientie
Wat is de eerste keuze van behandeling bij een auto-immuun hepatitis?
A levertransplantatie
B prednison 0,5-1mgl/kg/d
C interferon-alfa
D azathioprine 1-2mg/kg/d
B prednison 0,5-1mgl/kg/d
Een 42-jarige man is bekend met alcoholabusus, hij meldt zich op de SEH met misselijkheid en braken. Daarbij heeft hij acuut ontstane buikpijn
in de bovenbuik.
Bij onderzoek zie je een matig zieke man, en de vitale parameters zijn; T 37,3 gr Celsius, P 90/min, RR 110/90.
De bovenbuik is diffuus drukpijnlijk. Het laboratoriumonderzoek toont een milde leukocytose, het lipase is normaal en er is een mild verhoogd
gGT en alkalische fosfatase.
Zet de diagnoses in volgorde van waarschijnlijkheid, te beginnen met de meest waarschijnlijke diagnose:
pancreatitis, alcoholische hepatitis, maagperforatie
1 maagperforatie
2
pancreatitis
3
alcoholische hepatitis
Een 55-jarige vrouw wordt gediagnosticeerd met primaire biliaire cholangitis. Je start een behandeling met ursodeoxycholzuur.
Welk verhoogd risico heeft deze vrouw op de lange termijn?
Het ontwikkelen van
A osteoporose
B colorectaal carcinoom
C colitis Ulcerosa
D M. Crohn
A osteoporose
Een 42-jarige patiënt wordt opgenomen met een acute pancreatits. Bij de ochtendvisite, 48 uur na opname, meldt de verpleegkundige dat hij een
temperatuur heeft van 38,7 °C en toont het bloedonderzoek dat het CRP is opgelopen tot 380 mg/L (ref waarde <8 mg/L).
De meest waarschijnlijke oorzaak van het klinisch beeld is:
A geïnfecteerde pseudocyste
B geïnfecteerde peripancreatische necrose
C spontane bacteriële peritonitis
D een systemische inflammatoir respons syndroom (SIRS)
D een systemische inflammatoir respons syndroom (SIRS)
Een man van 71 jaar meldt zich op het spreekuur in verband met bloedverlies per anum en 12 kg gewichtsverlies in 6 maanden. In de familie
komt geen kanker voor. Bij lichamelijk onderzoek blijkt hij cachectisch. Onderzoek van de buik levert geen afwijkingen op.
Welk onderzoek van het colon is nu geïndiceerd ?
A sigmoidoscopie
B coloscopie
C colon inloop foto (X-colon)
D MRI-bekken
E CT-abdomen
B coloscopie
Een man van 56 jaar heeft 5 dagen geleden een low anterior resectie ondergaan in verband met een rectumcarcinoom. Hij ligt in het ziekenhuis
en heeft de symptomen van een ileus, daarnaast heeft hij koorts en een tachycardie. Op de CT abdomen blijkt er sprake te zijn van een
naadlekkage.
Wat is de behandeling hiervan?
A laparoscopisch aanleggen ileostoma en spoelen defect en aanbrengen endospons
B ontkoppelen recto-sigmoïd naad en aanleggen eindstandig stoma op sigmoïd
C antibiotica en rectaal spoelen
D aanleggen deviërend stoma op colon transversum en een abdominale drain bij het lek plaatsen
A laparoscopisch aanleggen ileostoma en spoelen defect en aanbrengen endospons
Als patholoog krijg je materiaal opgestuurd, verkregen bij een 23-jarig vrouw met IBD. Het materiaal bestaat uit 1 slijmvliesbiopt van het colon
met als vraagstelling: IBD? M Crohn of colitis Ulcerosa?
Welke uitslag is juist?
A Als er cryptabcessen zijn en verstoorde architectuur van de crypten past het beeld bij de diagnose IBD, je kunt niet differentiëren
tussen colitis ulcerosa en m Crohn.
B Als er cryptabcessen zijn en verstoorde architectuur van de crypten past het beeld bij de diagnose colitis ulcerosa.
C Als er cryptabcessen zijn zonder verstoorde architectuur van de crypten past het beeld bij de diagnose M Crohn.
D Als dit biopt geen ontsteking toont heeft deze patiënte geen IBD.
A Als er cryptabcessen zijn en verstoorde architectuur van de crypten past het beeld bij de diagnose IBD, je kunt niet differentiëren
tussen colitis ulcerosa en m Crohn.
Welke kenmerken van een adenoom geven een hoog risico op progressie naar adenocarcinoom?
A diameter > 1 cm
B tubulaire opbouw
C laaggradige dysplasie
D hyperplasie
A diameter > 1 cm
Je stelde bij een jonge vrouw de diagnose M.Crohn en startte een behandeling met een TNF-blokker (Adalimumab). Bij controle na 6 maanden
klaagt zij over pijn in de rechter onderbuik en aanvullende diagnostiek brengt een stenose 10 cm proximaal van de klep van Bouhin in het
terminale ileum van 2-3 cm aan het licht.
Wat is het meest waarschijnlijke behandelvoorstel dat het multidicipliaair overleg zal geven?
A Adalimumab staken en starten met Ustekinumab
B Ileocoecaal resectie en adalimumab staken
C Adalimumab voortzetten en endoscopische ballon dilatatie
D Adalimumab voortzetten en Azathioprne toevoegen
C Adalimumab voortzetten en endoscopische ballon dilatatie
Een patiënte heeft een ileocoecaal resectie ondergaan.
Welke stelling is het meest juist?
A Dit kan leiden tot osmotische diarree door een verhoogde concentratie galzouten in het colon.
B Dit kan leiden tot secretoire diarree die met name overdag optreedt, en minder tot afwezig is in de nacht.
C Dit kan leiden tot een tekort aan vitamine B12 en neuropathische klachten.
D Dit kan leiden tot een tekort aan intrinsic factor en een microcytaire anemie.
C Dit kan leiden tot een tekort aan vitamine B12 en neuropathische klachten.
Een 53-jarige patiënte met een rectocele zegt dat ze de ontlasting er zo moeilijk uit kan krijgen. Zij gebruikt 2 x daags psyliumvezels en heeft
daarbij ontlasting type 4 volgens de Bristol Stool Chart.
Wat is hier het meest juiste behandelvoorstel?
A Je adviseert rectaal spoelen met een spoelflesje.
B Je verandert voorzichtig de psylium in 1-2 macrogol.
C Je verwijst pte voor Sacrale Neuromodulatie.
D Je verwijst pte naar de Gynaecoloog.
A Je adviseert rectaal spoelen met een spoelflesje.
