2017 1 Flashcards

1
Q

Wanneer ondervoeding wordt veroorzaakt door inflammatie…
a.gaat de ruststofwisseling omlaag.
b.zijn de acute fase eiwitten verlaagd.
c.worden extra eiwitten vrijgemaakt uit de spieren.
d.is de eetlust toegenomen.

A

c.worden extra eiwitten vrijgemaakt uit de spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Bij een 60-jarige man met een PA bewezen adenocarcinoom van de maag zijn bij aanvullende diagnostiek levermetastasen geconstateerd.
Welke behandeling stelt u voor?
a. palliatieve chemotherapie, er vindt geen resectie meer plaats
b.bloedtransfusie ter behandeling van de anemie
c.Liver first behandeling, resectie van de levermetastasen gevolgd door een totale maagresectie
d.perioperatieve chemotherapie en een totale maagresectie

A

a. palliatieve chemotherapie, er vindt geen resectie meer plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Is er bij gastric bypass:
malabsorptie
restrictie
malabsorptie en restrictie

A

Is er bij gastric bypass:
malabsorptie
restrictie
malabsorptie en restrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is er bij duodenal switch:
malabsorptie
restrictie
malabsorptie en restrictie

A

malabsorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is er bij maagband:
malabsorptie
restrictie
malabsorptie en restrictie

A

restrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In het duodenum worden de volgende nutriënten opgenomen:
ijzer en foliumzuur
vit B12 en thiamine
ijzer en vit B12
vit B12 en vitamine K

A

ijzer en foliumzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke factoren heeft bariatrische chirurgie een gunstig effect?
Kies er twee.
Glucoseregulatie
non fatty liver disease
slaapapneusyndroom
galsteenvorming

A

Glucoseregulatie, slaapapneusyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke stelling is juist?
Hepatitis C en E zijn goed te genezen.
Hepatitis A en B worden vnl. via bloedcontacten overgedragen.
Hepatitis C en E worden orofecaal overgedragen.
Hepatitis A en B zijn goed te genezen.

A

Hepatitis C en E zijn goed te genezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek verdenkt u een man van 42 jaar van pancreatitis.
Wat is uw eerstvolgende diagnostische stap?
CT abdomen
MRI abdomen
lipase / amylase in bloed
echo abdomen

A

lipase / amylase in bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke van de onderstaande afwijkingen is een voorloper van het Barrett adenocarcinoom?
intestinale metaplasie
atrofie
squameuze metaplasie
Schimmelinfectie

A

intestinale metaplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meestal bevatten galstenen cholesterol en zijn groengeel.
Zij ontstaan door een overdaad aan cholesterol, verminderde motoriek van de galwegen en versterkte kristallisatie.
Risicofactoren zijn:
diabetes mellitus, overgewicht en alcohol gebruik
vrouwelijk geslacht, snelle gewichtstoename en zwangerschap
zwangerschap, snel gewichtsverlies en sondevoeding
leeftijd (> 40 jaar), overgewicht en parenterale voeding

A

leeftijd (> 40 jaar), overgewicht en parenterale voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een 68-jarige patiënt van Kaukasische afkomst presenteert zich bij de MDL-arts met een ferriprieve anemie en diarree (forse hoeveelheid, grijze brijige
ontlasting).
Hij gebruikt enkel medicatie i.v.m. hypertensie; te weten een bètablokker en een kaliumsparend diureticum.
Wat is de meest waarschijnlijk oorzaak van de diarree?
bacteriële overgroei
verminderd resorberend oppervlak door vlokatrofie
aanwezigheid lactasedeficientie
veranderde darm-motiliteit door medicatie

A

verminderd resorberend oppervlak door vlokatrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Galzuren zouten geven een (i) secretoire (ii) osmotische diarree en komt voor bij patiënten met een (i) gastric bypass chirurgie (ii) ileocoecaalresectie

A

(i) secretoire, (i) gastric bypass chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke wandlaag komt niet voor in de maag?
mucosa
adventitia
submucosa
muscularis propria

A

adventitia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stelling: “Vezels in het dieet kunnen door commensale bacteriën omgezet worden naar korte vetzuurketens.”
Deze stelling is:
juist
onjuist

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Retinolzuur is betrokken bij het tot expressie komen van:
receptoren op lymfocyten om naar de huid te kunnen migreren
cytokines in T lymfocyten
receptoren op lymfocyten om naar de darm te migreren
cytokines in B lymfocyten

A

receptoren op lymfocyten om naar de darm te migreren

16
Q

Welke vitamine in de darmen is betrokken bij het optimaal functioneren van het immuunsysteem in de darmen?
vitamine A
vitamine B
vitamine C
vitamine D

A

vitamine A

17
Q

Wat heeft de hoogste incidentie onder de Nederlandse bevolking? Van laag naar hoog:
coloncarcinoom, colorectale metastasen, intrahepatisch cholangiocarcinoom, maagcarcinoom

A

maagcarcinoom, intrahepatisch cholangiocarcinoom, coloncarcinoom, colorectale metastasen

18
Q

Een 45-jarige patiënte presenteert zich op de eerste hulp met diverticulitis.
Er wordt op CT abdomen een Hinchey 1a geclassificeerd.
Wat is uw behandelvoorstel?
U neemt de patiënt op in het ziekenhuis en start met antibiotica.
U stuurt de patiënt naar huis met een conservatief beleid.
U vraagt de chirurg om acuut een sigmoïd resectie te verrichten.
U vraagt de maag darm leverarts om een coloscopie te verrichten.

A

U stuurt de patiënt naar huis met een conservatief beleid.

19
Q

Welke extra-intestinale manifestaties passen bij inflammatoire darmziekten?
artritis, osteoporose en uveitis
pyoderma gangrenosum, hypercoagulabiliteit en gangreen van Fournier
episcleritis, primair scleroserende cholangitis en jicht

A

artritis, osteoporose en uveitis

20
Q

Verspreiding van rondworminfecties naar nieuwe gastheren vindt meestal plaats door overdracht van eieren.
Bij welke rondworm zijn de larven voor de mens infectieus? (i) Ascaris lumbricoides (mensenspoelworm) (ii) Strongyloides stercoralis
(draadworm) (iii) Trichuris trichiura (zweepworm)
Je loopt deze op (i) door bloed-bloedcontact (ii) feco-oraal (iii) via de huid .

A

(ii) Strongyloides stercoralis, (iii) via de huid .

21
Q
A