Voc Ateliers thématique 4 Flashcards
een tabel
un tableau
gebruiken
utiliser
werken
travailler
een werk
un travail
proberen
essayer
inspanningen leveren
faire des efforts
een collega
un collègue
vrij
libre
er zich mee bezig houden
s’en occuper
het personeel
le personnel
ontwikkelen
développer
werkgever, werkgeefster
un employeur, une employeuse
een opdracht, taak, functie
une mission
gepensioneerd
retraité
werken als zelfstandige
travailler à son compte
een industrie
une industrie
een productie
une production
een werker
un travailleur
een leraar
un professeur
van dienst zijn
être de service
een job
un boulot
een bloemist
un fleuriste
een verkoper
un vendeur
een verkoopster
une vendeuse
een trainer
un entraîneur
een zanger
un chanteur
een bediende
un employé
een politieman
un policier
een directeur
un directeur
een chauffeur
un chauffeur
een acteur
un acteur
een actrice
une actrice
een agent
un agent
een landbouwer
un agriculteur
een architect
un architecte
een kunstenaar
un artiste
een auteur
un auteur
een slager, slagersvrouw
un boucher, une bouchère
een bakker, bakkersvrouw
un boulanger, une boulangère
een kapster
une coiffeuse
een postbode
un facteur
babysitten
faire du baby-sitting
een poetsvrouw
une femme de ménage
een garagist
un garagiste
een informaticus
un informaticien
een ingenieur
un ingénieur
een journalist
un journaliste
een monteur, werktuigkundige
un mécanicien