Voc Atelier 1.4 Flashcards
1
Q
een stommiteit
A
une bêtise
2
Q
een geroep, schreeuw
A
un cri
3
Q
een traan
A
une larme
4
Q
het listig gedoe
A
le manège
5
Q
het ergste
A
le pire
6
Q
een bovennatuurlijke kracht
A
un pouvoir surnaturel
7
Q
de spanning
A
la tension
8
Q
bereikbaar, toegankelijk
A
accessible
9
Q
met werk overladen
A
débordé(e)
10
Q
verwend
A
gâté(e)
11
Q
onaanspreekbaar
A
inapprochable
12
Q
tastbaar, voelbaar
A
palpable
13
Q
braaf, wijs
A
sage
14
Q
bemerken, inzien
A
s’apercevoir de
15
Q
in vertrouwen nemen
A
se confier à