Voc Atelier 3.2 Flashcards
1
Q
een afwezigheid
A
une absence
2
Q
een zekerheid
A
une certitude
3
Q
een veranderin
A
un changement
4
Q
een gezang
A
un chant
5
Q
een vijftigtal
A
une cinquantaine
6
Q
een omstandigheid
A
une circonstance
7
Q
een schuldige
A
un coupable
8
Q
een mislukking
A
un échec
9
Q
een instelling, vestiging
A
un établissement
10
Q
een dagboek
A
un journal
11
Q
een minderjarige
A
un mineur
12
Q
de tekst, woorden
A
les paroles
13
Q
een ettertje
A
un petit merdeux
14
Q
een kleding, voorkomen
A
une tenue
15
Q
een overwinning
A
une victoire
16
Q
onfeilbaar
A
infaillible
17
Q
geldig
A
valable
18
Q
bevestigen
A
affirmer
19
Q
voortgaan
A
avancer