Relations Logiques Flashcards
en
et
met
avec
samen
ensemble
noch… noch…
ne … ni … ni
kortom
bref
eveneens
également
ook niet
pas non plus
maar
mais
of
ou
enerzijds, anderzijds
d’une part, d’autre part
wat
comme
zo
si
zeer, heel
très
zeg, …
dis donc, …
komaan
allez
zeg!
dites!
natuurlijk, zeker (2)
naturellement
évidemment
nou zeg
ça alors
erg, kei-
vachement
in werkelijkheid
en réalité
graag!
volontiers!
goed en wel
bel et bien
geenszins
nullement
zulk
tellement
heel, erg
tout, toute, toutes
fel
fortement
duidelijk
nettement
hoofdzakelijk
principalement
een maximum
un maximum
hoe langer hoe minder
de moins en moins
geïnspireerd op
inspiré de
zoals
comme
ander
autre
een verschil
une différence
verschillend
différent
een verhouding
un raport
overeenkomen met
correspondre à
een zwaarlijvige
une obèse
een zwaarlijvigheid
une obésité
het onbekende
l’inconnu
gemeenschappelijk
commun, commune
gemeenschappelijk
en commun
beter
meilleur
lievelings-
préféré
even (mooi)
aussi (beau)
minstens
au moins
eerder
plutôt
vooral
surtout
minder dan
moins de
vergelijken
comparer
ten hoogste
au maximum
z’n best doen
faire de son mieux
evenveel … als
autant … que
gemiddeld
en moyenne
hetzelfde, dezelfde
le, la même
bovendien
en plus
het meest
le plus
het ergste
le pire
slechter
pire
het is beter
il vaut mieux
hebben
avoir
van
de
van jullie beiden
à vous deux
delen
partager
bezitten
posséder
zonder kunnen
se passer de
zijn van, behoren tot
être à
eigen
propre
een bezitting
un bien
ook
aussi
combineren
combiner
een ontkenning
la négation
zelfs
même
iets anders
autre chose
zonder
sans
een categorie
une catégorie
inschrijven
inscrire