Voc Atelier 3.3 Flashcards
1
Q
heimwee hebben
A
avoir le cafard
2
Q
een oorzaak
A
une cause
3
Q
de hemel
A
le ciel
4
Q
een voorwaarde
A
une condition
5
Q
een beslissing
A
une décision
6
Q
een lagere school
A
une école primaire
7
Q
een gewoonte
A
une habitude
8
Q
een belang, gewichtigheid
A
une importance
9
Q
het onbekende
A
l’inconnu
10
Q
een invloed
A
une influence
11
Q
een onderwijzer, meester
A
un maître
12
Q
een vak
A
une matière
13
Q
een doelstelling
A
un objectif
14
Q
een bezwaar
A
une objection
15
Q
een onderwijssysteem
A
un système d’enseignement
16
Q
een getuigenis
A
un témoignage
17
Q
onafhankelijk, zelfstandig
A
indépendant
18
Q
onvergetelijk
A
inoubliable
19
Q
nutteloos
A
inutile