Videos verhoren Flashcards

1
Q

Wat zijn de vuistregels om ware van valse bekentenissen te onderscheiden?

A
  1. De verdachte moet komen met misdaad-specifieke kennis. Let op: dit moet niet gesuggereerd zijn door de politie.
  2. Belief vs recollection. Bij vals bekennen wordt er niet gesproken van uit diens herinnering, maar vanuit belief, zoals ‘daarna zal ik wel dit gedaan hebben’ ipv ‘daarna heb ik dit gedaan’.
    - Retraction: als de verdachte de bekentenis na een tijd terugtrekt, is de kans groter dat deze vals is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de point of view bias?

A

Dit houdt in dat bij verhoren wanneer er wordt gefilmd, zou de hele situatie, dus zowel de verhoorder als de verdachte volledig in beeld moeten zijn de hele tijd. Anders zie je niet wat voor non-verbale communicatie de verhoorder doet, wat niet wordt vastgelegd. Als hier niet aan wordt gehouden, dan spreken we van een point of view bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt het framing probleem in bij video opnamen?

A

Van een verhoor kan een deel worden genomen uit context, bv. een bekentenis. De OvJ kan zeggen kijk, de verdachte bekent en doet dat emotieloos. De verdediging kan zeggen ja kijk eens, de politie heeft hem helemaal uitgeput, waardoor hij maar bekent. Dit is framing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 3 type vragen die je volgens Griffith mag stellen bij een verhoor?

A
  • Open vragen waarbij er ruimte is voor een uitgebreid antwoord
  • Indringende vragen, waarbij er een specifiek antwoord wordt verwacht. Dit begint vaak met wie, wat, waar, wanneer, waarom of hoe?
  • Gesloten vragen die gebruikt worden aan het eind van een onderwerp als conclusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 6 type vragen die je volgens Griffith niet mag stellen tijdens een verhoor?

A
  • Open vragen, wanneer de verhoorder de getuige onderbreekt met zijn vraag.
  • Gesloten vragen op een verkeerd moment in het interview
  • Meerdere vragen die tegelijk worden gesteld
  • Geforceerde keuzevragen, waarbij er slechts een paar opties worden gegeven.
  • Mening of statement uiten i.p.v. een vraag stellen
  • Suggestieve vragen, waarbij de verhoorder dus een antwoord suggereert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Met welk onderzoek is vals bekennen getoetst?

A

Met het ALT-toets onderzoek. De persoon moet op de laptop typen, maar er wordt gezegd dat als er op ALT wordt gedrukt, dat het systeem dan crasht. Op een gegeven moment crasht het systeem en komt de onderzoeker binnen om te zeggen dat de persoon op de ALT-toets heeft gedrukt. Vraag is gaan ze vals bekennen of niet?
Variabelen: Sommige mensen moesten langzaam typen, anderen snel. De persoon die de woorden opleest zegt of dat die heeft gezien de ALT toets is ingedrukt of zegt dat niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de kritiek op dit onderzoek?

A

Het is nog wel iets anders om te bekennen dat je een toets hebt ingedrukt op een laptop dan om een grove misdaad te bekennen. Er zou een soort straf aan moeten zitten, anders is het niet vergelijkbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kunnen pseudoherinneringen ontstaan?

A

Door spontane fouten, maar ook door suggestie van derden, zoals verhoorders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het crashing memories paradigma?

A

Dit houdt in dat aan mensen wordt gevraagd of ze zich een filmpje herinneren bv van een vliegtuigcrash die helemaal niet bestaat. Er wordt dan getest of mensen zeggen dat ze die hebben gezien en of ze confabuleren, dus dan ook zeggen wat ze hebben gezien in dat filmpje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wil een rechtspsycholoog absoluut niet bij een getuigeverklaring?

A

Dat er in een getuigeverklaring details zitten waarbij de accuraatheid betwistbaar is. Idealiter is elke verklaring aan niets anders toe te schrijven dan aan het feit dat de getuige verklaart vanuit zijn herinnering aan het betreffende incident. De verklaring moet authentiek zijn. Als de verklaring niet per se authentiek is, zijn er alternatieve redenen en dat drukt de bewijskracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is suggestie?

A

Alle verbale en non-verbale interventies waardoor achteraf niet meer met 100% stelligheid kan worden beweerd dat de betreffende informatie authentiek is en spontaan van de ondervraagde afkomstig was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom zijn anatomische tekeningen suggestief?

A

Kinderen geven vaak aan op die poppen dat ze bij de genitale zone zijn aangeraakt, zelfs als dat niet zo is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar draait het om bij de 9 stappen methode (Reid techniek)?

A

De politie heeft de verdachte en is er van overtuigd dat dit de dader is. Het doel is om de verdachte te laten bekennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat mag er gezegd worden bij de Reid techniek?

A
  • Dat de verdachte een lagere straf krijgt als hij volledig bekent
  • Dat er bewijs is tegen de verdachte terwijl dat er niet is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is het niet een probleem dat mensen die onschuldig zijn ook zullen bekennen als ze onderworpen worden aan de Reid-techniek?

A

Nee, natuurlijk niet, want mensen gaan niet bekennen als ze het niet gedaan hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In Nederland is het streven om niet beschuldigend te verhoren, maar om de verdachte te zien als bron van informatie. We willen toe naar investigative interviewen. Wat is de directe stapelmethode?

A

Dit is de methode waarbij al het bewijs in één keer op tafel wordt gelegd, waardoor de verdachte overrompeld wordt door het bewijs en denkt wow er is al zo veel, laat ik maar bekennen.

17
Q

Wat is de scenario’s onderzoekende methode?

A

Minimaliseren van weerstand tegen het vertellen van de waarheid, door langzaam opbouwen van druk, omsingelen met tactische aanwijzingen en eventuele confrontatie.

18
Q

Wat is de Scharff-techniek?

A

Dit wordt vaak gebruikt bij terroristen. Er wordt een gemoedelijke sfeer gecreëerd, waardoor mensen zich op hun gemak voelen om te praten en op die manier veel informatie loskrijgen.

19
Q

Wat is de Mr. Big methode?

A

Dit is een undercover methode. Verdachte wordt in positie gemanoeuvreerd waarin hij geld kan verdienen met een obscure deal, mits hij zijn betrokkenheid toegeeft. Politie doet alsof ze een baas zijn bij bv. een drugshandel en dat de verdachte zich moet bewijzen. Een onschuldige zou ook kunnen bekennen.

20
Q

Wat is een mogelijk probleem bij getuigenverhoor?

A

Iemand wil misschien wel meewerken aan het verhoor, maar er kunnen herinneringen ontbreken.

21
Q

Wat houdt een generiek getuigenverhoor in?

A

Een getuige moet zo spontaan mogelijk zijn verhaal kunnen doen. Het begint met een inleiding en uitleg, gevolgd door vrije reproductie, dan gericht doorvragen (zo open mogelijk) (wie, wat, waar, wanneer, waarom) en dan een afsluiting.

22
Q

Is forensische hypnose als getuigeverhoor een goed idee?

A

Nee, want er wordt vooral gefocust op de stem van de hypnotiseur. Mocht de hypnotiseur suggestieve vragen stellen, dan is de kans groot dat de verdachte meegaat met wat de hypnotiseur vraagt.

23
Q

Wat houdt geleide herinnering in?

A

Er is weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.
- De getuige sluit de ogen en gaat mentaal terug naar het incident en de verhoorder leidt de getuige door het incident heen in de tegenwoordige tijd.
- Het sluiten van de ogen helpt met het reproduceren van correcte details.

24
Q

Wat houdt cognitief interviewen in?

A
  • Context reinstatement: Als we iets leren, dan zijn we afhankelijk van context stimuli. Als we iets herinneren, dan lukt dat beter in dezelfde context dan als we in een andere context dingen proberen te herinneren. Dit zit bij de geleide herinnering door het sluiten van de ogen, zodat het incident weer goed voor de ogen komt.
  • Report everthing: getuige moet alles vertellen, ook wat niet belangrijk lijkt
  • Changed chronology: Het verhaal vertellen in een andere volgorde
  • Changed perspective: Het verhaal laten vertellen als de getuige niet stond waar hij stond, maar op een andere locatie
25
Q

Wat is het probleem met cognitief interviewen?

A

Je begint met generiek verhoren, dan de context reinstatement en report everything en dan changed chronology en changed perspective. Als er details komen, dan weet je niet of die uit een herinnering komen of dat dat pseudoherinneringen zijn. Changed chronology en changed perspective zijn juist om pseudoherinneringen te voorkomen.

26
Q

Wat is het self-administered interview?

A

Dit wordt gebruikt bij grote incidenten.
In het zelf geregistreerde getuigeverhoor staan hoofdstukjes en de getuigen wordt gevraagd om al die hoofdstukjes door te lopen. Dit zijn de hoofdstukken
1. Free Recall
2. Person descriptions
3. Sketch
4. Other witnesses
5. Vehicle Details
6. Witnessing Conditions
7. Other information