H2 Bayes theorie Flashcards
Wat houdt Blackstone’s ratio in?
Het is erger om een onschuldige verdachte te veroordelen dan een schuldige vrij te spreken. Kassin zei: “In the context of a legal system founded on the ideal that it is better to acquit 10 guilty people than to convict 1 person who is innocent… the false positive error - although less frequent than the false negative - presents the more serious problem”
Pennington en Hastie (1992) hebben het story model bedacht. Wat houdt dit in? Vertel ook over Crombag et. al (1994).
Dit stelt dat bewijsmiddelen pas enige betekenis krijgen als ze passen in een coherent verhaal. Ook Crombag et al. (1994) benadrukken het belang van een coherent verhaal. In hun theorie van verhaal en verankering, dient het verhaal (dus de tenlastelegging) op aangewezen punten te worden verankerd met bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen kunnen vervolgens weer worden verankerd met andere bewijsmiddelen. Op die manier wordt steeds verder afgedaald, totdat het niveau van feiten van algemene bekendheid wordt bereikt.
Wat is het Fingerspitzengefühl? Wat valt er nog meer over te zeggen.
Dit betekent vingertoppengevoel. Het gaat over intuïtie, op basis waarvan rechter veroordelen of dit juist niet doen. Er bleek geen positieve samenhang tussen de rechterlijke overtuiging en intuïtie op verschillende manieren te kunnen worden aangetoond.
In 1966 hebben Kalven en Zeisel een grote groep Amerikaanse rechters gevraagd over een recente zaak van hen. De betreffende zaken waren beslist door een jury. De rechters werd om aan te geven hoe hun oordeel over de schuldvraag zou hebben geluid als niet de jury maar zij zelf dat oordeel hadden moeten vellen. Zo konden verschillen en overeenkomsten in het oordeel van de jury en rechter in kaart worden gebracht. Wat bleek er uit het onderzoek?
De overeenstemming tussen het oordeel van de rechter en de jury is aanzienlijk, namelijk 78% (64% gezamenlijk veroordelen, 14% gezamenlijk vrijspreken). Rechters komen dus niet vaak tot een ander oordeel dat dat leken doen. Van de 22% meningsverschil wordt 19% verklaard doordat de jury een verdachte vrijspreekt die volgens de rechter veroordeeld had moeten worden. De jury is dus verdachtenvriendelijker dan de rechter, hetgeen goed strookt met de presumptie van onschuld.
Wat is de kritiek op het onderzoek van Kalven en Zeisel?
Er kan worden opgemerkt dat deelnemende rechters zich in sommige gevallen mogelijk hebben gecommitteerd aan het oordeel van de jury. Op het moment dat de rechters hun oordeel velden, waren ze immers op de hoogte van het oordeel van de jury. Kalven en Zeisel zeggen daarover: Presumably the judge, in general, would find it more comfortable to report agreement. If, therefore, he nevertheless reports disagreement, it seems only reasonable to accept this statement.” Hieruit valt af te leiden dat de onderzoekers zich geen zorgen maken over de mogelijke conformatie van de rechter aan het juryoordeel. Het lijkt er eerder op dat ze nog meer overeenstemming hadden verwacht dan gevonden werd. Om deze kritiek te pareren hadden de onderzoekers de deelnemende rechters naar hun oordeel moeten vragen op het moment dat de jury beraad sloeg, maar dit is niet erg realistisch. Dat kost heel veel tijd.
Wat zijn de biases waar rechters vatbaar voor zijn?
- Ze blijken sneller tot een veroordeling te komen wanneer de verdachte er onbetrouwbaar uit ziet
- Ze blijken sneller tot een veroordeling te komen wanneer de verdachte volgens een forensisch psychologisch rapport psychopathische kenmerken vertoont
- Rechterlijke beslissingen lijken ongunstiger uit te pakken voor de verdachte indien de rechter vermoeid is.
- Rechters zijn soms ongevoelig voor de ontlastende waarde van non-bevindingen (negative evidence)
- Er zijn enkele procedurele factoren die tunnelvisie in de hand werken, zoals het vooraf lezen van het dossier. Dit kan de kans op een veroordeling vergroten.
Hoe is de rechter tot de overtuiging gekomen dat Kees Borsboom de Schiedammer parkmoord had gepleegd?
Let op: Dit kan slechts worden gereconstrueerd door bestudering van het eindresultaat, zoals neergelegd in de nadere bewijsoverwegingen. De Rechtbank heeft inderdaad gevoelsmatige gewichten aan de bewijsmiddelen gehangen en deze mentaal gecombineerd, want de rechter is tot de overtuiging gekomen door ‘niet elk afzonderlijk voldoende draagkrachtig geachte - maar in onderling verband gelezen punten.’
- De bekentenis
- De herkenning door getuigen van Kees’ fiets nabij de plaats delict
- De herkenning door getuigen van Kees zelf de dag na het delict.
Deze drie bewijsmiddelen zijn opgeteld waarbij er een surplus ontstond, dat voldoende was voor de overtuiging. Dan schrijft de rechter nog: “Na vaststelling dat de bewijsmiddelen overtuigend zijn constateert de Rechtbank, dat uit het persoonlijkheidsonderzoek gegevens naar voren komen die aannemelijk maken dat verdachte gezien zijn persoonlijkheid, de feiten kan hebben gepleegd. - De Rechtbank slaat ook acht op het intelligentieniveau van Kees (gemiddeld tot hooggemiddeld en gedeeltelijk zelfs begaafd). Die intelligentie is voldoende om bij ontkenningen op doordachte wijze gebruik te kunnen maken van kenniselementen die verdachte kort na ontdekking van de slachtoffers, ter plaatse op de brug in de nabijheid van de moeder van het dodelijk slachtoffer die daar met een zoontje aanwezig was, heeft kunnen opdoen.” Hiermee gaat de rechter in op een nonbevinding/negatief bewijsmiddel, namelijk de (herhaalde) ontkenning van Kees. Volgens de rechter kan dit negatieve bewijs worden wegverklaard.
Er zijn ook meer negatieve bewijsmiddelen die worden wegverklaard. Welke zijn dit en hoe worden ze wegverklaard?
- Kees heeft soms ontkend (maar hij is intelligent genoeg om dat strategisch te doen, dus die ontkenningen zijn niet diagnostisch)
- De tijdlijn maakt het onmogelijk dat Kees de dader is (maar de bewijsmiddelen tonen aan dat hij het wel is)
- Er is geen DNA van Kees gevonden (De wijze waarop de feiten zijn gepleegd, zijn verenigbaar met het feit dat ook een zeer intensief onderzoek naar DNA materiaal van de dader niets oplevert)
- Maikel beschrijft een dader die niet lijkt op Kees (maar die beschrijving was gemaakt in het heetst van de strijd, om het opsporingsonderzoek op te starten en dat de verdachte nu niet blijkt te voldoen aan dat signalement, is geen probleem)
Hoe werkt de structuur van een kansspel met indirecte waarneming?
Stel dat er een bal op een tafel ligt, maar de vraag is waar hij precies ligt. Stel verder dat we de tafel niet kunnen zien, maar dat een assistent in dit gedachte-experiment dat wel kan. We vragen nu aan de assistent om nog een bal op de tafel te gooien en - als die bal eenmaal tot stilstand is gekomen - om ons mede te delen of deze tweede bal links of rechts naast de oorspronkelijke bal ligt. Stel dat de assistent ons mededeelt dat de tweede bal links van de oorspronkelijke bal ligt, dan duidt dat wellicht erop dat de oorspronkelijke bal ietwat rechts van het midden op de tafel ligt. Als de volgende bal weer links van de oorspronkelijke bal ligt, bevestigt dit de hypothese dat de oorspronkelijke bal inderdaad behoorlijk ter rechter zijde ligt. Mocht er na een aantal trials ook weer een bal rechts van de oorspronkelijke bal terechtkomen, dan weten we dat de oorspronkelijke bal niet helemaal rechts op de rand kan liggen. OP deze manier kunnen we door indirecte waarneming conclusies trekken over de locatie van de bal, zonder dat we die kunnen waarnemen.
De Bayesiaanse aanpak is een belief updating systeem. Wat houdt dit in?
Een belief updating systeem verwijst naar de voortdurende integratie en weging van verwachtingen en nieuwe informatie.
Wat zijn prior odds (a priori kansverhouding)?
De schatting vooraf van de werkelijkheid.
Wat zijn posterior odds (a posteriori kansverhouding)?
De a priori kans wordt aangepast door nieuwe informatie (dataverzameling) en als alle relevantie informatie in het model is verwerkt, is er sprake van posterior odds. Dit is de uiteindelijke schatting van de werkelijkheid.
De prior en posterior odds zijn schattingen van de probability dat de hypothese klopt. De data die we gebruiken om onze mening bij te stellen, hebben de vorm van likelihood ratio’s. Dat is een principieel verschil. Praktisch gezien zijn zowel de likehood ratio’s als de odds, kansverhoudingen. Hoe ziet dit er in een formule uit?
Prior odds * Likelihood ratio 1 * LR 2 * LR 3 … * LR x = posterior odds
Aangezien alle elementen in de formule kansverhoudingen zijn, hoe ziet het uitschrijven van voorgaande formule eruit?
(Prior probability that H1 is true/Prior probability that H2 is true) * (Likelihood of true positive evidence/likelihood of false positive evidence) = (Posterior probability that H1 is true/posterior probability that H2 is true)
Wat is de formule voor het terugrekenen van kansverhoudingen naar kansen?
(Odds*100)/(Odds+1) = Probability