H2 Psychological Science Flashcards
Volgens Freud kan het mentale systeem opgedeeld worden op twee verschillende manieren. Op welke manieren?
De eerste manier is op basis van leidende principes. Ego wordt geleid door het realiteitsprincipe, superego wordt geleid door moraliteit en id wordt geleid door plezier en lust. Deze systemen zullen waarschijnlijk in conflict komen, gezien plezier en lust vaak niet goed samen gaan met moraliteit. De tweede manier waarop er een verdeling kan worden gemaakt is tussen bewust en onbewuste processing. Super ego en id zijn vrijwel geheel onbewust, terwijl ego gedeeltelijk bewust is.
Freud zei dat de meeste mentale activiteit zich buiten ons bewustzijn afspeelt
Wat zijn indirecte/projectieve technieken?
Dit zijn technieken die proberen de bewuste reacties te vermijden door het onderbewuste te bereiken. Voorbeelden hiervan zijn droominterpretatie, vrije associatie en hypnose.
Wat zijn kritiekpunten op Freud’s werk?
- Het is deprimerend dat alle mensen psychologische problemen zullen krijgen. Als het niet komt door een slechte persoonlijke ontwikkeling, dan wel door conflicten tussen volwassen persoonlijkheidsstructuren.
- Het merendeel van de belangrijke mentale activiteit ontstaat onbewust. Onze
bewuste perceptie van onszelf en onze omgeving is niet veel meer dan
een overbodig neveneffect van de werkelijk belangrijke processen die onbewust plaatsvinden. - Freud was een productieve schrijver, maar hij sprak zichzelf nog wel eens tegen in zijn werk.
- Zijn werk is meerdere malen vertaald, waardoor de originele teksten niet geheel overeenkomen.
- Zijn werk is in het tijdperk van nu niet wetenschappelijk, want het is niet peer-reviewed.
Wat zijn de kenmerken van behaviourisme?
- Onderzoek alleen naar bewust, meetbaar en waarneembaar gedrag.
- Wetenschappelijke methodologie –> wetenschappelijke cyclus –> hypothesen, peer-reviewed, gepubliceerd.
- Peer review is dubbel blind: de schrijver weet niet wie er feedback geeft en de feedbackgevers weten niet wie de schrijver is.
- Zuinigheid: Makkelijk denken. If it walks like a duck, it talks like a duck, it’s a freaking duck.
- Ockman’s razor: Onafhankelijk van de complexe verklaringen die individuen soms bedenken om hun eigen vreemde gedrag te verklaren, zullen behavioristen gedrag willen verklaren door eenvoudige,
algemeen toepasbare voorspellende regels, die op zo weinig mogelijk aannames vertrouwen. Deze aanpak maakt het mogelijk om psychologische regels te ontdekken die menselijk gedrag regeren, door dierlijk gedrag te observeren. - Tabula Rasa: een schone lei. Iedereen begint gelijk.
- Nurture!
Pavlov deed een experiment over klassieke conditionering. Welk experiment en leg uit
Bij klassieke conditionering leren organismen een voorspellende associatie tussen twee externe stimuli.
Hij zag dat honden gaan kwijlen voordat ze gaan eten. Hij deed een experiment en liet een belletje rinkelen voordat hij het eten aan de hond gaf, na een aantal keer had de hond dit opgeslagen en ging al kwijlen op het moment dat hij het belletje hoorde. De hond was nu geconditioneerd. Pavlov merkte ook dat het veel moeilijker was om het kwijlen na het horen van het belletje af te leren dan het aan te leren. En zelfs na het afleren, ging het opnieuw aanleren heel makkelijk.
Skinner’s operante conditionering gaat over het leren van associaties tussen iemands eigen gedrag en externe consequenties. Hoe ziet zijn experiment eruit?
Hij zette een ondervoede duif in een kooi. Dit dier toont van zichzelf openlijk gedrag door nieuwsgierigheid of honger. Hij gaf de duiven op een random moment eten. Hij kwam erachter dat alle dieren het gedrag gingen herhalen wat ze hadden vertoond voor het krijgen van het eten. Ze hebben geleerd dat dat gedrag werd gevolgd door het krijgen van eten (post hoc ergo procter hoc). Ze hebben geleerd dat zij hun omgeving kunnen manipuleren door zich op een bepaalde manier te gedragen.
Regels voor operante conditionering dicteren dat tijdens versterking
verhoogt het optreden van gedrag, straf zal het optreden ervan verminderen.
In theorie is dit de combinatie van stimulusvalentie en positief versus negatief
contingentie levert vier behavioristische interventies op.
- Positieve bekrachtiging: Het geven van een prijs
- Negatieve bekrachtiging: Het weghalen van een negatieve factor.
- Straf: het geven van iets negatiefs.
- Omissie: Het weghalen van iets positiefs (afnemen rijbewijs).
Wat is Thorndike’s law of effect?
Het idee dat gedrag gevormd kan worden met een beloning of een straf