VGT vragen MDL Flashcards

1
Q

Welke cellen van de maag produceren pepsinogeen?

A

hoofdcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke cellen produceren maagzuur en Intrinsic factor?

A

Parietaalcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke cellen produceren gastrine?

A

g cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat produceren ECL-cellen?

A

histamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Morbus Crohn

A

van mond tot kont; wisselende stukken en vaak diepere lagen van mucosa aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Colitis Ulcerosa

A

beperkt zich vaker tot rectum en colon en 1 aansluitend deel van de darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Teken van courvoisier

A

tekenen van vergrote galblaas die niet pijnlijk is bij palpatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Teken van courvoisier wijst op:

A

pancreaskop carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Teken van murphy

A

voelbaar pijnlijk bij uitvoeren van galblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Teken van murphy wijst op

A

cholecystitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pernicieuze anemie, celgrootte

A

macrocytaire anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uitleg pernicieuze anemie

A

Bij een pernicieuze anemie is de aanmaak van IF in de maag verstoord tgv auto-immuunziekte (atrofische gastritis) waarbij de parietaalcellen zijn aangedaan. Deze cellen produceren normaal gesproken IF. Hierdoor wordt er in deze situatie te weinig vitamien B12 opgenomen in het lichaam. Door een tekort aan vitamine B12 raakt de DNA synthese verstoord. Doordat het langer duurt voordat het DNA volledig gerepliceerd is zal een cel bij de celdivisie te lang doorgroeien waardoor er een macrocytaire anemie ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een moeder komt met haar 4 weken oude zoon op spreekuur van de HA. 2 weken geleden begon het kindje met braken na de maaltijd. Eerst een klein beetje maar de afgelopen 2 weken wordt het steeds erger. Nu is het ontzettend heftig en komt voeding met een krachtige straal uit de mond. Baby oogt suf en slap. wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

A

Pylorushypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke laag van het duodenum zijn de klieren van brunner te vinden?

A

submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat veroorzaakt slijm geproduceerd door de klieren van brunner?

A

Een basische laag waardoor duodenum beschermd wordt tegen zure maaginhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de meest voorkomende bact oorzaak van nephrolitiasis

A

proteus mirabilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waar in tractus digestivus worden tweewaardige ionen zoals CA en Fe opgenomen?

A

duodenum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk van de leverparameters is het meest specifiek voor leverschade?

A

ALAT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke stof is verantwoordelijk voor bruine kleur van de feces?

A

stercobiline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke stof is verantwoordelijk voor gele kleur van urine?

A

urinobiline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

HUS veroorzaakt door

A

stec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waar in het lichaam begint de chemische vertering van eiwitten?

A

in de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Onder welk enzym begint vertering in mond

A

amylase

24
Q

Door welke cellen ontstaat er een lage PH

A

parietaalcellen

25
Q

In de diagnostiek en follow-up van tumoren kunnen verschillende tumormarkers worden gebruikt. Waar wordt de tumormarker carcino-embryonaal antigeen (CEA) voor gebruikt in het kader van colorectaalcarcinoom?

A

Het opsporen van tumorrecidieven en afstandsmetastasen in de follow-upperiode

Bij het stellen van de diagnose colorectaalcarcinoom wordt het CEA geprikt om een uitgangswaarde van vóór de behandeling te hebben. Vervolgens wordt het CEA vervolgd gedurende de follow-upperiode. Bij een verhoogd CEA moet men bedacht zijn op eventuele recidieven van de tumor, al dan niet in de vorm van afstandsmetastasen. De volgende stap bij een verhoogd CEA is dan ook het verrichten van een CT-thorax/abdomen.

Het CEA wordt dus niet gebruikt om de diagnose te bevestigen. CEA heeft namelijk een beperkte specificiteit (het is niet alleen positief bij colorectaalcarcinoom) en sensitiviteit (het is niet altijd positief bij colorectaalcarcinoom). De gouden standaard om de diagnose te bevestigen is een coloscopie.

26
Q

In Nederland wordt het bevolkingsonderzoek ingezet om colorectaalcarcinoom vroegtijdig op te sporen. Voor wie geldt dit bevolkingsonderzoek en hoe vaak wordt dit aangeboden?

A

Mensen tussen de 55 en 75 jaar; eens per 2 jaar

27
Q

Een 25-jarige presenteert zich op de poli met klachten van een opgezette buik, al langer bestaande diarree en vermoeidheid. Daarnaast is haar opgevallen dat ze wat gewicht heeft verloren. De MDL-arts denkt aan coeliakie en wil serologie inzetten. Welke antistoffen worden bepaald bij verdenking op coeliakie?

A

IgA-anti-TG2 en IgA-EMA

De twee serologische testen die worden ingezet zijn:

IgA-anti-TG2, dit zijn antistoffen die het lichaam maakt tegen transglutaminase. Transglutaminasen zijn enzymen die glutenpeptides zodanig kunnen veranderen dat ze meer immunogeen worden.
IgA-EMA, dit zijn antistoffen tegen endomysium. Het bepalen van deze antistoffen bevestigt de aanwezigheid van IgA-anti-TG2.

28
Q

Een 25-jarige vrouw presenteert zich op de poli met klachten van een opgezette buik, al langer bestaande diarree en vermoeidheid. Daarnaast is het haar opgevallen dat ze wat gewicht heeft verloren. De MDL-arts denkt aan coeliakie. Haar IgA-anti-TG2 en IgA-EMA blijken positief te zijn. Aangezien de verdenking op coeliakie nu hoog is, wordt besloten om een duodenumbiopt te verrichten. Wat is kenmerkend aan het duodenumbiopt van een patiënt met coeliakie?

A

Vlokatrofie en toename van intra-epitheliale lymfocyten

29
Q

Naast FAP, bestaan er ook andere HPS, zoals het juvenielepolyposesyndroom (JPS), het cowdensyndroom en het peutz-jegherssyndroom. Welke van deze geven de sterkste verhoging in risico op coloncarcinoom?

A

JPS geeft een lifetime risico op coloncarcinoom van 10%. De polypose is minder uitgesproken dan bij FAP. De poliepen bij JPS zijn geen adenomen (zoals bij FAP), maar hamartomen. Hamartomen zijn meestal benigne tumoren die bestaan uit materiaal dat vergelijkbaar is met het omliggende weefsel, maar dat gedesorganiseerd is.
Het cowdensyndroom presenteert zich meestal met rectaal bloedverlies op kinderleeftijd en geeft een klein verhoogd risico op coloncarcinoom.
Het peutz-jegherssyndroom veroorzaakt intestinale afwijkingen met een klein maligne potentiaal, maar veroorzaakt vaker kanker in lever, longen en borsten.

30
Q

Het peutz-jegherssyndroom

A

een zeldzaam autosomaal-dominant overervend ziektebeeld, waarbij er gehyperpigmenteerde maculae (melanose) zijn op lippen en mondslijmvlies, en in het colon hamartomateuze poliepen.

31
Q

Een man van 55 jaar met een blanco voorgeschiedenis klaagt over obstipatie en rood bloedverlies vermengd met de ontlasting. Er is geen sprake van melena. Endoscopie toont meerdere diverticula in het colon ascendens. Wat is nu het juiste beleid?

A

Dieetadviezen en behandeling met lactulose of macrogol

Diverticulose is op zichzelf een onschuldig, veel voorkomend fenomeen. Patiënten kan geadviseerd worden om genoeg vocht en vezels in te nemen. Obstipatieklachten kunnen worden behandeld met laxantia, zoals het osmotisch werkende lactulose of macrogol.

32
Q

Wat is de belangrijkste bacteriële verwekker van diarree in Nederland?

A

Campylobacter

33
Q

Morbus crohn

A

transmurale ontsteking, skipped leasons, fistels, orale aften, perianale afwijkingen, cubblestoning, kiezelsteenpatroon,

34
Q

Colitis Ulcerosa

A

Louter colorectaal, pseudopoliepen, vaker bloederige diarree

35
Q

Een kantoormedewerker van 45 jaar oud met een blanco voorgeschiedenis presenteert zich poliklinisch met hematomen verspreid over het lichaam, zonder trauma. Hij heeft reeds enkele jaren last van dysenterie. Van welke vorm van IBD is nu het meest waarschijnlijk sprake?

A

Morbus Crohn

36
Q

Een vader komt met zijn 16-jarige zoon op het spreekuur bij de huisarts. De klachten die op de voorgrond staan zijn buikpijn, diarree met bloed en slijm en recidiverende koorts. Daarnaast klaagt hij over moeheid. Bij inspectie zie je een jongen met normale lengte en gewicht voor zijn leeftijd, met drukpijn over het gehele abdomen. Er is geen sprake van défense musculaire en er zijn geen afwijkingen aan de anus te zien. Wat is je meest waarschijnlijke diagnose?

A

Colitis ulcerosa

37
Q

Een 30-jarige vrouw komt op het spreekuur met klachten van enorme vermoeidheid, pijn in de rechterbovenbuik, gewrichtsklachten en koorts. In de voorgeschiedenis is zij bekend met coeliakie en de ziekte van Hashimoto. Bij laboratoriumonderzoek blijken het ALAT en ASAT verhoogd te zijn, maar hepatitis-B en -C-serologie zijn beiden negatief. Wat is nu je waarschijnlijkheidsdiagnose?

A

Auto-immuunhepatitis

38
Q

Een 30-jarige vrouw komt op het spreekuur met klachten van enorme vermoeidheid, pijn in de rechterbovenbuik, gewrichtsklachten en koorts. Er wordt een leverbiopt verricht om de diagnose auto-immuunhepatitis vast te stellen. De uitslag is zichtbaar op de afbeelding. Hoe heet het typische beeld dat gezien wordt op een leverbiopt bij auto-immuunhepatitis?

A

Interface hepatitis

Een kenmerk van auto-immuunhepatitis is dat er interface hepatitis wordt gezien op basis van het leverbiopt. Interface hepatitis betekent dat er op de overgang (interface) van portale driehoeken en leverparenchym inflammatie en fibrose te zien is. Daarnaast is er infiltratie van plasmacellen zichtbaar als donkerpaarse stippen.

39
Q

Een man van 20 jaar komt op het spreekuur met klachten van vermoeidheid. Het viel hem op dat hij iets geler leek. Tijdens het afnemen van de anamnese merk je op dat het articuleren moeizaam gaat en dat hij een tremor heeft aan zijn handen. Bij laboratoriumonderzoek blijken het ALAT en ASAT verhoogd te zijn, maar hepatitis-B- en C-serologie zijn beiden negatief. Wat is nu je waarschijnlijkheidsdiagnose?

A

Ziekte van Wilson

40
Q

De kayser-fleischerring

A

de ziekte van Wilson

De kayser-fleischerring is een bruine ring om het oog heen. Deze bruine verkleuring ontstaat door opstapeling van koper in het membraan van Descemet van de cornea.

De kayser-fleischerring is bij ongeveer de helft van de patiënten met de ziekte van Wilson zichtbaar (soms alleen met een spleetlamp te zien). De ring is vooral zichtbaar bij patiënten met neurologische symptomen: maar 5% van de mensen met neurologische symptomen heeft géén kayser-fleischerring.

41
Q

De ziekte van Wilson is een erfelijke ziekte. Op welke manier wordt deze ziekte overgedragen?

A

De ziekte van Wilson is een autosomaal recessief overervende aandoening. De aandoening wordt veroorzaakt door mutaties in het ATP7B-gen, gelokaliseerd op chromosoom 13. Het gen codeert voor het ATP7B-eiwit, dat essentieel is voor de export van koper uit de lever via de gal.

42
Q

Een man van 20 jaar komt op het spreekuur met klachten van vermoeidheid. Ook viel het hem op dat hij iets geler leek. Tijdens het afnemen van de anamnese merk je op dat het articuleren moeizaam gaat, en dat hij een tremor heeft aan zijn handen. Uit aanvullend onderzoek blijkt er sprake te zijn van de ziekte van Wilson. Welke twee stellingen zijn juist over de behandeling met penicillamine en zink?

A

Voor de behandeling van de ziekte van Wilson kunnen penicillamine en zink worden voorgeschreven.

Penicillamine zorgt voor verhoogde excretie van koper via de urine. Dit wordt ingezet bij:

Acute, symptomatische behandeling (ontkopering);
Onderhoudsbehandeling van hepatische symptomen.
Zink zorgt voor verhoogde excretie van koper via de feces. Dit wordt ingezet bij:

Onderhoudsbehandeling van neurologische symptomen;
Onderhoudsbehandeling van asymptomatische patiënten (opgespoord door genetisch onderzoek).
Penicillamine kent meer bijwerkingen dan zink. De werkzaamheid van zink bij (acute) leverziekte is echter niet bewezen, hierom wordt in de acute fase en bij leverziekte gekozen voor penicillamine.

43
Q

Primaire scleroserende cholangitis (PSC):

A

Presenteert zich vooral bij mannen (tussen 25 en 40 jaar).
70-80% is bekend met IBD (meestal colitis ulcerosa).

44
Q

Primaire biliaire cholangitis (PBC):

A

Presenteert zich vooral bij vrouwen van middelbare leeftijd.
PBC is een auto-immuunziekte, waarbij er vaak sprake is van andere auto-immuunziekten in de voorgeschiedenis.

45
Q

Wat is de eerstekeus behandeling van primaire scleroserende cholangitis en primaire biliaire cholangitis?

A

Ursodeoxycholzuur

46
Q

gecompenseerde levercirrose

A

Hiervan is sprake als er geen klachten zijn, maar wel slokdarmvarices.

47
Q

gedecompenseerde levercirrose

A

Sprake van klachten (bloeding, ascites, hepatische encefalopathie) en slokdarmvarices

48
Q

Een 40-jarige man komt bij de huisarts met klachten van al langer bestaande vermoeidheid, stijfheid van de handen, diabetes en buikpijn. De huisarts zet bloedonderzoek in, waar de volgende uitslagen uit komen: ferritine 1000 umol/l (normaal 20-300), ijzerverzadiging 90% (normaal < 45%). Wat is de diagnose?

A

Hemachromatose

49
Q

Wat is de behandeling van primaire hemachromatose?

A

Aderlaten

Door middel van aderlaten wordt bloed aan het lichaam onttrokken, waarna het lichaam nieuw bloed zal aanmaken. Voor het aanmaken van nieuw bloed is ijzer nodig. Dit ijzer zal verkregen worden uit het gestapelde ijzer in de cellen, wat leidt tot lagere ferritinewaarden en transferrineverzadiging.

Doorgaans wordt gestart met 1 keer per week 500 ml aderlaten. Als de transferrineverzadiging is gedaald tot < 45% en het ferritine onder de ondergrens is, zal worden overgegaan op een onderhoudsbehandeling van 500 ml per 2-3 maanden
Daarnaast is het belangrijk om de ijzerintake via de voeding zo veel mogelijk te verminderen (minder rood vlees en geen vitamine C-bevattende dranken/voeding bij de maaltijd, vitamine C zorgt namelijk voor extra opname van ijzer uit de voeding).

50
Q

Aan de hand van welke factoren wordt de Child-Pugh classificatie bepaald?

A

Tip: ezelsbruggetjes om de classificatie te onthouden:
PIA- BEA: PT, INR, Ascites, Bilirubin, Encephalopathy, Albumin.
ABCDE: Albumine, Bilirubine, Coagulatie (INR), Drum abdomen (ascites), Encephalopathie.

51
Q

migrating motor complex MMC wat is dit?

A

georganiseerde peristaltische bewegingsgolf in tractus digestivus, begint in de maag en loopt distaal tot in dunne darm. Duurt 90 minuten. Treedt op in nuchtere toestand ookwel ‘knorren van de maag’

52
Q

Wat is de meest voorkomende infectieuze oorzaak van oesofagitis

A

schimmelinfecties

53
Q

Welke oorzaak is het meest frequent oorzaak van hartfalen?

A

ischemie

54
Q

van welk soort diarre is er sprake bij cholera

A

secretoire diarree

55
Q

Syndroom van Conn

A

hyperaldosteronisme

56
Q

Wat verwacht je ten aanzien van kaliumconcentratie in plasma bij een patient met syndroom van Conn?

A

hypokaliemie. Aldosteron zorgt ervoor dat de nieren meer NA retineren en K uitscheiden

57
Q
A