VGT vragen mbt cardiologie Flashcards
Welke hartklep ligt meer ventraal aortaklep of pulmonalisklep?
pulmonalisklep ligt meer ventraal
Vat A is meer compliant dan vat B. Ten opzichte van de volume verandering van vat B, zal eenzelfde drukverhoging in vat A:
C= volumeverandering/pressure.
-> dus als druk zelfde blijft is bij een complianter vat de drukverandering hoger.
Welke periode begint bij het horen van de eerste harttoon, en door het sluiten van welke kleppen worden deze veroorzaakt?
systole, sluiten van de mitralisklep en tricuspidalisklep
Rondom grote operaties is het vaak noodzakelijk vitamine K-antagonisten en directe DOACs te pauzeren ter preventie van per- en perioperatieve bloedingscomplicaties. In verband met het risico op trombotische complicaties door het pauzeren van deze antistolling, is in sommige gevallen een overbruggende therapie met laagmoleculair-gewicht heparinen (LMWH) nodig.
LMWH’s hebben een langere halfwaarde tijd en kunnen dus relatief kort voor de operatie weer worden gestopt. Welke van onderstaande factoren vormt in principe in alle gevallen een indicatie voor bridging met een LMWH?
Mechanische hartkleppen
Waarom wordt er gesproken van bridging voor een operatie?
Voor het voorkomen van peri-operatieve trombo-embolie-en bij een patient.
Is risico lager dan 10% dan bridging niet nodig
>10% wel bridging nodig
Welk interval tussen de harttonen is het kortst?
interval tussen S1 en S2
S1, eerste harttoon
begin van de systole, sluiten van mitralis en tricuspidalis
S2, tweede harttoon
begin van de diastole, sluiten van aorta en pulmonalisklep
Een 78-jarige vrouw krijgt voor haar hartfalen een diureticum, ACE-remmer en bètablokker voorgeschreven. Ze ontwikkelt een prikkelhoest. Van welk medicijn is deze bijwerking het meest waarschijnlijk afkomstig?
ACE-remmer.
Bijwerkingen van ACEremmers:
prikkelhoest, hypotensie, vermindering van nierfunctie, hyperkaliemie, allergische huidreacties
Als patient een prikkelhoest ontwikkelt bij zijn ACE-remmer. Wat is dan medicament van tweede keuze?
ARB. angiotensine II remmer zoals losartan
Een patient met bloedgroep B+ heeft een bloedtransfusie nodig. De arts heeft 3 zakken bloed tot zijn beschikking. B-, AB+ en O+. Welke van deze zakken kunnen in principe gebruikt worden?
B- en O+
Op welke manier wijkt het beleid bij cardiovasculair risicomanagement af bij personen boven de 70 jaar?
op beleid in BMI, ouderen mogen hoger BMI hebben
Als de coronaircirculatie rechtsdominant is, dan wil dat zeggen dat de a. coronaria dextra het volgende vat voorziet:
ramus descendens posterior
Welke stollingsfactor is vitamine K afhankelijk?
VII,IX, X