VGT vragen mbt Fysiologie Flashcards

1
Q

Wat is de normale levensduur van een erythrocyt?

A

120 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk soort capillairen vormen de bloed-hersen-barrière?

A

Continue capillairen met tight junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het infundibulum van de hypothalamus bevat axonen die uitlopen tot in de hypofyse. Naar welke kwab van de hypofyse projecteert het infundibulum?

A

Achterkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met de weerstand van een bloedvat als de diameter verdubbelt (wet van Poiseuille)?

A

Weerstand 16 keer kleiner

Volgens de wet van van Poiseuille is de vaatweerstand omgekeerd evenredig met de vierde macht van de radius van het vat. Verdubbelt de diameter, dan wordt de vaatweerstand dus 2x2x2x2 = 16 keer kleiner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer treedt de isovolumetrische contractie op in de hartcyclus?

A

Vroegsystolisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk ion is verantwoordelijk voor de plateaufase van de actiepotentiaal in een spier?

A

Calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de oorzaak voor een hereditaire sferocytose?

A

Disfunctie in cytoskelet-eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar zijn de anode en kathode gepositioneerd op lead II in de driehoek van Einthoven?

A

Anode rechts van het hart, kathode onder het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel procent van de cardiac output gaat naar de lever?

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welk orgaan wordt erytropoietine hoofdzakelijk geproduceerd?

A

Nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel procent van de cardiac output van het lichaam gaat naar het brein?

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Met welke snelheid worden signalen door de Purkinjevezels heen geleid?

A

4 m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er tijdens een inspiratiebeweging met de intrapleurale druk?

A

Die gaat omlaag
De intrapleurale druk is de druk tussen de pleurae (pariëtale en viscerale pleura). Deze druk is altijd negatief ten opzichte van de intrapulmonale druk, anders klappen de longen dicht (wat dus bij een pneumothorax gebeurt). Bij een inspiratie wordt de intrapleurale druk nog verder negatief (dus gaat verder omlaag) doordat de thoraxwand uitzet, zodat het de longen met zich meetrekt voor vergroting van volume en dus luchtstroom naar de longen toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zijn hoofdzakelijk gefenestreerde capillairen gelegen?

A

Nier en darmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de invloed van een hoge alveolaire pO2 op de tonus van de pulmonale arteriolen?

A

Tonus wordt lager (dilatatie)

Dit is een logische respons. Op deze manier stroomt het zuurstofarme bloed vooral naar goed geventileerde longvelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk soort capillairen bevatten het beenmerg, de lever en de milt?

A

Sinusoïden

Sinusoïden zijn tot wel vijf keer breder dan capillairen. Ze hebben fenestraties. Je kunt ze vinden op plaatsen waar bloedcellen en plasma-eiwitten langs het endotheel het bloed in moeten, zoals in het beenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar is de ventilatie-perfusieverhouding (VQ-verhouding) het hoogst in de longen?

A

Longtoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk neurotransmitter is verantwoordelijk voor de erectiereflex?

A

Acetylcholine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het parathormoon (PTH) is verantwoordelijk voor het verhogen van de plasmaconcentratie calcium. Onder andere stimuleert PTH de intestinale absorptie van calcium, door de productie van een bepaald molecuul te stimuleren. Welk molecuul is dit?

A

Calcitriol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

In welk deel van de dunne darm wordt het grootste deel van het ijzer uit de voeding opgenomen?

A

Duodenum
In het duodenum wordt het grootste deel van de mineralen opgenomen (onder meer calcium, ijzer, magnesium). In het terminale ileum worden vitamine B12 (gebonden aan intrinsic factor) en galzouten met name opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

In het duodenum wordt het grootste deel van de mineralen opgenomen (onder meer calcium, ijzer, magnesium). In het terminale ileum worden vitamine B12 (gebonden aan intrinsic factor) en galzouten met name opgenomen.

A

Alpha-MSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welk neurotransmitter komt uit sympathische zenuwuiteinden?

A

Noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe wordt de intrinsieke stollingscascade geactiveerd?

A

Contact van factor XII met collageen (contactactivatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er met de activiteit van baroreceptoren in de carotiden en aorta, als de bloeddruk omhoog gaat? En wat zijn hiervan de gevolgen?

A

Activiteit baroreceptoren omhoog, waardoor verminderde sympathische output en verhoogde parasympathische output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Bij de eiwitsynthese wordt tijdens transcriptie een pre-mRNA-molecuul gevormd dat vervolgens splicing ondergaat. Welke nucleotidesequenties coderen niet voor aminozuren en worden dus uit het pre-mRNA-molecuul geknipt?

A

Introns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Via welke receptor verhoogt noradrenaline de vaattonus?

A

Alpha-receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welk plasma-eiwit is verantwoordelijk voor de omzetting van protrombine naar trombine?

A

Factor X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welk ion is verantwoordelijk voor de repolarisatiefase van een actiepotentiaal?

A

Kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoeveel procent van het volume van een contractiele vezel van het myocard bestaat uit mitochondria?

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Welke klier is verantwoordelijk voor de productie van melatonine?

A

Epifyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

In welk orgaan wordt trombopoietine hoofdzakelijk geproduceerd?

A

Lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welke hormonen worden door de portale vaten getransporteerd van de hypothalamus naar de adenohypofyse (hypofysevoorkwab)?

A

GnRH, TRH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welk eiwit is verantwoordelijk voor het transport van ijzer door het plasma?

A

Transferrine

34
Q

Hoe worden golven van elektrische activiteit door het myocard heen geleid?

A

Via gap junctions

35
Q

Welke van onderstaande factoren heeft een remmend effect op de trombocytenaggregatie en -activatie?

A

Prostacycline
Prostacycline wordt afgegeven door intact endotheel en voorkomt trombocytenaggregatie. Zo wordt voorkomen dat een eventuele plaatjesplug te ver uitbreidt door een bloedvat en deze in zijn geheel verstopt.

36
Q

Rangschik de leukocyten van meest naar minst voorkomend

A

Neutrofielen, lymfocyten, monocyten, eosinofielen, basofielen

37
Q

Bradykinine kan, als ontstekingsparameter, vasodilatatie bewerkstelligen. Is dit een paracrien of endocrien effect?

A

Paracrien

38
Q

Hoeveel procent van de cardiac output gaat naar de nieren?

A

20%

39
Q

Het incretine GLP-1 stimuleert de afgifte van insuline uit de pancreas. Door welke stimulus wordt het molecuul glucagon-like-peptide-1 (GLP-1) hoofdzakelijk uitgescheiden?

A

Hoge concentratie glucose in de dunne darm

40
Q

De hypofyse is een belangrijke klier voor de homeostase. De functie van de hypofyse is:

A

Endocrien

41
Q

Welke receptoren op het myocard zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor het verhogen van de hartfrequentie?

A

Beta-1 receptor

42
Q

Elk deel van het elektroconductieve systeem in het hart heeft zijn eigen actiepotentiaalfrequentie. Welke antwoordoptie geeft de juiste frequentie per deel aan?

A

SA knoop 75/min, AV knoop 50/min, Purkinjevezels 30/min

43
Q

Wat is de invloed van oxytocine en dopamine op de afgifte van prolactine?

A

Oxytocine stimuleert, dopamine remt de afgifte van prolactine

44
Q

Oxytocine stimuleert, dopamine remt de afgifte van prolactine

A

CO2

45
Q

Welk autonoom zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de ejaculatie?

A

Sympaticus

Point & Shoot. Erectie = parasympathicus. Ejaculatie = sympathicus.

46
Q

Tyrosine is de precursor voor welke hormonen?

A

Zowel catecholaminen als schildklierhormonen

47
Q

Wat is het expiratoir reservevolume (ERV) als de inspiratoire capaciteit 3,5 liter is, het teugvolume 0,5 liter, de functionele residuele capaciteit 2 liter en de vitale capaciteit 5 liter?

A

ERV = VC – IC = 5 – 3,5 = 1,5 liter

48
Q

Waaruit bestaat een heem-groep?

A

Een molecuul porfyrine, met daarin een ijzeratoom

Volwassen hemoglobine bestaat uit vier eiwitketens: twee alpha-globulines en twee beta-globulines. Elk globuline bevat een heemgroep. Zo’n heemgroep bestaat uit een molecuul porfyrine, met in de kern een ijzeratoom.

49
Q

Het Frank-Starling mechanisme beïnvloedt de contractiliteit van de ventrikels. Welke factor heeft de grootste invloed op dit mechanisme?

A

Preload

50
Q

Welke tak(ken) van het zenuwstelsel beïnvloed(en) de vaattonus via axonuitlopers op de bloedvaten?

A

Sympathicus

51
Q

Hoeveel liter water lekt er dagelijks uit de capillairen en moet derhalve door het lymfestelsel worden gereabsorbeerd?

A

3 liter

52
Q

Op welke manier haken bloedplaatjes aan elkaar tijdens de primaire hemostase, om een plaatjesplug te vormen?

A

Door interactie met hun Gp2b receptoren, met fibrinogeen als tussenmolecuul

53
Q

Activatie van muscarinereceptoren op het myocard leidt tot een verlaging van de hartfrequentie. Welke ionfluxen ontstaan er bij activatie van de muscarinereceptoren?

A

Kaliumefflux, minder calciumefflux

54
Q

In welk orgaan wordt hemoglobine afgebroken tot bilirubine?

A

Milt

55
Q

Welke stollingscascade wordt actief door blootstelling van tissue factor?

A

Extrinsieke stollingscascade, beginnend bij factor VII

56
Q

Alvorens een peptideketen een functioneel eiwit wordt, wordt het vanuit het endoplasmatisch reticulum (ER) vervoerd naar het Golgi-apparaat. Welk ER herbergt de ribosomen en speelt dus een belangrijke rol bij de eiwitsynthese?

A

Ruw ER

57
Q

Welke cellen vormen, door opname van LDL, foam cells in het proces van atherosclerose?

A

Macrofagen

58
Q

Tot welke categorie hormonen behoort het schildklierhormoon?

A

Aminozuurderivaten

59
Q

Hoe wordt een steroïdhormoon uitgescheiden uit een cel?

A

Passieve diffusie

Steroïdhormonen zijn lipofiel en kunnen dus zonder transporters passief langs het (vettige) celmembraan passeren.

60
Q

Hoeveel procent van de totale luchtwegweerstand wordt geleverd door de trachea en bronchi?

A

90%

61
Q

Wat is het effect van atrial natriuretic peptide (ANP) op de bloeddruk?

A

Bloeddruk omlaag

62
Q

Welk type pneumocyt produceert surfactant?

A

Type II pneumocyt

63
Q

Welke stelling is waar, ten aanzien van het myocard?

A

Het myocard heeft een klein sarcoplasmatisch reticulum en is derhalve sterk afhankelijk van extracellulair calcium

64
Q

Wat gebeurt er met de activiteit van de baroreceptoren bij een patiënt met chronische hypertensie?

A

Downregulatie
De baroreceptoren worden actief bij een acuut hoge bloeddruk en verlagen dan de vaattonus en hartfrequentie. Is de bloeddruk continu hoog, dan wordt deze respons op den duur gedempt.

65
Q

Voor de synthese van welke stollingsfactor is vitamine K NIET nodig?

A

XII

66
Q

CO2 in de uitgeademde lucht heeft een paracrien effect op het gladde spierweefsel van bronchiolen. Welk effect is dit?

A

Hogere pCO2 in de uitgeademde lucht leidt tot bronchodilatatie

67
Q

Hoe beïnvloedt somatostatine de afgifte van groeihormoon uit de hypofysevoorkwab?

A

Remt de afgifte van groeihormoon

68
Q

Het autonome contractieritme van het myocard is het gevolg van een instabiel membraanpotentiaal, genaamd het pacemaker potentiaal. Deze wordt veroorzaakt door een ionkanaal dat continu ‘lekt’. Welk(e) ion(en) kunnen passeren door dit kanaal?

A

Natrium en kalium

Bij lage membraanpotentialen stroomt hoofdzakelijk natrium door het kanaal (naar binnen), waardoor er een depolarisatie ontstaat. Bij hoge membraanpotentialen stroomt hoofdzakelijk kalium door het kanaal (naar buiten), waardoor er een repolarisatie ontstaat.

69
Q

Welke van de volgende leukocyten is GEEN granulocyt?

A

Monocyten

70
Q

Hoeveel procent van het bloed bestaat ongeveer uit plasma?

A

60%

71
Q

In de primaire hemostase worden bloedplaatjes gekoppeld aan collageen via von Willebrand Factor (vWF). Via welke receptor gebeurt dit?

A

Glycoproteïne 1b receptor

72
Q

Van welke cel zijn trombocyten afkomstig?

A

Megakaryocyten

73
Q

CFTR is een ionkanaal-eiwit dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van een zout-waterige laag op de wand van de luchtwegen. Waar is het CFTR-eiwit gelegen op de respiratoire epitheelcellen?

A

Apicaal

74
Q

Wat is de mean arterial pressure (MAP) bij een systolische bloeddruk van 120 mmHg en een diastolische bloeddruk van 80 mmHg?

A

95 mmHg

75
Q

Redistributie is

A

verplaatsing van bloed naar bovenste longvelden

76
Q

Redistributie in longen gebeurd bij

A

situaties zoals hartfalen. Gaswisseling vind normaal plaats in de onderste longvelden. Wanneer dit onvoldoende is vind het ook plaats in de bovenste longvelden dmv redistributie

77
Q

Bij een patient met een normocytaire anemie wordt geconcludeerd dat er sprake is van hemolyse als oorzaak. Wat verwacht men van concentratie totaal bilirubine en haptoglobine?

A

Bilirubine verhoogd, haptoglobine verlaagd

Bij de afbraak van rode bloedellen komt hemoglobine vrij, dit bevat giftig Heem. Daarom wordt hemoglobine direct gebonden aan circulerend haptoglobine in het bloed. Haptoglobine zal dus dalen. Bij afbraak van heem komt er biliverdine vrij wat omgezet wordt in ongeconjugeerd bilirubine. Dus bilirubine stijgt.

78
Q

Welke parameter is meest betrouwbaar als indicator voor ijzergebrek?

A

ferritine

79
Q

Indien een verlaagd tsh gevonden word waar kan dit dan bij passen?

A

Zowel hyper als hypothyreoïdie. Centrale hypo of perifere hyper met terugkoppeling waardoor TSH laag

80
Q
A