VGT vragen genetica Flashcards

1
Q

Welke trisomieen zijn levensvatbaar?

A

18, 21, 13

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

trisomie 13

A

patau syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

trisomie 15

A

Edwards syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

trisomie 21

A

Down syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke fase van de mitose worden de zusterchromatiden naar verschillende polen van de cel getrokken?

A

Anafase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tijdens welk deel van de meiose wordt het chromosoom aantal gehalveerd van 46 baar 23?

A

Meiose I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke vorm van leukemie wordt vaak het philadelphia-chromosoom gevonden?

A

CML

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

philadelphia chromosoom

A

ABL gen van 9 en BCR van chromosoom 22 naast elkaar te liggen wat fusie-eiwit BCR-ABL wordt. Dit heeft oncogene eigenschappen en zorgt voor abnormale groei van witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly