Thema 5.1 Cultuur Flashcards

1
Q

Wat is het gevolg van de enorme verandering van de omgeving van de mens de afgelopne 10,000 jaar?

A

deze tijd is te kort om evolutionair voor grote fysieke veranderingen in de mens te zorgen. Daarom zullen de verschillen tussen de huidige en de prehistorische mens vooral komen door de kennis en handelswijzen en niet zozeer door fysieke opbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waartoe leidt cultuur? (Boas)

A

tot psychologische verschillen (niet andersom). Dit lijkt aannemelijk, omdat er ook geen bewijs is dat cultuur verschillen te reduceren zijn tot genetische verschillen. Dit leidt tot de visie dat cultuur superorganisch is en instincten vormt, die daarmee niet aangeboren zouden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kritiek op de visie cultuur van Boas:

A

omdat cultuur toch op bepaalde punten universeel lijkt te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Idea diffusion:

A

goede ideeën verspreiden zich van de ene naar de andere cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evoked vs transmitted culture:

A

evoked: culturele aspecten die het resultaat zijn van mentale modules en gevormd door omgeving
transmitted culture: ontstaan door imitatie en idea diffusion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

contingent universal:

A

bestaat alleen als andere omstandigheden in de omgeving present zijn en variabiliteit stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat draagt cultuur bij aan evolutie:

A

cultuur stelt mensen in staat om op een veel snellere manier te evolueren dan natuurlijke selectie. Als het bijvoorbeeld veel kouder wordt, kunnen mensen zich hierop leren kleden en daardoor omgaan met het andere klimaat. Dit vereist dan geen fysieke aanpassingen, maar verloopt via cultuur en dit kan heel snel gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gene-culture co-evolution:

A

ziet genen en cultuur als samenhangend en afhankelijk van elkaar. Genen maken dat bepaalde culturele elementen makkelijker te leren zijn dan anderen en daardoor ook makkelijker onderdeel van een cultuur worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Epigenesis:

A

verwijst naar interactie tussen genen en de omgeving tijdens te ontwikkeling. Epigenetische regels zijn interactie tussen omgeving en genen, die cultuur bepalen. Omdat epigenetische regels bepaald worden door genen, bepalen genen hiermee ook de cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Culturegens:

A

cultuurpatronen die individuen aan elkaar kunnen doorgeven. Denk aan het kunnen derinken van melk (lactose tolerantie). Genen hebben hierbij een effect op cultuurgebruiken, maar de cultuur heeft uiteindelijk ook weer een effect op de genen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dawkings mening over memes:

A

Stelt dat memes voor het erven van cultuur zijn, wat genen zijn voor het erven van biologische eigenschappen. Het is eenheid van culturele erfenis. Het gaat hierbij niet zozeer aan de fysieke manifestatie, maar de mentale representatie (het idee) van de meme (idem als het verschil tussen genotype en fenotype)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschil in variatie genen en memes:

A

variatie in genen is willekeurig, bij memes zelden, maar het resultaat van een bewuste actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

urban myth:

A

een specifieke culturele entiteit, die zich als een soort virus verspreid onder mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mensen vs apen in culturele overdracht:

A

mensen zijn beter dan apen in imiteren, en daarmee dus ook leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Stimulus enhancement:

A

wil zeggen dat een dier aandacht besteed aan een stimulus als hij een ander dier daar iets succesvols mee heeft zien doen. Dit is een manier om via cultuur eigenschappen door te geven (in plaats van via genen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom zouden mensen goed zijn in imiteren?

A

Omdat ze een theory of mind hebben. Dit helpt om vast te stellen waarom iemand anders iets doet en om te bepalen of die actie succesvol is en het dus zinvol is deze na te doen

17
Q

Instructed learning:

A

leren op basis van instructies van anderen (vooral belangrijk voor kinderen voor leren algemene vaardigheden en zelfmonitoring)

18
Q

Wat is de functie van taal bij cultuur leren:

A
  • helpt bij het uitleggen wat de waarde van bepaald gedrag is (ik was dit fruit, omdat je anders ziek kunt worden)
  • geeft de mogelijkheid tot handelen en daarmee toegang te krijgen tot betere technologie, leidt tot specialisatie, waarbij je op een bepaald product toelegt en via ruilhandel toegang krijgt tot andere producten.
19
Q

Waarom kon het westen zich sneller ontwikkelen?

A

Waarschijnlijk door vooral de mogelijkheid om dieren te temmen (paarden, koeien, ezels) en landbouw. Hierdoor was er voldoende voedsel en kon er tijd gestoken in andere zaken zoals cultuur, organisatie etc.

20
Q

Wat is de keerzijde van handel en specialisatie?

A

specialisatie leidt tot afhankelijkheid, omdat je niet meer zelfvoorzienend bent

21
Q

Overdracht van genen vs overdracht van cultuur:

A

Overdacht van genen loopt alleen van volwassene naar kind. maar overdracht van cultuur kan allerlei kanten oplopen. Een volwassene kan ook van een kind leren, maar kinderen kunnen ook van elkaar leren. Dit leidt vaak tot meer innovatie, omdat jongeren meer innovatie zijn dan ouderen (met piek rond de leeftijd van 30 jaar).

22
Q

Conclusie over cultuur:

A

cultuur is een erfelijkheidsmechanisme net als genen, die mensen in staat stelt om met een veranderende omgeving om te gaan

23
Q

Wat stelden Nietzsche en Darwin over cultuur?

A

Cultuur is een natuurlijk resultaat van seksualiteit en instinct

24
Q

Wat stelt Miller over cultuur

A

Cultuur is een manier om partners aan te trekken. Erfelijke eigenschappen zoals gevoel voor kunst, creativiteit en muziek zijn manier om seksueel aantrekkelijker te lijken voor de andere sekse op dezelfde manier als een pauw dat is voor zijn staart

25
Q

Waarom is de visie over cultuur van miller van onderzoek antropologen of biologen niet geschikt om hypothese mee te testen?

A

Lastig te onderzoeken, omdat mensen vaak niet heel open zijn over hun seksuele gedrag

26
Q

Seksuele selectie theorie:

A

stelt dat natuurlijke selectie vooral gedreven wordt door partnerkeuze en vooral van die van de vrouwen omdat die kieskeurig zijn dan mannen.

  • deze gedachte komt terug in de handicap theorie van Zahavi
  • Zaken als zang en dans lijken een verspilling van energie, maar vanuit de handicap theorie zouden ze een reproductief voordeel kunnen geven
27
Q

Cultural courtship model (Miller):

A

Dit verkeringsmodel bevat gedragingen, zoals verhalen vertellen en dansen die energie kosten en niet direct de fitness verhogen, maar wellicht bedoeld zijn om een partner aan te trekken.

28
Q

Wat waren de gangbare gedachten over cultuur in het Victoriaanse tijdperk?

A

cultuur is een eindproduct gecreëerd door mensen. Verschillen tussen culturen – zoals het verschil tussen primitieve volkeren en de westerse beschaving – moesten dus begrepen worden als een uiting van aangeboren verschillen. Sommigen gingen daarin zelfs zover dat zij, op basis van verschillen tussen westerlingen en primitieve volkeren, dachten te maken te hebben met verschillende soorten.

29
Q

Wat zijn de opvattingen van antropologen als Boas, Kroeber en Mead op de gangbare gedachte over cultuur in het Victoriaanse tijdperk?

A
  • Boas: draaide de redenering om. Cultuur was juist de veroorzaker van individuele verschillen, waarmee cultuur een soort superorganisme wordt dat als autonome kracht mensen bestuurt. Dit maakt menselijk gedrag eindeloos variabel (wat weerlegt dat het dus aangeboren is)
  • Mead toonde aan dat culturele variatie enorm is
30
Q

Aan welke discussie doet het verschil van mening over cultuur denken?

A

Discussie tussen nativisten en behavioristen

  • Behavioristen beargumenteren dat menselijk gedrag eindeloos variabel is
  • Standard Social Science Model strookt niet met de evolutietheorie en is een behavioristisch argument tegen nativisme
31
Q

Als alternatief voor deze slepende discussie opperden Boyd en Richerson hun zogeheten dual inheritance-model. Wat bedoelen zij hiermee?

A

beschrijft de ontwikkeling van de mens als een combinatie van twee processen:
1. biologische evolutie, het proces waarlangs ons lichaam is gevormd, en alle neigingen, voorkeuren en vaardigheden die we uit de evolutie hebben meegekregen. Deze eigenschappen worden langs genetische weg doorgegeven.
2. culturele evolutie. Hier gaat het dus niet om ontwikkeling langs biologische weg, maar langs culturele weg. U zou dit kunnen benoemen als ‘transmitted culture’, zoals Tooby en Cosmides dat noemen: het gaat om eigenschappen die worden doorgegeven door middel van imitatie en overdracht van ideeën.
Met dit model onderscheiden Boyd en Richerson zich vooral omdat zij ruimte maken voor beide processen. Bovendien interacteren deze twee processen volgens Boyd en Richerson: wat op het ene niveau gebeurt, heeft invloed op het andere niveau en vice versa. Er is dus niet alleen ruimte voor zowel genen als cultuur – zij beïnvloeden beide ons gedrag – maar deze twee factoren beïnvloeden via ons gedrag ook nog eens elkaar.

32
Q

De meme-theorie van Dawkins probeert in wezen te beschrijven hoe het ontwikkelingsproces verloopt op het tweede, culturele niveau in het model van Boy en Richerson. Wanneer u de opvattingen van Dawkins bekijkt, waarin zijn deze dan gelijk en waarin zijn deze verschillend van het dual inheritance-model van Boyd en Richerson?

A

Overeenkomsten:

  • beide theorieën spreken van 2 ontwikkelingsprocessen die interacteren. Dit is biologische evolutie en de principes van de genen, natuurlijke selectie en seksuele selectie. en culturele ontwikkeling.
  • Beide processen zijn afhankelijk van elkaar al hebben ze hun eigen dynamiek en tempo. Echter ontwikkelingen in het ene proces begrenzen en sturen ontwikkelingen in het andere proces.

Verschillen:
Dakwin stelt echter dat culturele evolutie wordt gemodelleerd door memes, waardoor culturele evolutie een vergelijkbaar proces is als een biologische evolutie.

33
Q

Wat is het gevaar bij een redenatie zoals die van Dawkins?

A

Dawkins stelt bij genen dat het niet gaat om de voortplanting van een individu, maar om de voortplanting van de genen (selfisch genes). Het individu is alleen de drager van de genen. Hetzelfde principe stelt dat Dawkins voor bij culturele evolutie door middel van memes. Deze hoeven geen voortplantingsvoordeel te geven voor een individu, het gaat er alleen om dat het zich kan verspreiden (selfish memes). Gevaar is dat je snel geneigd bent om memes hiermee te vermenselijken en ze een actieve geest toe te dichten.

34
Q

Waar gaat de discussie over de relatie tussen cultuur en natuur tussen Wilson en Dennett over?

A

Wilson stelt dat de menselijke natuur een beperking betekent voor wat er cultureel gezien mogelijk is. Hij stelt letterlijk dat cultuur door onze genen aan een lijntje wordt gehouden. Cultuur kent variatie, maar alleen in zoverre als onze genetische make-up dat toelaat.
Dennett is het hier niet mee eens. Hij gebruikt juist de metafoor van de springplank. De invloed van de menselijke natuur op het culturele domein is eigenlijk vrij beperkt. Onze instincten vormen niet meer dan een springplank. Vanaf die springplank is het mogelijk om via culturele ontwikkeling vrijwel elk denkbaar punt te bereiken. Cultuur wordt dus niet zozeer beperkt door de menselijke natuur, maar wordt daardoor juist gefaciliteerd.

35
Q

Wanneer je kijkt naar het meningsverschil tussen Wilson en Dennett, welke van de twee posities komt volgens u dan het dichtst bij de waarheid?

A
  • WIlson heeft gelijk doordat er in culturen bepaalde zaken universeel zijn, die zijn gekoppeld aan evolutionaire belangen (voedsel, seksualiteit, zorg voor kinderen)
  • Dennett heeft gelijk omdat er op cultureel niveau meer variatie mogelijk is, dan op evolutionair niveau. Culturele evolutie verloopt namelijk sneller en is flexibeler.
  • Echter, er zijn wel biologische grenzen aan wat cultuur kan. Denk hierbij aan het onderscheid van Seligman in prepared, unprepared en contraprepared.
    > zaken waarvoor we prepared zijn, zijn vaak universeel en komen in alle culturen voor
    > zaken waarvoor we unprepared zijn kunnen we aanleren, maar hier kunnen verschillen tussen culturen ontstaan
    > zaken waarvoor we contraprepared zijn leren we nooit. Denk aan verbod op seks, die zal nooit werken, want dan zijn we na 1 generatie al uitgestorven