Thema 4.3 Psychopathologie Flashcards

1
Q

Evolutionaire pscyhopathologie:

A

de studie naar mentale ziektes gebasseerd op een Darwiniaanse insteek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Darwinian medicine:

A

breder dan psychopathologie omdat het ook kijkt naar gezondheidsproblemen, die niet psychiatrisch zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Naar welke vraag kijken deze benaderingen van evolutionaire psychologie en Darwinian medicine?

A

meer naar de ‘waarom’ vraag (ultimaat), dan dat ze alleen kijken naar hoe en wat (proximaat), zoals conventionele wetenschappen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zijn mensen en parasieten in een wapenwedloop verwikkeld?

A

omdat beide kanten zich steeds aanpassen, de mens om de parasieten af te weren, de parasiet om zijn kans op voortplanting te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil in handelen op reacties van parasieten door een tradionele arts en evolutionist?

A
  • traditionele arts: begrijpen van etiologie (oorzaak) en pathogenese (mechanisme) van elke ziekte. Proximaat niveau
  • evolutionist: stelt dat bepaalde symptomen als verdediging dienen en ons beschermen en die moet je dus laten bestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn koortsremmers en ijzersupplementen niet goed als je ziek bent?

A

Bij een bacteriële infectie verhoogt je lichaam de temperatuur om daarmee bacteriën te doden en het onttrekt ijzer. Dus zo rem je het proces om bacteriën te overwinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk voordeel heeft niezen voor de mens en parasiet?

A

niezen is virus kwijtraken, maar ook verspreiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het probleem van de ontwikkeling van het immuunsysteem

A

Dat parasieten zich hierop zijn gaan aanpassen (kijk naar de griep)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvan hangt het af, evolutionair gezien, of een parasiet dodelijk is of niet?

A

Hangt af van de mate waarin dit de verspreiding van de parasiet belemmert of niet. Bij malaria, wat via muggen verloopt, is het niet zo relevant als iemand dood gaat. Bij een rhinovirus dat door mensen zelf wordt verspreid is het niet handig voor de parasiet als de mens zelf doodgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Heterozygoot voordeel (heterozygous advantage)

A

het hebben van een bepaald gen op 1 van de 2 allelen voordelig is. Bijv. sikkelanemie, wat bescherming tegen malaria biedt. Het hebben van dit gen op 2 allelen kan wel nadelig zijn. Maar omdat deze anomalieën (verschijnsel) ook een voordeel bieden bestaan ze nog steeds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. ultimate redenen voor psychiatrische problemen:
A
  1. genen die tot psychiatrische aandoeningen leiden, hebben ook fitness voordelen.
    Pleiotropie argument: genen hebben vaak meerdere fenotypische effecten.
  2. Omgevingsfactoren die psychiatrische aandoeningen veroorzaken zijn nieuw.
    Time lag argument of mismatch hypothese: stelt dat natuurlijke selectie nog geen grip heeft gehad op de nieuwe levensstijl van mensen vandaag de dag.
  3. Psychiatrische aandoeningen komen voort uit een compromis en geen fout.
    Compromise argument: selectiedruk is bedoeld om fitness te verhogen. niet om tot perfectie te leiden.
  4. Trait variation argument:stelt dat eigenschappen zich volgens een normaal curve verspreiden en er daarom altijd mensen aan de einden van deze curve zullen zitten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie van angst:

A

wanneer er een bedreiging is, zorgt angst ervoor dat we onze aandacht focussen en het het bereid ons voor op actie. In het verleden verhoogde dit onze overlevingskansen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Smoke detector principe:

A

stelt dat valst alarm goedkoper is, dan een keer niet bang worden voor iets dat gevaarlijk was. Dit kan overdreven angst bij mensen verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

OCD:

A

overdreven vorm van normale interne staat en gedrag van ons soort. Terug te vinden in onderhouden van gezonde bronnen en voorbereiden voor wapens voor jagen. Als je dit niet goed doet heeft dit gevolgen voor inclusive fitnes. Gedrag ook terug te zien bij dieren die gestrest zijn.
Functie voorouders: problemen voorkomen (positief) maar ook overdreven (smoke detector)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 typen modellen met een evolutionaire verklaring voor depressie: (McGuire):

A
  1. Modellen die ultimate oorzaken benadrukken
    - Het is een adaptieve eigenschap, die zich verzet tegen niet optimale omstandigheden (zoals low social status)
    - Pleiotopische uitleg, waarbij genen die de fitness verhogen (bijv. genen voor aantrekkelijkheid, creativiteit) een depressie als nadelig effect hebben
    - Trait variation uitleg, waarbij depressie ontstaat door de effecten van het mixen van genen
  2. Modellen die omgevingsfactoren benadrukken
    - bepaalde stoffen, zoals alcohol, kunnen de ontwikkeling van een foetus verstoren en leiden tot meer depressie.
    - sociale effect, zoals afwijzing door de moeder kan tot depressie leiden
  3. Modellen die interacties tussen proximate en ultimate oorzaken benadrukken
    - afname van sociale status leid tot depressie
    - het niet kunnen oplossen van interpersoonlijke conflicten leidt tot een depressie, die helpt om je verlies te accepteren
    - depressie is een reactie op interpersoonlijk verlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Social competitie hypothese:

A

Depressie komt vaak voor bij individuen, die een gevecht om een hiërarchische positie niet kunnen winnen en zich weigeren over te geven. Normaal gesproken leidt deze positie tot negatieve gevoelens voor een korte termijn, maar soms ook tot een depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke neurotransmitter speelt een rol bij depressie?

A

Serotonine, dat zorgt voor het zelfvertrouwen dat bij een alfa rol hoort. Statusverlies leidt tot verlaging van serotonine niveaus (onderzoek met apen)

18
Q

Waarom komt depressie meer voor bij ontwikkelde landen?

A
  • Massa communicatiemiddelen, die maken dat we feitelijk onderdeel zijn van 1 grote concurrerende groep mensen. Het constant vergelijken met zoveel mensen leidt via de sociale competitie hypothese tot gevoelens van depressie.
  • Mensen wonen steeds minder vaak bij familie en omdat familiebanden een bescherming bieden tegen depressie, neemt de kans op depressie hiermee toe.
19
Q

Evolutionair voordeel bipolaire stoornis:

A

de manie zorgt voor creativiteit, depressie is genetisch bijeffect

20
Q

Ilardi behandelmethode depressie vanuit evolutionaire pscyhologie:

A

behandeling meer gericht op het meer nabootsen van prehistorische omstandigheden (meer zon, meer familie om je heen, meer vet eten, slaapritme, meer in lijn met de natuur)

21
Q

Eetstoornis

Reproduction suppression hypothese:

A

stelt dat vrouwen hun gewicht verlagen om hiermee hun menstruatie te stoppen en te voorkomen dat ze zich voortplanten

22
Q

Eetstoornis

Parental manipulation hypothese:

A

stelt dat ouders hun dochter manipuleren om te zorgen dat ze zich in andere broers en zussen investeert in plaats van in zichzelf voortplanten (kin selection)

23
Q

Eetstoornis

Sexual competition hypothese:

A

stelt dat eetstoornissen worden gedreven door concurrentie tussen vrouwen voor toegang tot mannen. Omdat vrouwen aantrekkelijker zijn als ze jeugdig zijn, willen ze dunner worden om jeugdiger te lijken

24
Q

Schizofrenie:

A

Split mind. aandoening met genetisch component. Niet 1 aandoening, maar verzameling mentale stoornissen die gegroepeerd zijn, omdat de symptomen overlappen.

25
Q

Diathese stress model:

A

stelt dat mensen een predispositie kunnen hebben, maar dat stressvolle omstandigheden bepalen of schizofrenie zich ooit zal ontwikkelen.

26
Q

Abnormal lateralisation of language hypothesis:

Schizofrenie

A

lateralisatie heeft voordelen, maar als dit niet goed gaat kunnen mensen externe stemmen en stemmen in hun hoofd niet meer uit elkaar halen. Stress maakt de kans op het ontwikkelen van klachten groter.

27
Q

Group-splitting hypothese

Schizofrenie

A

Schizofrenie kan leiden tot leiderschap bij radicale verandering en om die reden evolutionair voordelig kan zijn. Zeer speculatief.

28
Q

Social brain hypothese:

Schizofrenie

A

Onze hersenen moeten continue complex sociaal gedrag interpreteren en dat heeft geleid tot neurologisch heel complexe hersenen. Daardoor kan het soms zijn dat ze niet helemaal goed werken en dat kan tot schizofrenie leiden.

29
Q

Andere theorieën over schizofrenie:

A
  • komt door mechanisme om freeriders te ontdekken, waardoor iemand paranoïde wordt.
    -autoimuumziekte, waarbij het lichaam de hersenen aanvalt.
    Speculatief
30
Q

Persoonlijkheidsstoornissen:

A

Gebasseerd op eigenschappen met een duidelijke functie, maar in extreme mate zijn die eigenschappen niet meer functioneel: mensen met deze stoornissen zijn vaak egocentrisch en angstig en daarmee niet echt een goede partnerkeuze.

31
Q

Psychopaten + functie:

A

deze personen voelen geen empathie en zijn alleen uit op eigen gewin, dus doen niet aan reciprociteit. Deze strategie kan nuttig zijn vanuit een evolutionair oogpunt, als het overgrote deel van de mensen wel aan reciprociteit doet, want dan kom je er mee weg. Verwachting is daarom ook dat het meer bij mannen voorkomt. want als je steeds van groep wisselt val je minder snel door de mant.

32
Q

Bio-social interactionist visie:

Psychopaten

A

stelt dat er een genetische dispositie is, maar dat de omstandigheden bepalen of die tot uiting komt. In drukbevolkte omstandigheden is de kans groter, want dan kom je er makkelijker mee weg.

33
Q

Contingent shift theorie:

Psychopaten

A

stelt dat juist iedereen een psychopaat kan worden, als je omstandigheden maken dat je dit voordeel geeft

34
Q

Overige theorie psychopaten:

A

stellen dat er 2 vormen zijn, een genetische vorm en een gedreven door omstandigheden

35
Q

Maladaptieve functie persoonlijkheidsstoornissen:

A

deze stoornissen kenmerken zich oor een gebrek aan gevoelens van schuld en schaamte. Dit maakt dat je geen onderdeel van een groep kunt blijven. Maar het kan ook zijn dat mensen door de verminderde sociale omstandigheden alsnog het beste ervan proberen te maken.

36
Q

Verklaring stoornissen:

A

Soms is er wel een proximate verklaring, maar eigenlijk geen ultimate verklaring. Het gedrag dient geen uiteindelijk doel, maar is het resultaat van een mismatch tussen persoon en omgeving.

37
Q

Darwinistische geneeskunde of, wellicht wat minder sektarisch aandoend, geneeskunde die zich laat informeren door bevindingen vanuit de evolutiebiologie en -psychologie, voegt een fundamentele andere kijk toe aan de traditionele geneeskunde. Wat is de meerwaarde van een darwinistische visie op geneeskunde?

A

Het besteden van aandacht aan ultimate verklaringen en niet alleen proximate verkaringen. Oftewel je kijkt daarbij ook naar de ‘waarom’ vraag en niet allee nnaar de vraag wat en hoe vraag.
Dit heeft tot gevolg dat je niet alleen op korte termijn symptomen gaat bestrijden met medicijnen of gedragstherapie, maar juist kijkt naar de lange termijn. Als blijkt dat de stoornis een doel dient, moet je de symptomen wellicht niet behandelen.

38
Q

Welke 4 argumenten zijn behulpzaam bij de verklaring van psychopathologische verschijnselen:

A
  1. Pleitropieargument. Gaat ervan uit dat pathologie een ongewenst bijeffect van de evolutie is. Gedacht is dat bepaalde met elkaar samenhangende genen positieve gevolgen hebben voor onze fitness, maar een pathologie hebben als negatief bijverschijnsel, dat niet opweegt tegen de voordelen. Hierdoor blijft pathologie bestaan.
  2. Compromis argument: evolutie behaalt nooit een optimaal resultaat, een pathologie is daarmee een suboptimaal resultaat van evolutie. De eigenschap dient een doel, maar behaalt het doel niet volledig door tegengestelde selectiedruk.
  3. time-lag argument: een pathologie heeft vroeger wel een functie gehad, maar is in de huidige omgeving disfunctioneel geworden. Het is dus een vroegere adapatie.
  4. Trait-variation argument: eigenschappen zijn verdeeld volgens een normaalverdeling. Waarbij er altijd personen zijn die aan de uiteinden van de normaalverdeling zitten en waarbij er sprake is van een afwijking of pathologie. Het is dus een functionele eigenschap die in extreme vorm aan of afwezig is.
39
Q

Wat is de meest plausibele verklaring voor angst en fobie?

A

adaptieve, soms overdreven reacties. Daarbij wordt verwezen naar het principe van de rookmelder. Een rookmelder is in wezen een angstmechanisme. Zodra het minste vermoeden van rook bestaat, gaat hij af, omdat een vals alarm zo veel minder kost dan een misser. Hetzelfde geldt voor allerlei angsten en fobieën. Deze alarmeren ons voor evolutionair relevante gevaren: hoogten, gifspinnen en gifslangen, bedorven voedsel, bloed en uitwerpselen, roofdieren. Kortom alles wat ons ziek kan maken of dodelijk is. Daarbij is per definitie sprake van overreactie omdat, net als bij de rookmelder, een misser veel kostbaarder is dan een vals alarm.
Dat zulke angsten soms pathologische vormen aannemen zou een gevolg van trait variation kunnen zijn: angsten zijn adaptief, maar bij 2,5 procent van de populatie nemen zij een te extreme vorm aan en is er dus sprake van een stoornis.
Ten tweede kan er sprake zijn van een ‘time lag’: veel van onze angsten betreffen levensbedreigingen die in onze huidige leefomgeving eigenlijk niet meer aan de orde zijn. Daardoor zijn zij disfunctioneel, hoewel zij vroeger wel degelijk adaptief waren.

40
Q

Wat is de meest plausibele verklaring voor depressie en manie?

A

In veel gevallen is een milde mate van depressie immers wel functioneel. Het helpt ons te ontkoppelen van onhaalbare doelen, met name bij het bepalen van onze sociale status.

Bij depressie lijkt in eerste instantie sprake te zijn van trait variation. Bij een beperkt deel van de bevolking neemt dit echter een te extreme vorm aan waardoor er sprake is van een stoornis.
Daarbij is echter ook hier sprake van een time-lag-argument. In vroeger tijden waren samenlevingen kleiner en was het alleen relevant om je te vergelijken met een beperkt aantal mensen. Een stevige depressie hielp je dan tijdig terug te trekken uit conflicten en je plek in de groep te accepteren. Met de huidige massacommunicatie en sociale desintegratie worden we echter voortdurend gedwongen om ons te vergelijken met de grootste uitblinkers die wereldwijd te vinden zijn. Voor velen betekent dat dus een voortdurende sociale nederlaag en dus een voortdurende depressie.

Van de tegenpool van depressie, manie, is minder duidelijk of er ook een functie voor aan te wijzen is. Het lijkt sterk samen te hangen met extreme creativiteit, maar sprake van pleiotropie: de genen die de manie, of de bipolaire staat beïnvloeden, beïnvloeden ook onze creativiteit. De voordelen van die creativiteit wegen vervolgens op tegen de nadelen van de manie, waardoor beide blijven bestaan.

41
Q

Wat is de meest plausibele verklaring voor schizofrenie?

A

Schizofrenie is waarschijnlijk de slechtst begrepen stoornis, vanuit evolutionair perspectief gezien. Er is een duidelijke genetische component aan te wijzen, en daarom is een aantal theorieën geopperd. Deze zijn echter alleen uiterst speculatief.

Verklaring op basis van pleiotropie misschien nog het meest plausibel. In dat kader is ook het diathese-stressmodel niet onlogisch: ook al komt de aandoening ongelukkigerwijs mee met het genetisch materiaal dat je van je ouders krijgt, dan nog heeft dat weinig te betekenen. Alleen wanneer je vervolgens in een zeer stressvolle situatie terechtkomt, wordt de stoornis uitgelokt en gaat het mis.

Van paranoia, die vaak deel uitmaakt van het ziektebeeld van de schizofreen, wel voorstelbaar dat deze in zekere mate adaptief is. Hij maakt immers dat we niet snel te misbruiken zijn door mensen die daar een poging toe wagen.

42
Q

Wat is de meest plausibele verklaring voor persoonlijkheidsstoornissen:

A

Deze kunnen als free rider strategie dienen, die werken als het merendeel van de populatie op reciprociteit is ingesteld. De vraag is hierbij of iedereen de genetische aanleg heeft deze strategie te ontwikkelen of dat het gaat om een beperkte groep, die onder omgevingsdruk een persoonlijkheidsstoornis kan ontwikkelen.