Thema 2.2 Partners Flashcards

1
Q

De evolutie van de mens wordt beïnvloed door:

A

 De menselijke natuur.

 Ecologische en sociale druk uitgeoefend op de menselijke natuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe partnerkeuze bestuderen, welke methoden:

A
  • comparatieve methode: onszelf vergelijken met apen die dezelfde voorouders hebben als wij, om partnerkeuze te bestuderen. Omdat het onmogelijk is om onze voorouders te bestuderen.
  • door te kijken in hoeverre bepaald
    gedrag wordt gedeeld in verschillende culturen. Als gedrag voortkomt uit evolutie, dan verwachten we meer overeenkomsten dan verschillen te vinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen we ander gedrag dan partnerkeuze onderzoeken

A

De ecologische druk uit de omgeving, waardoor verschillend gedrag en daarmee verschillende soorten zijn ontstaan. Hetzelfde gedrag tussen soorten is te herleiden naar de gezamenlijke voorouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel overlap heeft de chimpansee met onze genen?

A

98%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort maatschappij hebben de chimansees?

A

fission-fusion maatschappij. Dat wil zeggen dat ze leven in groepen van 20-100 apen en zich regelmatig splitsen in kleinere groepen om voedsel te
zoeken en dan weer bij elkaar komen als een grote voedselbron is.
 De mannen zijn het hart van de maatschappij met een duidelijke lineair dominante structuur, terwijl vrouwen regelmatig van groep wisselen.
 Mannelijke chimpansees staan erom bekend dat ze kinderen doden om hiermee het vrouwtje weer beschikbaar maken om te paren.
 Dominante mannetjes hebben niet het exclusieve recht op de vrouwtjes. Vruchtbare vrouwtjes paren vaak met meerdere mannetjes, maar het meest met het alfa mannetje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

meat for sex hypothesis:

A

Chimpansees eten vooral fruit, maar soms jagen ze op kleine zoogdieren. De ‘vlees voor seks’ hypothese stelt dat mannetjes vlees aanbieden aan vruchtbare vrouwtjes om hun kans op paring te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn indicatoren voor goede genen voor chimansses?

A

Dominantie en goed kunnen jagen. Het is
onduidelijk waarom vrouwtjes niet alleen met de dominante mannetjes paren.
Wellicht om te voorkomen dat mannetjes hun kinderen doden of om competitie tussen de spermacellen te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel procent overlappen de bonobos met onze genen

A

98.7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet de maatschappij van de Bonobo eruit?

A

 De groepen van bonobo’s zijn met 50-120 apen groter dan die van chimpansees, soms
trekken ze met andere groepen op. Er is weinig agressie.
 Ze eten vooral fruit, maar mannen en vrouwen jagen af en toe op kleine zoogdieren.
 De gemeenschap van bonobo’s is gevormd om volwassen vrouwtjes, die coalities vormen. En ondanks dat de vrouwtjes kleiner zijn dan de mannetjes, is de vrouwelijke coalitie bepalend voor de controle in de sociale groep.
 Bonobo’s delen regelmatig voedsel en vlooien elkaar vaak. Seks wordt gebruikt voor groepscohesie, communicatie en het oplossen van spanningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel procent van de genen overlappen met de gorilla en hoe ziet hun maatschappij eruit?

A

98% overlap
 Ze vormen groepen, die bestaan uit 1 alfa mannetje (zilver rug), ongeveer 3 vrouwtjes en wat jongere mannetjes (zwarte rug). De zilver rug gorilla beschermt de groep tegen roofdieren en jaagt andere alfa mannetjes weg.
 Doordat hij als enige paart met de vrouwtjes in de groep, is bijna zeker de vader van al
het nageslacht in de groep.
 Het 1e vrouwtje in de groep heeft de hoogste plaats in de vrouwtjes hiërarchie en zij en haar kinderen hebben de meeste bescherming van de zilver rug.
 Apen vlooien elkaar regelmatig. Het territorium van een gorilla kan 30km beslaan, maar wordt niet actief verdedigd. Als de apen seksueel volwassen worden verlaten ze de groep, waarschijnlijk om genetische variatie te stimuleren.
 Gorilla’s eten fruit, bladeren en insecten, maar jagen niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel procent van de genen overlappen met bavianen en hoe ziet hun maatschappij eruit?

A

overlap van 94% van de genen, maar gelijke ecologische druk.
 Bavianen leven in groepen van 15-150 apen, soms wel groepen tot 750 dieren.
 Ze eten grotendeels vegetarisch, maar kunnen ook kleine zoogdieren doden en eten.
 Het zijn vooral de mannetjes die jagen en ze zijn niet heel erg genegen om hun eten te delen. Als ze dit doen is het met een vruchtbaar vrouwtje.
 Hun gemeenschap is matrilineair, ofwel sociale relaties vormen zich om de vrouwelijke leden van de groep en kunnen tot wel 3 generaties blijven bestaan.
 Zodra de apen volwassen zijn verlaten ze de groep.

 Er zijn 2 paringssystemen:
 Een troep bestaat uit een aantal alleenstaande mannetjes, waarbij 1 mannetje de aandacht heeft van 2-11 vrouwtjes.
 Mannetjes concurreren met elkaar voor toegang tot de vrouwtjes en er is een hiërarchie tussen de mannetjes in de groep. Waarbij de hooggeplaatste mannetjes als eerste toegang krijgen tot de vruchtbare vrouwtjes. Hiërarchie is gebaseerd op de status van de familie en op de kenmerken van de aap zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mate guarding

A

wil zeggen dat een mannetje tijdens de vruchtbare periode meerdere keren met hetzelfde vrouwtje paart en andere mannelijke apen wegjaagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doen mannetjes apen om aantrekkelijk te zijn voor vrouwen?

A

Mannetjes kunnen zich agressief gedragen richting andere mannetjes, maar ze zorgen wel voor kinderen. Dit doen ze deels om voor hun eigen kinderen te zorgen en deels om hiermee aantrekkelijk te zijn voor de vrouwtjes. Dit impliceert dus dat de vrouwtjes
keuze hebben met wie ze willen paren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke rol heeft vleesconsumptie gehad in de evolutie?

A

o Onze voorouders leefden in kleine groepen jagers-verzamelaars. Uit onze tanden en darmen
blijkt dat we ook vlees aten. Fossielen resten laten gebruik van gereedschappen zien.
o Richard Wrangham suggereert dat onze voorouders 1,6 miljoen jaar geleden zijn begonnen
met het koken van vlees, om het makkelijker verteerbaar te maken. Dit heeft geleid tot kleinere tanden en mogelijk ook tot grotere hersenen.
o De vleesconsumptie van mensen is veel hoger dan die van verwante apen.
o Het in onduidelijk waarom onze voorouders vanuit de bossen naar de open vlaktes zijn getrokken. Was dat vrijwillig of zijn onze voorouders weggeconcurreerd door andere primaten soorten?
o Waarschijnlijk konden ze hierbij hun grotere hersenen, visuele zicht en fijne motoriek in de
handen inzetten, om prooien op te sporen en te doden.
o Dit kan hebben geleid tot een verschil tussen de seksen, omdat de mannen gingen jagen.
o Daarnaast zullen, als goed kunnen jagen voor vrouwen aantrekkelijk is, vaardigheden voor de
jacht de kansen op voortplanting vergroten en daarmee een evolutionair voordeel geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

provisioning hypothese van Lovejoy

A

stelt dat onze voorouders monogame paren
vormden om hiermee meer en makkelijker hun kinderen van eten te voorzien. Hierbij hielp rechtop lopen ook, omdat je dan je handen vrij hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke kritiek is er op de provisioning hypothese?

A

dat er bij andere soorten, die monogame relaties aangaan, geen sprake is van seksuele dimorfisme, ofwel daar is geen sprake van grote uiterlijke verschillen tussen mannen en vrouwen, omdat mannen niet hoeven concurreren met andere mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Man the Hunter hypothesis

De man-als-jager hypothese

A

stelt dat ecologische druk vanuit het jagen ertoe heeft geleid, dat mannen complexe gereedschappen, wapens en communicatie ontwikkelden in aanvulling op lopen op 2 voeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Woman the Gatherer hypothesis

De vrouw-als- verzamelaar hypothese

A

stelt op 2 voeten lopende vrouwen in staat stelden om kinderen te dragen en eten te verzamelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat blijft nog een onderwerp van discussie bij de verdeling van mannen en vrouwen, jager-verzamelaars?

A

Of het lopen op 2 voeten daadwerkelijk heeft geleid tot de verdeling waarbij mannen jagen
en vrouwen eten verzamelen. Waarschijnlijk zijn de mannen gaan jagen, omdat de vrouwen het grootste deel van hun leven zwanger waren of borstvoeding gaven en dat is onhandig bij jagen.
o Overigens zie je bij bepaalde apen dat de vrouwtjes af en toe ook jagen.

20
Q

Wat heeft ertoe geleid dat vrouwen geen duidelijk zichtbare kenmerken meer hebben van
hun vruchtbaarheid of ovulatie (oestrus swelling)?

A

Dit maakt vrouwen altijd aantrekkelijk voor mannen, omdat dit de enige manier is waarop mannen kunnen borgen dat het nageslacht van hen is. Dit kan weer hebben geleid tot de ontwikkeling van monogame relaties.
o Deze monogame relaties met name met mannen, die goede vaardigheden hebben op het gebied van de jacht, geven het vrouwtje meer garantie op voldoende voedsel voor haarzelf en nageslacht.
o Om een monogame relatie te faciliteren is er wel seksuele imprinting of liefde nodig, zodat
het mannetje en vrouwtje bij elkaar willen blijven.

21
Q

Male parental investment hypothesis:

Gould

A

o Waarom zouden mannen tijd investeren in het grootbrengen van kinderen, terwijl andere apen soorten hier helemaal niet in investeren.
o Gould stelt dat het lopen op 2 voeten ertoe heeft geleid dat de bekkengordel bij vrouwen smaller is geworden. Gevolg is dat om kinderen door het geboortekanaal te krijgen, ze eerder geboren moeten worden (na 9 maanden in plaats van 21 maanden).
o Consequentie is dat baby’s heel hulpeloos geboren worden en intensieve zorg nodig hebben
van hun moeder. Die kan daardoor lange tijd minder eten verzamelen en dus helpt een monogame relatie met een man, die voor het eten kan zorgen.
o Dit maakt dat de man hiermee ook automatisch meer in het grootbrengen van kinderen
moet gaan investeren.

22
Q

polygynie (polygyny);

vorm van polygamie

A
  • Soorten waar de grootste en sterkste mannetjes groepen vrouwtjes monopoliseren zijn
  • vorm van polygamie waarbij 1 mannetje toegang heeft tot meerdere vrouwtjes, maar elk vrouwtje maar tot 1 man.
  • Gorilla, dikhoorn ram, zeeolifanten, bos kikkers, mensen
  • Het meest gangbare paringssysteem bij zoogdieren
23
Q

polyandrie (polyandry)

vorm van polygamie

A
  • Vrouwtjes paren met >1 mannetje
  • Amerikaans jacana, Galapagos valk,
    grauwe franjepoot, mensen
  • Zeer zeldzaam, sommige vogels kennen dit systeem
24
Q

Menselijke paringssystemen:

A

Mensen kennen elk systeem, daarom wordt weleens gesteld dat ons paringssysteem vooral cultuurgebonden is en niet zozeer door evolutie is bepaald

25
Q

Lange termijn voorkeuren in partnerkeuze

A
  • vrouwen vinden financiële middelen, status en ambitie belangrijk, vergroot overlevingskansen. Wel cultuurafhankelijk of vrouwen afhankelijk zijn.
  • mannen vinden uiterlijk belangrijker, jeugdigheid, vruchtbaarheid.
  • Vrouwen hechten wel waarde aan fysieke aantrekkelijkheid, omdat dit een signaal is van
    gezondheid (gebrek aan parasieten) of goede weerbaarheid tegen parasieten.
26
Q

reproductive value

A

het aantal kinderen dat iemand van een bepaalde leeftijd en sekse waarschijnlijk zal krijgen. Dit is niet hetzelfde als vruchtbaarheid. Een vrouw van 30 kan namelijk net zo vruchtbaar zijn als een meisje van
16, maar het meisje van 16 heeft een grotere kans op meer kinderen.

27
Q

Welke functie heeft maagdelijkheid

A

Maagdelijkheid is een manier voor mannen om zeker te stellen dat de vrouw geen eerder seksueel contact heeft gehad met een andere man en vergroot dus de kansen dat hun nageslacht ook echt hun genen draagt

28
Q

Arbitrary culture theory

A

stelt dat bepaalde zaken door toeval in bepaalde culturen zijn ontstaan, zonder dat hiervoor een onderliggende evolutionaire verklaring te vinden is.
Het is onderdeel van het (SSSM)

29
Q

Korte termijn voorkeuren in partnerkeuze

grootte van testikels en paringsstrategie:

A

 Seksueel dimorfisme kan, kan ook betrekking hebben op de grootte van de testikels.
 Bij gorilla’s zijn de testikels relatief klein. Dit lijkt logisch omdat een gorilla mannetje een
harem vrouwtjes heeft waarmee hij exclusief kan paren.
 Een chimpansee mannetje heeft in verhouding enorme testikels en dat komt omdat hij met vrouwtjes paart, die in hun vruchtbare periode ook met andere mannetjes paren. Er is dus concurrentie (sperm competition) en daarom loont het om meer sperma te
maken om je kansen op nageslacht te vergroten.
 Ofwel, als de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes dan duidt dit op polygynie, grote testikels wijzen op polygamie.
 Mensen zijn gemiddeld qua dimorfisme. Dit zou betekenen dat mannetjes dus hebben
moeten concurreren voor vrouwtjes op basis van grootte en kracht, maar ook op basis
van hun sperma. Ofwel, vrouwen moeten dan ook regelmatig met andere mannen seks
hebben gehad en dat betekent dus dat mensen destijds niet monogaam leefden.

30
Q

De kosten en voordelen van korte termijn relaties voor mannen en vrouwen

A

 Mannen zien een uitnodiging voor korte termijn seks als een compliment en een kans,
vrouwen zien dit als een bedreiging en belediging.
 Trivers stelt dat dit komt omdat het voor mannen een makkelijke kans is om meer nageslacht te krijgen. Vrouwen hebben meer te verliezen.
 Ander onderzoek toont aan dat vrouwen minder sekspartners willen dan mannen. Dit komt waarschijnlijk omdat meer bedpartners voor vrouwen niet meer nageslacht oplevert, voor mannen is die kans er wel. Daarnaast verlagen korte termijn seksuele
contacten de kansen van vrouwen een goede partner voor de lange termijn vinden met
status en financieel perspectief.
 Echter, vrouwen zijn minder monogaam dan verwacht, hebben regelmatig buitenechtelijke affaires en 1 op 5 kinderen blijkt zelfs niet van hun vader te zijn.

31
Q

Resource extraction

A

vrouwen seks ruilen voor eten. Dit kan een reden
zijn voor buitenechtelijke affaires, omdat dit de vrouwen dus iets oplevert.
Daarnaast kan het hebben van kinderen met meerdere partners zorgen voor meer variatie in de genen

32
Q

sexy sons hypothese

mensen

A

kan een vrouw de status van haar kinderen verhogen, door kinderen te krijgen met een man met een hogere status of betere gezondheid dan haar eigen partner.

33
Q

mensen Monogaam of polygaam?

A

 Onderzoek toont aan dat mensen wat voortplanting betreft erg flexibel zijn en dat het dus niet makkelijk is aan te geven of mensen van natuur monogaam of polygaam zijn.
 Het niveau van dimorfisme en de grootte van de testikels van mannen suggereren dat
we in elk geval deels polygaam zijn.

34
Q

Coolidge effect:

A

het lijkt psychologisch gezien zo te zijn dat mannen, net als bij dieren, echte opportunisten zijn als het op seks aankomt
 Dit effect stelt dat het paringsgedrag van vrouwen erg afhangt van de omstandigheden, zijnde hoe aantrekkelijk de vrouw is, hoe oud ze is, hoeveel mannen beschikbaar zijn etc.

35
Q

effect afwezigheid vader bij opgroeien van vrouw:

A

Echter, de aanwezigheid van een vader tijdens het opgroeien van een vrouw lijkt ook van invloed te zijn op de leeftijd waarop haar menstruatie begint en de mate waarin ze lange termijn relaties aangaat. Dit kan een evolutionaire oorsprong hebben, in de zin dat deze vrouwen leren dat mannen geen commitment aangaan en de vrouw dus voor korte termijn
relaties kiest.

36
Q

Wat is een belangrijk verschil tussen mensen en primaten? En waar heeft dit toe geleid?

A

Mensen eten geregeld vlees en dat heeft geleid tot een bijzondere arbeidsverdeling tussen mannen
en vrouwen

37
Q

Welke hypothesen zijn op dit gebied voor de beiden seksen geformuleerd?

A

 De hunting-hypothese stelt dat de man hoofdzakelijk verantwoordelijk is voor de jacht en dat heeft geleid tot een evolutionaire ontwikkeling van mannelijke eigenschappen, zoals fysieke kracht en samenwerking, of de ontwikkeling van complex gereedschap en wapens.
 De gathering-hypothese stelt dat de vrouw daardoor verantwoordelijk werd voor het verzamelen
van plantaardig voedsel en dat heeft geleid tot de ontwikkeling van eigenschappen bij vrouwen
als fijne motoriek in de handen en reciprociteit.

38
Q

hunting & gathering hypothese heeft weer geleid tot een hypothese over de verhouding tussen man en vrouw.
Welke hypothese is dit?

A

 De provisioning-hypothese van Tooby en DeVore, welke voornamelijk is gebaseerd op de
hunting-hypothese.
 Bij primaten zien je regelmatig dat mannetjes een deel van de jachtbuit afstaan aan vrouwtjes in
ruil voor seksuele toegang. Ook bij pre-industriële volken hebben de beste jagers het meeste
aanzien en toegang tot de vrouwen.
 Op basis hiervan wordt verondersteld dat dit bij onze voorouders ook het geval is geweest.
Zwangerschap en zorg voor kinderen maakt dat vrouwen geen tijd of energie hebben voor de
jacht en daarom in de buurt voedsel gaan verzamelen. Om toch toegang tot vlees te krijgen,
vormen vrouwen een paarband met een goede jager, want vlees geeft meer zekerheid op
voedsel en dus meer kans op het laten opgroeien van een kind en dus het doorgeven van genen.
 Dit maakt dat de toevoeging van vlees aan ons dieet heeft geleid tot het ontstaan van
paarbinding en een rolverdeling tussen mannen en vrouwen.
 Het principe van ruilhandel is nieuw in deze hypothese. Beide seksen hebben namelijk iets dat de
ander graag wil (vlees of seksuele toegang).
De provisioning-hypothese is behoorlijk speculatief. Ondersteuning kan gevonden worden door
theoretische convergentie.

39
Q

Leg de theorie van ouderlijke investering uit en geef aan hoe die zich verhoudt tot de
provisioning-hypothese?

A

Trivers stelt dat de meest investerende sekse, bij mensen de vrouw, het meest kieskeurig is in de
partnerkeuze. De minst investerende sekse, bij mensen de man, zal hoofdzakelijk competitie voeren
om vrouwen te overtuigen van zijn waarde.

Dit sluit goed aan bij de provisioning-hypothese. Deze stelt immers dat de vrouw, vanwege de grote
ouderlijke investering, niet kan jagen en dus afhankelijk is geworden van mannen, die bereid zijn
vlees met haar te delen en daarmee in het nageslacht te investeren. De jacht is daarmee dus een onderlinge mannelijke competitie, waarbij de beste jagers de meest aandacht trekken.

De theorie van ouderlijke investering verklaart dus hoe de asymmetrie in ouderlijke investering heeft
geleid tot een rolverdeling tussen mannen en vrouwen. De provisioning-hypothese geeft hier meer
invulling aan door de jacht aan te wijzen als competitieveld en de buit als extra investering waarmee mannen vrouwen kunnen overtuigen voor hen te kiezen.

Er is dus sprake van theoretische convergentie. De toevoeging van vlees aan ons dieet heeft dus
geleid tot een rolverdeling, maar ook tot monogame paarbanden tussen mannen en vrouwen.

40
Q

Welke andere soorten hebben dit soort banden en waarom?

A

Zoogdieren kennen vrijwel nooit een monogaam paringssysteem, vogels wel. Dat is op basis van de
provisioning-hypothese begrijpelijk. Bij de meeste zoogdieren kunnen kinderen na hun geboorte al
op eigen benen staan, bij vogels niet. Daardoor is een van beide ouders aan het nest gebonden om
de eieren uit te broeden. Deze ouder zal dan door de andere ouder gevoed moeten worden. Hier lijkt
de provisioning-hypothese dus ook van toepassing.
Je kunt dus stellen dat soorten waar de voortplanting maakt dat een van de ouders niet zelf voedsel
kan verzamelen leidt tot de neiging tot langdurige paarvorming. Hierdoor kan een van de ouders
voor de kinderen zorgen en de ander voor voedsel. Omdat mensen ook lang voor hun kinderen
moeten zorgen geldt voor hen hetzelfde.
Het principe van Trivers verklaart ook welke sekse de voedselvergaring op zich zal nemen. De sekse
die, door natuurlijke of biologische omstandigheden, het meeste investeert in het nageslacht zal
geen voedsel kunnen verzamelen, de andere sekse zal dit daardoor moeten doen en moeten delen
met de partner. Dit geeft beide partijen een voortplantingsvoordeel.

41
Q

Stel dat je wilt aantonen dat partnervoorkeuren voor een groot deel product zijn van
evolutie en hoofdzakelijk seksueel geselecteerd zijn. Gebruik de tabel van pagina 105 in het boek om
te bedenken welke eigenschappen het meest interessant zijn voor dit onderzoek.

A

In de 1e kolom zoeken we eigenschappen met een groot verschil tussen de seksen. Seksuele selectie
leidt immers, in tegenstelling tot natuurlijke selectie, tot verschillen in beide seksen (seksueel
dimorfisme). In de 2e kolom zoeken we eigenschappen waar het verschil zo klein mogelijk is. Als de eigenschap namelijk overal ter wereld komt is dit een aanwijzing dat deze sterk erfelijk bepaald is
(universaliteit).

42
Q

Maak een overzicht van de voor dit onderzoek relevante eigenschappen en cluster ze
op een manier die voor het onderzoek interessant is.

A

Vanuit de theorie ligt het voor de hand om eigenschappen te selecteren, die duidelijk maken wat
mannen belangrijker vinden dan vrouwen en andersom. Ofwel eigenschappen met een groot
sekseverschil en weinig culturele variatie. Je kunt dan een cluster maken voor de eigenschappen
waar mannen het hoogst op scoren en een waar vrouwen het hoogst op scoren.
 Mannen:
o Fysieke aantrekkelijkheid (hoog, gemiddeld)

 Vrouwen:
o Goede financiële vooruitzichten
o Emotionele stabiliteit
o Opleiding en/of intelligentie
o Sociale status 

Weinig culturele variatie = sterk erfelijk bepaald, universaliteit

43
Q

Komen de eigenschappen waar mannen en vrouwen interesse in hebben overeen met de theorie van Trivers over ouderlijke investering?
Ofwel wat zijn de ultimate belangen van de proximate voorkeuren?

A

 De uitkomsten ondersteunen de theorie van Trivers.
 Mannen hechten, als de minst investerende sekse, meer aan fysieke aantrekkelijkheid. Fysieke
kenmerken die mannen in de proximate zin aantrekkelijker vinden, wijzen op de reproductieve
waarde van een vrouw.
 Vrouwen zijn, als de meeste investerende sekse, kieskeuriger dan mannen. Zij hechten meer aan
emotionele stabiliteit, volwassenheid, opleiding, intelligentie, sociale status en financiële
perspectieven. Vrouwen kiezen dus, meer dan mannen, een partner die over middelen beschikt
om een vrouw te onderhouden.
 Deze proximate voorkeuren, laten de ultimate belangen terugkomen die Trivers noemt. De man
zoekt een vruchtbare vrouw, de vrouw zoekt een man die haar en haar gezin kan onderhouden.

44
Q

Bedenk op basis van de theorie van ouderlijke investering van Trivers waarom een man en
vrouw naast een lange termijnrelatie, ook korte seksuele contacten zouden willen aangaan.

A

Volgens de theorie van Trivers zijn mannen, als de minst investerende sekse, niet zo kieskeurig. Een
seksuele escapade is voor hen gewoon een extra kans op voortplanting. Omdat het maar eenmalig
contact is zijn ze nog minder kieskeurig, dan bij de keuze voor een lange termijn partner. Promiscue
gedrag levert een man dus een direct voortplantingsvoordeel op.
Vrouwen, als de meest investerende sekse, zijn kieskeurig in het uitzoeken van hun partner, omdat
hij hen moet ondersteunen bij zwangerschap en zorg voor de kinderen. Bij overspel verlagen ze deze
standaard zeker niet. Voordelen voor vrouwen zijn extra bestaansmiddelen (resource extraction),
een man met betere genen en dus beter nageslacht (sexy sons hypothese).

45
Q

Welke sekse specifieke onzekerheden zijn er en hoe verhouden die zich tot jaloezie?

A

Vrouw
o Een vrouw kan signalen van seksuele trouw afgeven, door te laten zien dat haar man de enige is met wie ze het bed deelt. Er is hier sprake van een ultimaat probleem dat verklaart waarom het in onze proximate omgeving belangrijk is, dat de vrouw haar man
duidelijk moet maken er seksueel alleen voor hem te zijn.

Man
o Een man kan signalen van emotionele, sociale trouw afgeven door een vrouw aandacht
te geven en bestaansmiddelen exclusief met haar te delen. Dit ultimateinvesteringsprobleem verklaart, waarom het in onze proximate beleving zo belangrijk is dat mannen naar hun partner luisteren, haar aandacht geven en kleine cadeaus.