Thema 4.1 Sociale ontwikkeling Flashcards
Als het evolutionaire doel is om jezelf voort te planten waarom duurt het dan zo lang voor de mens vruchtbaar wordt?
kindertijd is VOOR reproductie, het vormt je hoe je als volwassene gaat gedragen.
Analogie met vlinder, die eerst rups is. volledig gericht op eten en wordt daarna vlinder
Life history theory:
James Chisholm & Jay Belsky
beschrijft de ontwikkeling in termen van de beslissingen die een organisme maakt, om zijn inclusive fitness the maximaliseren.
Waaruit bestaat de life history theory:
- kind heeft passieve rol en wordt door omgeving gevormd
- als volwassene krijgt het actieve rol
- somatic effort: eten, groeien, leren, niet opgegeten worden
- reproductive effort: paren, voor kinderen zorgen
- principle of allocation: prioriteiten verdelen in fitness verbeterende activiteiten. De beste keuze hangt van omstandigheden af en dat leidt tot verschillen.
r-k continuüm:
classificeren van reproductiestrategieën tussen verschillende soorten. dier stelt keuze uit kwantiteit of kwaliteit. classificeren in mate van ouderlijke investering. kwaliteit of kwantiteit afhankelijk van bronnen omgeving wat mogelijk is.
c-f continuüm:
individuen te classificeren binnen een soort. De vraag is of je de huidige (current) fitness wilt maximaliseren of de toekomstige (future) fitness. De beste strategie hangt van omstandigheden omgeving af.
Waarom is infanticide een aanpassingsstrategie?
het doden van kinderen kan hiermee evolutionair verklaard worden, omdat een moeder die onvoldoende middelen heeft om voor het kind te zorgen, kan kiezen op zichzelf of andere kinderen te richten om haar fitness te maximaliseren.
Waarom speelt spelen een rol in noodzakelijke vaardigheden?
onderzoek bij kittens toont aan dat als er te weinig eten is, de moeder de kittens eerder zal loslaten. hun speelgedrag richt zich in die situatie meer op vaardigheden voor de jacht, dan sociale vaardigheden om hiermee hun overlevingskans te vergroten
Hechtingstheorie (Bowbly)
kinderen ontwikkelen een werkmodel met cognitieve en affectieve componenten van zichzelf en anderen, als gevolg van ervaringen die ze als klein kind hebben met hun moeder. Dit werkmodel geeft richting aan hun gedrag. Vormt zich in kritieke periode 6mnd-3jaar
Welke invloed heeft het niet opgroeien in een veilige omgeving en niet in behoeften worden voorzien?
relaties niet de moeite waard vinden en mensen niet zo snel vertrouwen
3 principes van hechtingsstijl (Ainsworth):
- Veilige hechting: kind huilt als zijn moeder weggaat en zoekt aandacht als ze terugkomt en gaat weer spelen (vormt later stabielere relaties)
- onveilig, vermijdende hechting: kind heeft weinig aandacht aan zijn moeder en toont weinig stress als ze weggaat, wordt makkelijk getroost door een vreemde. (vormt later alleen vluchtige relaties)
- onveilige, afwerende hechting, kind blijft heel dicht bij zijn moeder en lijkt heel bang als ze weggaat en is moeilijk te troosten als ze terugkomt. (neiging om te veel toegewijd aan paar relaties te gaan later)
BSD theorie van Jay Belsky:
- veilige hechting: ouders kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit en investeren veel in hun kind. kind leert makkelijk relaties aan te gaan met anderen.
- onveilige, vermijdende hechting: ouders die geen duurzame relaties aan kunnen gaan, investeren minder in hun kinderen, deze zullen daardoor vaak sneller seksueel volwassen en actief worden
- onveilige afwerende hechting: deze kinderen claimen hun ouders volledig en zijn gedreven door een strategie om zichzelf niet voort te planten. zij zullen zich meer richten op familieleden om hun beter te helpen overleven. dit is speculatief.
James Chisholm’s life history theory of attachment
- veilige hechting is een reactie op ouders die veel in hun kind hebben geinvesteerd en weinig stress hadden bij opvoeding
- onveilige hechting is een reactie op ouders die weinig in hun kind wilden of konden investeren. deze kinderen zullen voor korte termijn overleving gaan en daarmee inboeten op lange termijn relaties
Wat is het effect van ouderlijk gedrag?
- kinderen lijken op hun ouders omdat ze genen delen
- omgeving zorgt voor 50-60% variatie
- genen zorgen voor 40-50% variatie
- gedeelde omgeving (shared environment, broer-zus) verklaart 10% variatie tussen mensen.
code switching:
kinderen die tweetalig opgevoed worden, nemen taal van mede kinderen op als moedertaal.
Groepssocialisatie theorie: 4 redenen waarom kinderen wellicht geëvolueerd zijn om te socialiseren door hun leeftijdsgenoten dan hun ouders”
(Harris)
- jonge groepsleden zijn innovatief en dus kun je daar beter van leren
- als kinderen alles van hun ouders leren, zouden ze enorm op elkaar gaan lijken
- als ouders komen te overlijden, kan het kind niet meer leren als het van de ouders zou leren, dus evolutionair handiger om van anderen te leren
- kinderen en ouders hebben vaak tegengesteld belangen
Welke factoren zijn er die invloed hebben invloed kind:
- ouders op kind valt in non-shared, omdat ouders hun kinderen niet hetzelfde behandelen
- er is invloed van toeval, die bijv. de rol van een kind in een groep bepaald, die rol is weer bepalend voor gedrag dat wordt geleerd
- er is bewijs dat sommige kinderen meer ontvankelijk zijn voor invloed van ouders dan andere kinderen. effect op MAOA hersenen
- volgorde van geboorte bepalend voor karakter, omdat hiermee epigenetisch bepaalde genen aangeschakeld kunnen worden
Welke functie heeft moraliteit
het is universeel en leidt tot sterke emotionele responses
Wat is immoreel (John Stuart);
als de actie van de mens leiden toebrengen aan een ander. (gelovige mensen vonden bodyworlds immoreel)
Morele illusies (moral illusions)
een verschil tussen hoe is lijkt te zijn en hoe iets werkelijk is
3 gebieden van moraliteit
- Morals of autonomy: jemag anderen geen pijn doen en ook niet hun vrijheid afnemen. Deze vorm is gerelateerd aan wederkerig altruïsme
- Morals of community: verwijzen naar het respecteren van in-group en sociale hiërarchie. Bijv. respect voor ouderen hebben
- Morals of dvinity: het respecteren van hetgeen dat als heilig wordt gezien.