Thema 4.3 Flashcards
Primaire psychopathie
Gedrag is veroorzaakt door de genen. Je wordt als psychopaat geboren. Primaire psychopathie wordt in de populatie behouden door frequency dependent selection.
Secundaire psychopathie als genomgevingsinteractie
Predispositie voor het gedrag waar omgevingsinvloeden bepalen of het tot uiting komt. Secundaire psychopathie is meer flexibel en gekalibreerd op de vroege omgeving. Ontwikkeling kan gezien worden als een proces waarbij een fenotype geselecteerd wordt uit een aantal alternatieven
Twee theoriën over niches
Twee geheel verschillende theorieën stellen dat een deel van de niet-erfelijke diversiteit er het resultaat van zijn dat iemand een specifieke niche bezet, zodra die beschikbaar komt
• De group socialisation theory van Harris: persoonlijkheden van kinderen kunnen worden beïnvloed door de beschikbaarheid van bepaalde niches in groepen
• Sulloway: theorie die een aantal
persoonlijkheidsverschillen tussen broers en zussen verklaart aan de hand van de geboortevolgorde
Evaluatie van evolutie en persoonlijkheid
Dat er een erfelijke factor is in persoonlijkheid suggereert dat een gevarieerde samenleving voordelen voor inclusive fitness oplevert. Dit hoeft niet omwille van groepsselectie te gebeuren, want variatie is ook belangrijk voor het individu op zich. Dat persoonlijkheid niet 100% erfelijk is heeft een adaptieve verklaring. Variatie in de omgeving en de aanwezigheid van verschillende niches doen individuen een afwachtende houding aannemen, ze selecteren dan het beste fenotype obv de omgeving. Of dit de life history theory bevestigt of gewoon het onvermogen van het genoom om elke synaptische verbinding te bepalen is een empirische vraag.
Development plasticity
Een adaptatie op zich: strategieën kunnen aanpassen aan de omgeving
Intelligentie
De vaardigheid om kennis te verwerven, effectief te denken en te redeneren en om adaptief met de omgeving om te gaan. Adaptie is eerder een ontogenetische ontwikkeling (van het individu zelf) en geen fylogenetische (de ontwikkeling van de soort).
Hoe verschil in intelligentie
• Scarr en Weinberg: wijzen erop dat verschillen tussen mensen van verschillende etniciteiten beter te verklaren zijn door omgevingsverschillen
• Individuele verschillen binnen etnische groepen hebben echter waarschijnlijk meer te maken met genetische verschillen tussen personen
• Afro-Amerikaanse kinderen die in een welvarend wit gezin waren opgenomen stegen in intelligentie
• Verschil dus door sociaaleconomische verklaring
Waarom verschillen in intelligentie
Hoe kan het voordelig geweest zijn voor onze voorouders om een relatief lage intelligentie te hebben? Wat wij percipiëren als intelligentie kan voor onze voorouders minder belangrijk geweest zijn. In hun samenleving was er een minimumdrempel waarboven een hogere ‘g’ score niet meer belangrijk was. Variatie in intelligenties is bovendien evolutionair handig (niche fitting)
Intelligentie en het evolutionair perspectief
Intelligentie wordt ook wel gedefinieerd als het ‘vermogen tot aanpassing aan de omgeving’. Weliswaar gaat het daarbij om aanpassing tijdens het leven, ontogenetische adaptatie dus, niet om evolutionaire adaptatie, maar vanuit zo’n adaptatieperspectief is de koppeling met evolutionaire psychologie wel te leggen. De vraag is dan wel of de nadruk zo sterk moet liggen op mentale vaardigheden. Theorieën - zoals die over naturalistische vermogens van Gardner, of de Meervoudige Intelligentie-theorie van Sternberg – die gaan over de praktische vaardigheden die we nodig hebben om ons aan te passen aan onze omgeving, sluiten dan veel beter aan bij een evolutionair perspectief omdat zij gaan over concrete handelingen in het leven van alledag.
Evolutionaire psychopatholigie
Darwinistische benadering van de studie van mentale ziekte.
Darwinistische geneeskunde
Behandelt ook de niet-psychiatrische ziekten. De behandeling van allerlei ziekten kan vanuit dit oogpunt worden verbeterd. Conventionele geneeskunde behandelt proximate vragen zoals ‘hoe’ en ‘wat’, de Darwinistische geneeskunde wil ultimate vragen beantwoorden: ‘waarom’
Infectieziekten traditioneel of darwinistisch
Pathogenen zijn virussen, bacteriën en andere microbiologische parasieten. De conventionele geneeskunde probeert de etiologie (oorzaak) en parthenogenese (mechanisme) ervan te achterhalen. Dit zijn proximate verklaringen: hoe ontstaat een
ziekte? Darwinistische geneeskunde probeert hier een evolutionair inzicht aan toe te voegen. Waarom bestaat een ziekte en blijft ze bestaan? Welke functie hebben de symptomen? Dit zijn ultimate vragen.
Evolutionaire benadering van ziekten
• Verhouding gastheer en parasiet als een wapenwedloop. Adaptaties door de één leiden tot adaptaties van de ander.
• Symptomen kunnen vaak gezien worden als verdedigingsmechanismen die zijn geëvolueerd om ons te beschermen
• Aanpassingen van gastheer zijn bedoeld om een pathogeen uit te roeien door symptomen die gunstig zijn voor het pathogeen te elimineren en symptomen die het pathogeen doden in stand te houden.
Bacteriële infectie
Bacteriën zijn ééncellige organismen die het lichaam ertoe aanzetten om de chemische stof LEM leucocyte endogenous mediator vrij te laten. Dit leidt tot verhoogde lichaamstemperatuur en een tekort aan ijzer in het bloed. Bacteriën sterven bij hoge temperatuur en ijzertekort, precies wat in ons lichaam gebeurt bij een infectie. De dokter schrijft dan heel vaak koortsremmers (antipyretic) en ijzersupplementen voor, waardoor de bacterie langer blijft leven. Andere symptomen zijn nuttig voor een pathogeen, bv diarree bij cholera zorgt voor snellere verspreiding, maar de gastheer overlijdt vaak aan uitdroging. Het overlijden van een gastheer kan vanuit de bacterie gezien worden als een slechte adaptatie, maar aangezien de verspreiding zo snel gaat, maken dode gastheren weinig uit.
Virale infecties
• Virussen zijn nog kleiner dan bacteriën. Verkoudheidsvirus is een RNA-virus dat zich in de neus aseksueel voortplant.
• Niezen verdrijft het virus, wat goed voor ons is
• Maar helpt ook om het virus te verspreiden
• In sommige gevallen hebben dus zowel gastheer als parasiet baat bij een symptoom maar de populatie lijdt er onder.