Thema 3.6 Systeembenadering Flashcards

1
Q

Wat is de focus van de systeembenadering?

A

De systeembenadering focust op de sociale context. Verstoorde interactie en communicatie met de omgeving kunnen leiden tot psychopathologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de basis van de systeemtheorie volgens Von Bertalanffy (1968)?

A

De systeemtheorie ziet een systeem als een samenhangend geheel van objecten en relaties, gebaseerd op circulaire in plaats van lineaire causaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen lineaire en circulaire causaliteit?

A
  • Lineaire causaliteit: Een duidelijke oorzaak-gevolgrelatie.
  • Circulaire causaliteit: Gevolgen beïnvloeden ook weer de oorzaken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is feedback binnen de systeemtheorie?

A

Feedback is een actie van een onderdeel in het systeem die leidt tot terugkoppeling vanuit een ander onderdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is homeostase in de systeemtheorie?

A

Homeostase is het streven van organismen naar het behoud van evenwicht tussen zichzelf en de omgeving, inclusief adaptatie om nieuw evenwicht te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstond de systeembenadering in de jaren ‘50 en ‘60?

A

Er kwam meer aandacht voor de interactie tussen het individu en de sociale omgeving in relatie tot psychopathologie en psychosociale problemen, wat leidde tot de ontwikkeling van de systeembenadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is patiëntsubstitutie en wat is het doel van systeemtherapie?

A

Patiëntsubstitutie verwijst naar het verschijnsel waarbij problemen waarvoor een cliënt behandeld werd, later terugkeren bij andere gezinsleden.

Het doel van systeemtherapie is grip te krijgen op contextuele factoren die bijdragen aan psychopathologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een systeem en wat zijn homeostatische mechanismen?

A

Een systeem is een koppel, gezin of andere groep mensen met een duurzame relatie. Het is dynamisch en moet zich aanpassen aan interne en externe omstandigheden.

Homeostase: Wanneer het systeem evenwicht vertoont.
Homeostatische mechanismen: Mechanismen die het interne evenwicht van het systeem herstellen als dit verstoord raakt. Gezinnen kunnen te flexibel of te rigide zijn, waardoor het evenwicht wordt beïnvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn evenwichtige en onevenwichtige triades?

A
  1. ** Evenwichtige triade: **Relaties zijn positief of er is een stabiele coalitie, wat bijdraagt aan homeostase.
  • Stabiele coalitie: Twee van de drie personen zijn het eens over de sociale status van de derde persoon.
  1. Onevenwichtige triade: Er is spanning tussen groepsleden, wat gedrag oproept om de spanning af te voeren of een nieuw evenwicht te vinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt spanning afgevoerd bij onevenwichtige triades en waarom kan dit problematisch zijn?

A

Bij onevenwichtige triades wordt spanning vaak afgevoerd door het vormen van coalities. Dit is normaal, maar het kan problematisch worden als:

  • De coalities rigide zijn.
  • De coalities ontstaan binnen generationele subsystemen, zoals moeder-dochterrelaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe beïnvloedt hiërarchie triades in een gezin?

A

Een gebrek aan hiërarchie, zoals onvoldoende leiding en veiligheid door ouders, leidt tot problemen in het gezinsfunctioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke subsystemen bestaan er binnen een gezin?

A
  1. Ouders: Een subsysteem als partners in een duurzame relatie en als samenwerkende opvoeders.
  2. Kinderen: Een subsysteem waar ze ervaringen en meningen delen die niet altijd bekend hoeven te zijn bij ouders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is cohesie en welke gradaties identificeerden Olson et al. (1983)?

A

Cohesie: De emotionele betrokkenheid of afstandelijkheid tussen gezinsleden.

Gradaties van cohesie:

  • Verstrengeld
  • Verbonden
  • Afstandelijk
  • Ontkoppeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat onderscheidde Minuchin in gezinscohesie?

A
  • Kluwengezinnen: Overmatige betrokkenheid tussen gezinsleden.
  • Los-zand-gezinnen: Gebrek aan betrokkenheid of verbinding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt een trans-/intergenerationeel perspectief in?

A

Het is een kijk op relaties tussen en over generaties heen, waarin systemen streven naar balans tussen geven en nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verband tussen loyaliteit en tekortkomingen door ouders?

A

Kinderen die door ouders tekort zijn gedaan, tonen vaak loyaliteit in de hoop dat ze alsnog krijgen waar ze existentieel recht op hebben.

17
Q

Wat stelde Watzlawick over communicatie?

A

Watzlawick stelde dat mensen via drie communicatiekanalen communiceren:

  • Verbaal niveau: Woorden spreken.
  • Vocaal niveau: Toon, volume en stemnuances.
  • Visueel niveau: Gezichtsuitdrukking, houding, afstand en gebaren.
18
Q

Wat is het verschil tussen congruente en incongruente communicatie?

A
  • Congruente communicatie: Informatie tussen communicatiekanalen komt overeen, waardoor de boodschap duidelijk is.
  • Incongruente communicatie: Discrepanties binnen of tussen communicatiekanalen, wat problemen in relaties kan veroorzaken.
19
Q

Wat is het onderscheid tussen inhoudsniveau en betrekkingsniveau volgens Watzlawick?

A
  • Inhoudsniveau: De feitelijke boodschap of mededeling.
  • Betrekkingsniveau: De relatie tussen zender en ontvanger, beïnvloed door toon en context.
20
Q

Wat is interpunctie in de communicatie?

A

Interpunctie is het interpreteren van interacties tussen mensen in termen van oorzaak en gevolg.

21
Q

Wat is interpunctieproblematiek en hoe kan dit conflicten veroorzaken?

A

Interpunctieproblematiek ontstaat wanneer er verschil van mening is over oorzaak-gevolg, wat kan leiden tot conflicten.

Het gedrag van de ene persoon beïnvloedt het gedrag van de ander, en als beide gesprekspartners vast blijven zitten in hun eigen perspectief, kan dit disfunctionele communicatie veroorzaken.

Jij zei iets vs nee jij zei iets

22
Q

Hoe kijkt de systeembenadering naar psychopathologie?

A

De systeembenadering stelt dat mensen die schijnbaar gestoord gedrag vertonen niet als losstaande individuen moeten worden behandeld, maar dat het gedrag begrepen moet worden binnen de sociale context waarin het optreedt.

23
Q

Wat bewees Konrad Lorenz met zijn experiment met eenden?

A

Konrad Lorenz toonde aan dat psychopathologie alleen goed begrepen kan worden door de sociale context te analyseren waarin het gedrag optreedt.

24
Q

Hoe kijkt de systeembenadering naar opvattingen over menselijk gedrag?

A

De systeembenadering kijkt ook naar de opvattingen tussen culturen over menselijk gedrag, aangezien culturele context een rol speelt in hoe gedrag wordt geïnterpreteerd.

25
Q

Wat is een loyaliteitsconflict en wat zijn de gevolgen?

A

Een loyaliteitsconflict is een openlijk conflict tussen twee mensen (ouders/partners) in het bijzijn van het kind. Gevolgen zijn:

  • Angst voor echtscheiding en het kwijtraken van ouders.
  • Parenticatie: Het kind kan tussenbeide komen of gaan bemiddelen, wat zijn/haar rol verandert.
  • Triangulatie: Het kind wordt beurtelings in het kamp van vader of moeder getrokken.
26
Q

Wat is een ouder-kind coalitie (perverse driehoek) en wat zijn de gevolgen?

A

Een ouder-kind coalitie (perverse driehoek) is wanneer een ouder en het kind zich tegen de andere ouder verenigen, wat leidt tot het overschrijden van subsystemen. Gevolgen:

  • Parenticatie: Het kind neemt de rol van een volwassene of de ouder daalt af naar de kindrol.
  • Er moet worden overwogen of het een coalitie ( verbond niet tegen ander gericht)) tegen de ander is, of een alliantie in een evenwichtige triade.
  • Pas bij een rigide, herhalend patroon kan de triade pathogeen worden.
27
Q

Wat is een “toegedekt conflict” in de context van de systeembenadering?

A

Toegedekt conflict verwijst naar spanningen tussen ouders of partners die niet openlijk worden besproken, maar indirect via het kind worden uitgedrukt. Er zijn twee vormen:

  • Detouring - attacking (zondebok): Het kind wordt de schuld gegeven voor de spanningen tussen de ouders, waardoor de echte problemen onopgemerkt blijven.
  • Detouring - supportive (zorgenkind): Overmatige zorg voor het kind verbergt de slechte kwaliteit van de relatie tussen de ouders.
28
Q

q

Wat is “bufferen” in systeemtherapie

A

bufferen is wanneer een derde gezinslid betrokken wordt in een relatie tussen twee andere gezinsleden en de relatie manipuleert door hen tegen elkaar op te zetten of advies te geven.

29
Q

Wat zijn enkele disfunctionele interactiepatronen in de systeembenadering?

A
  1. Avoid-pursue: Hoe meer iemand zich terugtrekt, hoe meer de ander achter hem/haar aanjaagt.
  2. Afhankelijkheid vs. autonomie: Aanpassing van de omgeving aan de pathologie van een persoon versterkt afhankelijkheid.
  3. Somber vs. opbeuren: Partners proberen de depressieve partner op te beuren, maar dit kan de depressie verergeren.
  4. Paradoxale communicatie:
    * Paradoxaal bevel: Een gebod dat niet opgevolgd kan worden zonder tegenstrijdigheid.
    * * Dubbele binding: Twee of meer personen geven een paradoxale boodschap, waar geen reactie op mogelijk is.
  5. Expressed emotion: Hoge mate van kritiek, vijandigheid en emotionele overbetrokkenheid in het gezin, voorspellend voor terugval in psychische stoornissen.
30
Q

Wat is meerzijdige partijdigheid in systeemtherapie?

A

Meerzijdige partijdigheid is het streven van de systeemtherapeut om de psychologische afstand tussen alle partijen gelijk te houden en een goede werkrelatie te onderhouden.

De therapeut ziet zichzelf als onderdeel van de triade en kan de posities van beide partijen in het conflict valideren en ondersteunen, terwijl hij/zij vatbaar blijft voor coalitiezoekend gedrag.

31
Q

Hoe gaat de therapeut om met inhouds- en betrekkingsaspecten in systeemtherapie?

A

De therapeut richt zich eerst op de betrekkingsaspecten (de relatie tussen de betrokkenen) voordat de inhoud wordt aangepakt. Paradoxale communicatie kan gericht worden toegepast, bijvoorbeeld door een paradoxale opdracht te geven, waarbij de patiënt doorgaat met verkeerd gedrag. Het bewustzijn van dit gedrag wordt vergroot doordat de therapeut geen tegendruk levert, wat het ingesleten interactiepatroon onderbreekt.

32
Q

Wat is een genogram en wat is het belang ervan in systeemtherapie?

A

Een genogram is een visuele weergave van de gezinsstructuur, waarin de relaties tussen gezinsleden worden verduidelijkt. Het helpt om nieuwe inzichten in de relaties te ontdekken of bestaande patronen te benadrukken. Tijdens het tekenen van het genogram ontstaat er een levendige interactie tussen de therapeut en cliënt, waarbij diverse thema’s besproken kunnen worden.

33
Q

Wat is narratieve therapie en hoe wordt het toegepast?

A

Narratieve therapie richt zich op de verhalen die mensen over hun leven vertellen. Het idee is dat** problemen voortkomen uit negatieve, problematische verhalen die mensen over zichzelf hebben**. De therapie zoekt naar uitzonderingen op deze verhalen van machteloosheid.

Een belangrijk aspect is het objectiveren van het probleem, waarbij het niet meer wordt gekoppeld aan de identiteit van de cliënt.

De therapeut stelt de “wondervraag”, waarbij de cliënt zich een situatie voorstelt waarin het probleem opgelost is, wat leidt tot verschuiving naar de gewenste situatie. Deze benadering bevordert de eigen regie van de cliënt. Het fundament van narratieve therapie is de democratisering van de behandelrelatie, waarbij respect en bondgenootschap centraal staan.

34
Q

Wat is Democratisering van de behandelrelatie binnen narratieve therapie:

A

respect voor de cliënt en
bondgenootschap staan centraal.

35
Q

Wat is Multisysteemtherapie (MST)

A

Een therapie waarbij meerdere milieus (gezin, school, vrienden, sociale media) worden betrokken in de behandeling.

eerste milieu: gezin
tweede millieu: school of bneroep
derde millieu: vrienden

36
Q

Wat is het doel van Functional Family Therapy (FFT)?

A

Het veranderen van disfunctionele familierelaties om gedragsproblemen te verminderen.

37
Q

Werkzaamheid van systeemtherapie bij verschillende stoornissen:

A
  • Autismespectrumstoornissen: Onvoldoende onderzoek, maar bestaande studies wijzen op een gunstig effect.
  • Schizofrenie en psychotische stoornissen: Effectief voor terugvalpreventie, algemeen functioneren en medicatietrouw bij volwassenen, maar geen effect op negatieve symptomen.
  • Depressieve en bipolaire stoornissen: Weinig bewijs, maar veelbelovende resultaten. Relatietherapie is even effectief als individuele therapie bij volwassenen met relatieproblemen. Bij bipolaire stoornis is systeemtherapie effectief in combinatie met farmacotherapie.
  • Angststoornissen: Effectief bij kinderen en adolescenten, behalve bij specifieke fobie. Partnerrelatietherapie is effectief bij volwassenen met paniekstoornis en agorafobie.
  • Dwangstoornissen: Positief effect bij kinderen, maar onduidelijk bij volwassenen.
  • PTSS: Weinig bewijs bij kinderen, maar lijkt effectief bij volwassenen.
  • Eetstoornissen: Maudsley Family-Based Treatment (MFBT) is effectiever op lange termijn. Gezinstherapie is effectief bij kinderen en jeugdigen.
  • Gedragsstoornissen: Effectief bij adolescenten, met duurzame effecten voor MST en FFT.
  • Verslaving: Effectief bij adolescenten en jongvolwassenen, vooral op lange termijn.

Conclusie: Systeemtherapie heeft vaak langdurige effecten waar individuele therapieën tekortschieten.

38
Q
A