Thema 1 Wat Is Psychologie? Flashcards

1
Q

Wat bestudeerd een klinisch psycholoog?

A

De klinische psychologie bestudeerd abnormale gedachten, gevoelens, gedrag of persoonlijkheidstrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt er gesproken over mensen die in behandeling zijn binnen de klinische psychologie?

A

Cliënt of Patiënt. Hierbij heeft client de voorkeur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe moet er over de problemen van cliënten gesproken worden?

A

Alsof het psychische variatie zijn of kwetsbaarheden. Mensen zijn niet hun ziekte, en durven er anders niet altijd vooruit te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen een patiënt en een cliënt?

A

Een patiënt is iemand waar het niet goed mee gaat en hulp moet hebben.

Een client is iemand die hulp zoekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom wordt de term psychische stoornis niet wenselijk meer gebruikt?

A

Dit is een definitie van een stigma: Een onderscheidend kenmerk dat negatief beoordeeld wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn volgens Selignam de zeven factoren die bepalen of gedrag als abnormaal wordt beschouwd?

A
  1. Persoonlijk leiden
  2. Disfunctionaiteit van het gedrag
  3. Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
  4. Opvallend en onconventioneel gedrag
  5. Onvoorspelbaarheid en controleverlies
  6. Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij een andere teweeg brengt
  7. Overtreden van morele normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke modellen gaan in op het onderscheid tussen normaal en abnormaal?

A

1) Statische model
2) ziektemodel
3) leer- en onderwijsmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het statische model?

A

Menselijke eigenschappen zijn min/meer normaal verdeeld en abnormaliteit wordt bepaald door extreem lage of hoge scores op schalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het medisch/ziektemodel?

A

Psychologische problemen zijn vergelijkbaar met somatische ziekten en verklaren onderliggende mechanismen de stoornis

Somatogeen = lichamelijke aandoening ligt aan de psychische stoornis ten grondslag

Psychogeen = er ligt een psychologische mechanisme aan een stoornis ten grondslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het Leer- of onderwijsmodel?

A

Psychische problemen als gevolg van leerprocessen en hulpverlener en patiënt werken samen aan het oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de hoofdvraag binnen klinische psychologie?

A

Wat is normaal en wat is abnormaal?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kritiekpunten met betrekking tot het statisch model?

A
  • Grenswaarde is arbitrair (grijs gebied): wat is de lijn tussen normaal en abnormaal

-Specificeert niet hoe ongewoon gedrag moet zijn om het abnormaal te noemen: psychopathologie is zo ongewoon soms dat het niet normaal verdeeld is

  • Het maakt geen verschil of de statische afwijking ook gepaard gaat met lijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen het medisch/ziekte en leer onderwijsmodel?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de kritiek op het medisch model?

A
  • Er wordt gesproken over therapie, maar de vraag is of er wel van ziekte en genezing gesproken kan worden (szasz0

szasz vind dat er gekeken moet worden naar de aanwezigheid van aantoobare neurologische, fysiologische en biochemische afwijzingen voor de grens tussen geestelijke gezondheid en geestesziekte te bekijken.

  • Ziekte en therapie werkt stigmatisering - client over illness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de voordelen van het onderwijsmodel?

A
  • Geen stigmatisering binnen de woordkeuze
  • Meer eigenverantwoordelijkheid aan de cliënten
  • Benaming doet meer recht aan wat er gebeurt binnen de hulpverlening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat toont de huidige Trent aan met betrekking tot de modellen?

A

Dit toont aan dat er een samenwerkingmodel ontstaat waarbij de gezamenlijke besluitvorming centraal staat.

17
Q

In de DSM-5-TR staat een definitie van psychische aandoeningen. Welke vormen van gedrag worden door deze definitie uitgesloten?

A

Deze definitie sluit verwachten en culturele aanvaarde reacties uit. Bijvoorbeeld als iemand dood is, mag je even depressief zijn. Maar niet te lang, dan wordt dit weer abnormaal.

Culturele zijn bijvoorbeeld de aanhoudende protesten van boeren tegen het stikstofbeleid of andere culturele zaken.

18
Q

Waar verschillen alle 3 de modellen in?

A

Er is geen definitie van psychische stoornissen en abnormaal/normaal gedrag. Tegenwoordig meer gebaseerd op het idee van een continuum tussen psychische gezondheid en psychische problemen. Bepalende facture zijn:

-frequentie
Ernst
Duur

19
Q

Wat is de verhouding tot hulpverlener en patient binnen de modelle en wat is de huidige trent?

A

De drie modellen verschillen in hun houding tussen hulpverlener en patient.

Huidige trent toond aan dat er meer samenwerkingsmodel ontstaat waarbij ‘gezamelijke besluitvorming’ centraal staat.