Thema 3.3 Cognitieve benadering Flashcards
Wat zijn cognitieve theorieën en hoe verklaren ze psychopathologie?
Cognitieve theorieën: Gaan over informatieverwerking bij mensen en de karakteristieke processen en inhoud die psychopathologie verklaren.
Belangrijke informatieverwerkingsprocessen:
* Aandacht
* Interpretatie
* Herinnering
Hoe verklaart cognitieve theorieen de sychopathlogie?
Psychopathologie ontstaat door de manier waarop mensen informatie selecteren en verwerken.
Schema: Structuren van samenhangende kenniselementen over de wereld, de persoon zelf, en interacties tussen persoon en buitenwereld.
Wat staat centraal binnen cognitieve psychologie?
In cognitieve psychologie staat onderzoek naar informatieverwerkingsprocessen
centraal en wordt het menselijk brein dan ook vergeleken met een computer.
Wat houdt de stresscopingtheorie van Lazarus (1966) in, en welke twee informatieverwerkingsprocessen staan centraal?
De stresscopingtheorie van Lazarus (1966) beschrijft hoe mensen omgaan met stress via twee informatieverwerkingsprocessen:
Primary appraisal: Bij confrontatie met een potentiële stressfactor wordt een inschatting gemaakt van de mate van bedreiging.
Secondary appraisal: Vervolgens wordt beoordeeld welke mogelijkheden beschikbaar zijn om succesvol met de bedreiging om te gaan.
Wat is informatieverwerking, en welke drie aspecten kunnen worden onderscheiden?
Informatieverwerking verwijst naar de processen die een rol spelen bij de verwerving, opslag en reproductie van kennis. De drie aspecten zijn:
- Waarneming
- Verwerking
- Geheugen
Hoe werken schema’s bij de informatieverwerking, en wat is hun nut en nadeel?
Schema’s zijn structuren van kennis die automatisch worden geactiveerd door gedachten, gevoelens of percepties. Ze sturen de informatieverwerking op verschillende niveaus:
- Selectie van informatie: Bepalen welke informatie aandacht krijgt en wat wordt genegeerd.
- Betekenisverlening: Helpen bij interpretatie en het vormen van nieuwe betekenissen.
- Herinneringen: Beïnvloeden wat we herinneren en hoe we betekenis eraan geven.
Nut: Schema’s helpen bij het selecteren, comprimeren en interpreteren van informatie.
Nadeel: Ze kunnen vergissingen of vertekeningen veroorzaken, wat kan leiden tot psychopathologie.
Wat is impliciete en expliciete kennis?
Impliciete kennis is wat mensen weten, maar niet kunnen omschrijven. Het betreft kennis en ervaringen die automatisch worden toegepast in het dagelijks leven.
Expliciete kennis is bewuste kennis die mensen kunnen verwoorden en bewust toepassen.
Hoe verschilt de psychoanalyse van de cognitieve psychologie in hun benadering van impliciete en expliciete kennis?
Psychoanalyse: Richt zich op driften en emoties die om motivationele redenen onbewust worden gehouden.
Cognitieve psychologie: Richt zich op kennis, vaak met sterke emotionele associaties.
Wat is het verschil tussen automatische en gecontroleerde informatieverwerking?
- Automatische informatieverwerking: Gebeurt snel en zonder veel moeite. Voordeel: Grote capaciteit, snel en zonder hapering. Nadeel: Niet geschikt voor onverwachte of onbekende input.
- Gecontroleerde informatieverwerking: Gebeurt langzamer, met bewuste aandacht. Nadeel: Beperkte capaciteit, kan slechts een beperkt aantal eenheden informatie tegelijk verwerken (ongeveer 5-6 chunks).
Wat is het verschil tussen impliciete/expliciete kennis en automatische/gecontroleerde informatieverwerking?
Impliciete/expliciete kennis: Betreft onbewuste versus bewuste kennis.
Automatische/gecontroleerde informatieverwerking: Gaat over hoe informatie verwerkt wordt: automatisch (zonder bewuste inspanning) of gecontroleerd (met bewuste aandacht).
Wat zijn de vier mechanismen die optreden wanneer informatie het schema tegenspreekt?
- Selectiebias in de waarneming: Informatie die niet overeenkomt met het schema wordt niet waargenomen.
- Bias in de interpretatie: Informatie die het schema tegenspreekt wordt bevestigd of weggeduwd.
- Verwachtingen: Mensen gedragen zich op een manier die hun verwachtingen bevestigt, waardoor tegenervaringen niet ontstaan.
- Vertekende herinneringen: Men herinnert zich gemakkelijker informatie die strookt met het schema.
Wat zijn de twee processen bij disconfirmerende ervaringen volgens Piaget?
Assimilatie: Nieuwe informatie wordt vervormd zodat het in het bestaande schema past.
Accommodatie: Het schema wordt aangepast zodat het strookt met de nieuwe informatie.
Wat is een depressogeen schema volgens Beck (1976)?
Een depressogeen schema is een cognitief schema dat ten grondslag ligt aan depressie. Het bevat gedachten over waardeloosheid, schuld, onrechtvaardigheid, en de hopeloosheid van de toekomst.
Het werk van Beck staat aan de basis van de cognitieve benadering van psychopathologie. Welke van onderstaande uitspraken over Becks opvattingen is niet juist?
Beck introduceerde een diathese-stresstheorie over de biologische aspecten van het cognitieve functioneren.