Thema 3: H7 Flashcards
Geef de 3 elementen van motivatie
- Richting of keuze: wat iemand probeert te doen
- inspanning of intensiteit: de moeite die iemand neemt om iets te doen
- Volharding of duur: hoelang iemand blijft volhouden
Noem 3 belangrijke notities bij motivatie
- Mensen worden altijd wel gemotiveerd om iets te doen
- Ook andere factoren dan motivatie vio werkprestaties
- Motivatie is abstract, kan niet worden geobserveerd
Noem 2 soorten theorieën van motivatie waartussen onderscheid wordt gemaakt
- Inhoudstheorieën (content): wat is de motivatie achter menselijk werkgedrag? WAT mensen doen (keuze) en HOEVEEL inspanning ze leveren (intensiteit)
- Procestheorieën: hoe is motivatie vio ons gedrag? HOELANG ze dit volhouden (duur)
Noem 3 op gezond verstand gebaseerde benaderingen van motivatie
- Theorie X: Mensen zijn niet te vertrouwen, irratinoeel, lui. Moeten gecontroleerd en gemotiveerd worden door financiële incentives. Controlemiddelen nodig.
- Theorie Y: Mensen zijn op zoek naar onafhankelijkheid, ontwikkeling en creativiteit, moreel verantwoord, inzetten voor succes werkgever als ze ook goed behandeld worden
- Sociale benadering: Mensen zijn op zoek naar betekenisvolle sociale relaties, gevoelig voor verwachtingen van anderen
Verband tussen theorie en gezond verstand is zwak
Noem 4 kenmerken van behoeftetheorieën
- Menselijk gedrag wordt veroorzaakt door psychologische behoeften, biologische origine
- Niet voorzien –> spanning en onevenwichtigheden
- Behoeften gerelateerd aan inhoudscomponent van motivatie, niet aan procescomponent
- Tradities: 1) psychologische groei en 2) prestatiebehoefte
Noem 5 kenmerken van de behoeftetheorie van psychologische groei
- Bekendst. Theorie van Maslow, 5 klassen menselijke behoefte (pyramide)
- Tekortkomingen:
- Behoeften niet te groeperen zoals voorspeld
- Als bepaalde behoeften belangrijk, voorspelling onbetrouwbaar
- Geen duidelijke relatie behoeften en gedag
- Behoeften te onspecifiek beschreven
- Idee van behoefte als biologisch fenomeen problematisch
.3 conclusie: Kan tot op zekere hoogte menselijke gedragingen verklaren, lastig toepasbaar in werksituaties.
Geworteld in algemene persoonlijkheidstheorie
Noem de 5 klassen behoeften van Maslow
- Fysiologisch: primitieve en fundamentele biologische behoeften
- Veiligheid: fysiek en psychologisch
- sociaal contact: steun, affectie, interpersoonlijke warmte
- Waardering: behoefte aan erkenning en respect
- Zelfrealisatie: behoefte an het vervullen van eigen potentieel
Noem 4 kenmerken van de prestatiebehoefte
- 1 vd 20 behoeften tga gedrag, Murray.
- Wens om obstakels uit de weg te gaan, macht uit te oefenen en zo goe n zo snel mogelijk ingewikkelde taken uit te voeren
- Basis voor McCelland’s theorie over werkmotivatie: welvaart van een land is deels afh van prestatiebehoefte, nAch- kritiek!
- 6 takenvoorkeuren die op grote prestatiebeheofte uiden, Sagie
Noem de 6 taakvoorkeuren van Sagie, die duien op grote prestatiebehoeften
Voorkeur voor:
1. Taken die onzekerheden omvatten
2. Ingewikkelde taken
3. Taken met persoonlijke verantwoordelijkheid
4. Taken die ingecalculeerde risico’s omvatten
5. Taken met probleemoplossend vermogen of inventiviteit
6. Taken die voldoen aan de behoefte om te slagen
VS hoogst op meeste elementen, Japan op laatste plaats. Alleen taakvoorkeur zelfde in Japan als VS
Beschrijf 4 kritieken op McClelland’s theorie over werkmotivatie
Kritiek: Onduidelijk hoe prestatiebehoefte werd vertaald naar economisch succes
Clelland: Ondernemersactiviteiten zijn gedeeltelijk aan prestatiebehoefte toe te schrijven
Tegen:
- Geen bewijs dat mensen met hoge prestatiebehoefte meer geneigd waren om eigen bedrijf te starten (Hansemark)
- Mensen die al ondernemer waren wel bescheiden verband tussen prestatiebehoefte ens ucces (Rauch en Frese)
- Politiek en hogere managementfuncties: MACHT betere predictieve factor dan prestatiebehoefte
Hoe kun je need for achievement (nAch) meten?
Prestatie Motivatie Test (PMT).
! Meet in feite ambitie ipv nAch!
Noem 5 kenmerken van de verwachtingstheorie
- Focus op proces - hoeveel waarde hecht iemand ergens aan?, proces, (niet wáarom; inhoud) door Vroom
- = VIE-theorie: valance, instrumentality, expectancy
- Probeert te verklaren hoe mensen voor een bepaalde manier van handelen kiezen. Cognitief keuzeproces, evaluatie van 3 factoren:
a) VERWACHTING - kans
B) INSTRUMENTALITEIT - kans
C) VALENTIE - subjectief - Drang tot handelen is product van VIE: Verwachtin X instrumentaliteit X valentie = motivatie
- 3 voorwaarden gemotiveerd werk doen (managers)
Noem de 3 voorwaarden voor managers voor gemotiveerd werk doen
werknemers moeten..
1. inzien dat ze over de benodigde vaardigheden voor het adequaat uitvoeren van hun werktaken beschikken (verwachting)
2. inzien dat als ze hun werk goed doen, ze hiervoor beloond worden (instrumentaliteit)
3. de beloning voor goede werkprestaties aantrekkelijk vinden (valentie)
Noem 5 kritische bevindingen over de verwachtingstheorie, van Van Eerde en Thierry
- Gedrag even goed voorspeld door optellen ipv vermenigvuldigen
- Werkt niet bij negatieve valentie
- beter als uitkomst attitude is en geen gedraging
- Metingen van VIE obv zelfrapportage vaak slecht opgesteld, andere variabelen kunnen gemeten zijn
- Beter verschillende uitkomsten van dezelfde persoon vergelijken dan verschillende mensen met elkaar
Beschrijf kort de verwachtingstheorie
Iemands handelen is afhankeiljk van zijn overtuiging op het gebiede van
1. eigen capaciteiten (verwachting)
2. of het handelen tot een beloning leidt (instrumentaliteit)
3. hoe waardevol deze beloning is (valentie)
Noem 3 kenmerken van rechtvaardigheidstheorieën
- Gericht op cogn processen die een rol spelen bij iemand beslissingen om wel of niet bepaalde inspanningen te leveren.
~ verwachtingstheorieën –> vorm van procestheorieën - Mensen zien eerlijkheid als hoogste goed (=verschil verwachtingstheorieën)
- Adams eerste theorie obv sociale relaties, 4 stellingen
Noem een verschil tussen verwachtingstheorieën en rechtvaardigheidstheorieën
Rechtvaardigheidstheorieën stellen dat mensen eerlijkheid als hoogste goed zien, verwachtingstheorieën niet
Noem de 4 stellingen van Huseman van Adams rechtvaardigheidstheorie
- Mensen beoordelen hun relatie met anderen obv verhouding output - input in de relatie te vereglijken met die van een vergelijkbaar ander iemand
- Verschil eigen verhouding tov ander: opgevat als onrechtvaardig
- Hoge onrechtvaardigheid –> stress
- Meer stress –> harder werken om rechtvaardigheid te herstellen
Wat is organisationele rechtvaardigheid?
Iemands perceptie van de eerlijkheid van wie wat krijgt (distributief), de systemen waarmee wordt bepaald wie wat krijgt (procedureel) en de netheid en openheid van het interpersoonlijke gedrag (interacitoneel).
- Verband met motivatie en prestaties
- Sterker in INDIVIDUALISTISCHE culturen
- Aanwezigheid 1 vorm kan andere vormen compenseren
Beschrijf de rechtvaardigheidstheorie van motivatie
Mensen worden gemotiveerd door de rechtvaardigheid van de beloningen die zij, in vergelijking met andere mensen, ontvangen voor de bijdragen die ze leveren
Wat is distributieve rechtvaardigheid?
Of mensen geloven dat zij een eerlijke beloning hebben gekregen (of zullen krijgen)
Juistheid beoordelen door:
1. Rechtvaardigheid
of 2. obv gelijkheid en behoefte
Wat is procedurele rechtvaardigheid?
Of mensen geloven dat de procedures die in een organisatie worden gehanteerd om beloningen toe te wijzen rechtvaardig zijn.
Afh van
1. Ontbreken van vooroordeel
2. zorgvuldigheid van informatie beslissingen
3. Vertegenwooriging stakeholders
4. Correctie fouten of onrechtvaardigheden
5. Ethische gedragscodes