Terreinmethoden Flashcards

1
Q

Het passief behoudsbeginsel

A
  • “Het is verboden archeologische artefacten, archeologische sites en archeologische ensembles te ontsieren, te beschadigen of te vernielen”
  • Passief
  • Behoud
  • Beginsel
    = Uitgangspunt
    <-> actief behoudsbeginsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Preventieve archeologie

A
  • Treedt op als er archeologisch erfgoed bedreigd worden
    -> Gekoppeld aan geplande ingrepen of bedreigingen
  • Doel: Ongedocumenteerde vernieling vermijden
  • Malta wetgeving: In situ bewaren als kan, ex situ als moet of vanuit wetenschappelijk onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bureauonderzoek

A
  • Ieder onderzoek bouwt voort op bestaande kennis en mogelijk op eerder onderzoek
  • Inwinnen van informatie over het onderzoeksgebied/ site alvorens veldwerk uit te voeren
    -> Wat is het archeologische potentieel en wat is de vermoedelijke graad van intactheid ervan?
    -> Voorkomen foute te maken tijdens het veldwerk of onderzoek dubbel te doen
    -> Inschatten impact ‘bedreiging’ op het archeologische bodemarchief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoofdbestanddelen van bureauonderzoek

A

De bureaustudie wordt onderbouwd door de volgende onderdelen:
- Landschappelijk dossier: Locatief en landschappelijk kader
- Historisch dossier: Welke gebeurtenissen hebben in de regio plaatsgevonden?
- Archeologisch dossier: Kennis van de archeologische in het gebied
-> Zoveel mogelijk gestaafd met kaartmateriaal
-> Let ook op toponiemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Landelijk dossier

A
  • Aanvullende/inleidende informatie voor het archeologisch-historisch dossier
  • Soorten kaarten
  • Voor de prehistorische periodes soms de enige leidraad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Historisch dossier

A
  • Historische kennis van het onderzoeksgebied
    -> Gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het gebied en referenties naar sites
    -> oude kaarten en luchtfoto’s
  • Historische kennis van het onderzoeksonderwerp
  • Waarom?
    • Context voor je onderzoek –> Opbouwen van het historische en chronologische kader van het gebied
      • Archeologische potentieel inschatten; Welke resten kan je verwachten?
      • Nut voor prehistorisch onderzoek? In bepaalde gevallen wel degelijk
    • Welke gebeurtenissen kunnen effect hebben gehad op de huidige toestand van het archeologisch erfgoed?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Archeologisch dossier

A
  • Bevat alle archeologische data gekend voor een gebied en/of voor het onderzoekskader
  • Belang
    • Vaststellen van de archeologische potentie van het gebied
    • Vaststellen welke stukken van het gebied al zijn onderzocht of versoord zijn
    • Kennis over het onderzoeksgebied geeft context aan de vondsten
      –> Schetst een beeld van de menselijke activiteiten binnen je onderzoeksgebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly