Les 10 Flashcards

1
Q

Metalen functies

A
  • Decoratief
  • werkgerei
  • wapens en bescherming
  • economisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Metalen eigenschappen

A
  • Kleur
  • Hardheid
  • Zeldzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Metalen vroegste vorm

A
  • Gedegen metaal: Natuurlijk voorkomend metaal
  • Kon worden bewerkt: Polijsten, behammeren
    -> Gebruikt als sierraden of inlegstuk
  • Vergelijkbaar met stenen/ mineralen, pigmenten, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metaal extractie

A

Verschillende punten van origine doorheen de geschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Legeringen

A
  • Combineren van metalen of toevoegen van niet-metallische elementen
  • Geven een variatie in mechanische eigenschappen, maar ook sensorische zoals kleur, geur, smaak, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Technologie

A
  • Naast de feitelijke metalen worden vooral productieresten bestudeerd
  • Metalen
    • Legering: Betreft hoofd- en neven-elementen
    • Bewerking van het metaal is zichtbaar in microstructuur
    • Type-chronologie
  • Productieresten
    • Micro-structuur geeft inzicht in primaire en secundaire metallurgische processen
    • Micro-analyse van bepaalde fasen + bulk chemische analyse van slakken karakteriseren proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metallografie

A
  • Productieproces bestuderen door microstructuren
  • Gepolijste stukken artefact onder microscoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herkomst

A
  • Koper mineralisatie slecht op beperkt aantal plaatsen in de wereld
  • Variatie in type mineralisaties
    -> Verschillende elementen aanwezig in eerste
    -> Verschillende geologisch leeftijd van mineralisatie
    Maar toch complex!
    Verband erts – metaal moeilijk
    Recyclage, mengen etc.
  • Primaire productie in relatie tot mijnen
  • Studie van secundaire workshop -> ook veel inzicht in het productie proces en herkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Glas ouderdom

A
  • Laat!
    • 2 500 vr. Chr.
    • Late bronstijd -> Egypte en oude nabije oosten
  • Ontdekking -> Zand dat onder vuur vervormde
  • Parels
  • Domeinen -> Echt gebruikt woongebruik en funeraire context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Glas samenstelling

A
  • Zand + flux + stabilisator
  • Bepaling van samenstelling hoofd- en neven-elementen
    -> indeling in grote glas-types
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De archeologische tijdschaal

A
  • Bestaat uit een opeenvolging van archeologische periodes
  • Periode = Een van chronologische begrenzingen voorzien technocomplex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Periodiseren

A

Ordenen vaan culturele resten op de historische tijdschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Antropoceen

A
  • Impact van de mens op het klimaat, atmosfeer en omgeving
  • Nieuwe geologische tijdsperiode binnen het Holoceen?
  • Beginpunt?
    • Industriële revolutie
    • Na WO II
  • Kritiek
    • Wat is de uiteindelijke impact
    • Geologisch enorm korte periode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Relatieve datering

A

de chronologische positie van een fenomeen ten
opzichte van een ander bepalen, zonder tijdsinterval zelf te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Absolute datering

A

inschaling van archeologische objecten of situaties in ons conventioneel chronologisch systeem van kalenderjaren -> absolute meetschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stratigrafie

A

De studie van de opeenvolging van lagen in de ondergrond

17
Q

Wet van superpositie

A

in een originele opeenvolging van lagen en structuren is de bovenliggende eenheid de jongere en de onderliggende de oudere

18
Q

Wet van de stratigrafische opeenvolging

A

bestuderen van fysische contacten/interfaces tussen de verschillende lagen -> zorgt voor eenheid van de stratificatie

19
Q

Chronologische indicator

A

Evolutie que materiaal, vorm en stijl

20
Q

Type

A

Een complex van attributen die gemeenschappelijk zijn aan een aantal objecten

21
Q

Typolgie

A

Het onderbrengen van artefacten in types

22
Q

Assemblage

A

Een geheel van artefacten dat afkomstig is uit een site

23
Q

Archeologische cultuur

A

Een polythetisch geheel van specifieke en omvattende typecategorieën die in een reeks ensembles uit een afgelijnd geografisch gebied steeds weer voorkomen gedurende een zekere tijdsperiode

24
Q

Techno-complex

A

Een groep van culturen waarvan de ensembles gekarakteriseerd worden door types ui dezelfde families, maar niet noodzakelijk door dezelfde types

25
Q

Kruisdatering

A
  • Tussen relatief en absolute dateringen
  • Informatie kruisen met die van andere plaatsen
  • Transporteren van de absolute of relatieve datering dus via externe aanknopingspunten
  • Via bepaalde gegevens kan een lokale situatie aan gedateerde fenomenen vastgekoppeld worden
  • Een specifieke vorm van relatief dateren, waarbij het er nu niet op aankomt een interne orde tot stand te brengen, maar wel om gelijktijdigheid te bepalen op basis van het gelijkaardig voorkomen