Les 7: Terreinmethoden Flashcards

1
Q

Resultaat van formatieprocessen

A

De processen en factoren die invloed hebben op de vorming van de sites, materiële cultuur, artefacten en sporen doorheen de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Prospectie

A

Alle vormen van archeologische onderzoek waarbij niet vlakdekken en volledig wordt opgegraven voor het lokaliseren en documenteren van menselijke activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Globale methoden

A

Verkenning van een groot onderzoeksgebied om sites te lokaliseren/vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doel prospectiemethoden

A
  • Kleine gebieden in detail prospecteren
  • Chronologie, omvang en ontwikkeling van een site achterlaten
  • Activiteitsgebieden van een site achterlaten en weergeven
  • Informatie over de relatie landschap - site
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Luchtfotografie

A
  • Archeologische sporen zichtbaar?
    • Opstaande structuren
    • Onderliggende structuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Soilmarks

A

Verandering in eigenschappen van de bodem: Kleur, textuur, vochtigheid, voegingswaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cropmarks

A
  • Een versterkte of verminderde groei van een gewas
  • Veroorzaakt door hogere of lagere vochtigheid en/of voedingswaarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Remote sensing

A

Informatie over de omgeving vastleggen o.b.v. data analyse verzameld d.m.v. een detectiesysteem dat niet in contact staat met het te bestuderen object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elektromagnetisch spectrum

A

Het geheel van bij elektromagnetische straling voorkomende golflengtes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Basis Principe aardobservatie

A
  • Objecten aardoppervlak/atmosfeer reflecteren, absorberen, transmitters of emitteren energie in verschillende delen van het spectrum
  • Resultaat = Spectrale signatuur object voorgesteld m.b.v. spectrale respons /reflectantie curve
  • Bepaald welk type RS data we zullen gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verkennend archeologisch booronderzoek

A
  • Sediment opboren en uitzeven
  • Meestal worden de boringen in een regelmatig patroon geplaatst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Proefsleuven

A

Enkel aangelegd tot op het eerste archeologisch leesbare niveau met als doel een horizontaal ruimtelijk inzicht van de archeologische site te verwerven; sporen worden maar in beperkte mate opgegraven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Proefputten

A

Aangelegd met een opgravingsvlak per archeologisch relevant niveau on een zicht te krijgen op de verticale stratigrafische opbouw van de te onderzoeken zones. Elke proefput wordt gezien als een beperkte opgraving en wordt zodanig geregistreerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly