Ecofacten Flashcards

1
Q

Environmental Archeology

A
  • Evolutie van het landschap
  • Menselijke impact op milieu
  • Adaptatie mens aan natuurlijke omgevingsfactoren
  • De buitenste sfeer van het systeem model
  • Maar ook: Handel, economie en menselijke keuzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Archaeobotanica

A

= Studie archeologische plantenresten
- Pollen
- Zaden en vruchten
- Hout en houtskool
- Fytolieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pollen: Stuifmeel

A
  • Stuifmeelkorrels van bloemen/Katjes van bomen en planten
  • Fossiel bewaard in permanente waterverzadigde/zuurstofarme contexten
  • Weergave van regionaal landschap: Flora, bloemen, planten
  • Impliceert ook info over milieu en klimaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plant macroresten

A

Blijven alleen bewaard onder specifieke omstandigheden
- Verkoold
- Gemineraliseerd
- Waterverzadigd
- Verdroogd
- Als afdruk
Studie
- Bulkstalen die worden afgezeefd
- Resten worden geselecteerd en geteld
- Bestuderen voedselpatroon van mens en dier
- Teelt van gewassen, verwerking en gebruik/consumptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hout

A
  • Determinatie via nerfstructuur dus soort specifiek veel gebruikt
  • Maar slechte bewaring handel
  • Schrijnwerkambacht
  • Dendrochronologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fytolieten

A

= Microscopische minerale instructies in plantenresten
- “plant steen”
- Kunnen bewaren in condities waarin andere planten niet bewaard kunnen blijven
- Lokaal
- In verschillende plant organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Archeozoölogie

A
  • Studie dierlijk bot, dierenkunde
  • Relatie tussen dier en mens
  • Tijd- en ruimte specifiek
  • Selectie en keuze: domesticatieproces
  • Voedsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Micro-archeozoölogie: Visbot

A
  • Soort specifiek
  • Klein, via zeefstalen in natte context
  • Welke soort gevangen en wanneer?
  • Organisatie visvangst
  • Leeftijd vis
  • Visverwerking
  • Dieet en eetcultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Micro-beestjes: Insecten

A
  • Stenotypisch: Typisch voor klimaat/ regio/ milieu
  • Maar ook relatie tot hygiene en activiteiten
  • Bewaring: Fossiel en chitine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Micro-beestjes: Parasieten

A
  • Hygiene
  • Ziektes
  • Gastheer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Diatomeeën

A

Microscopisch kleine diertjes die typisch zijn voor zoet, brak of zout water en waarvan schildjes bewaard blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grafheuvels

A
  • Bronstijd
  • Meerdere inhumaties
  • Graf roof
  • Slechte omstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Graven in stad

A
  • 17de- 19de eeuw
  • Oud kerkhof
  • Meestal in grafkist
  • Soms in lijkzakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Graven in de kerk

A
  • 17de-19de eeuw
  • Elite
  • Cryptes en losse graven
  • Geïdentificeerde individuen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lengte

A
  • Levensomstandigheden
  • Dieet
  • Aangeboren of verkregen afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geslacht

A
  • Schedel
  • Bekken
  • Onderkaak
  • Metrisch
17
Q

Leeftijd

A
  • Minderjarigen; Tandontwikkeling- en eruptie, fusie groeischijven en bot lengte
    -Meerderjarigen; Degradatie gewrichtsvlakken, vergroeiing schedelnaden en groeislijtage
18
Q

Pathologie

A
  • Gewrichtsaandoeningen
  • Stofwisselingsziektes
  • Infecties
  • Stress indicatoren
  • Trauma
  • Gebidsaandoeningen
19
Q

Crematie analyse

A
  • Deel van informatie is door crematieproces verloren gegaan
  • Standaard methoden worden gebruikt die ook voor inhumaties worden gebruikt, maar niet alles is op dezelfde manier toepasbaar
20
Q

Gewicht, fragmentatie en Vredeling skeletcategoriën

A
  • Gewicht veredle over 3 fracties: 10+ mm, 5- 10 mm en 2-5 mm
  • Fragmentatie: Welke functie heeft het grootste gewicht en wat is de maximum afmeting van de fragmenten
  • Verdeling skeletcategorieën: Schedel, boven- en onderkaak, tanden, axiaal, extrimiteiten en kleine skeletelementen