Les 6: Bodems en sedimenten Flashcards
1
Q
Sendimenten
A
- Afzettingen
- Getuige van menselijke activiteiten
- Soms getuige van catastrofes
- Getuige van landschapsevolutie
2
Q
Ontstaan sedimenten
A
Na transport van;
- Wind
- Water
- Ijs
- De mens
3
Q
Bodem
A
- Bovenste deel van de aardkorst
- Getuige van menselijke activiteiten
- Getuige van landschapsevolutie
4
Q
Invloed op bodem
A
- Atmosfeer
- Hydrosfeer (water)
- Biosfeer (biologische activiteit)
- Lithosfeer (gesteenten en sedimenten
5
Q
Onderdelen bodem
A
- Organisch materiaal
- Mineralen
- Water
- Lucht
6
Q
Zand
A
Water gaat er snel door, dus droog, ook ‘arm’ want mineralen blijven niet ‘plakken’
7
Q
Klei
A
Water blijft vast tussen kleine partikeltjes en dus nat
8
Q
Leem
A
- Er tussenin
- Ideaal voor landbouw
9
Q
Bodems en sedimenten
A
- Matrix waar we artefacten & ecofacten in terugvinden
- Grondstof
10
Q
Geoarcheologie
A
Een specialisatie binnen de archeologie, gericht op de studie van de mensen en hun omgeving, waarbij methoden en beginselen van de aardwetenschappen en de archeologie worden toegepast
11
Q
Regionale studies
A
- Reconstructie van de loop van rivieren
- Impact van landbouw op het landschap
12
Q
Terreinstudies
A
- Begrijpen stratigrafie
- Herkennen en begrijpen van bodemsporen
13
Q
Micromorfologie
A
- Microscopische studie van bodems en sedimenten
14
Q
Chemische en fysische analyse
A
- Prospectie
- Bodempollutie
- Vruchtbaarheid bodem