Tentamen 3 examenjaar 2019-2020 Flashcards
Economische groei
Toename van de totale productie in een land, stijging van het bbp
Recessie
De economische groei is lager dan in de voorgaande periode en lager dan gemiddeld
Staatsschuld
Overheidsschuld
Aftrekposten
Bepaalde kosten die je op je inkomen in mindering mag brengen, zodat je minder belasting hoeft te betalen. Bv betaalde hypotheekrente
Eigenwoningforfait
Bedrag dat je bij je inkomen moet optellen als je een eigen huis bezit
Inkomstenbelasting
Belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen
Loonheffing
Bedrag voor loonbelasting en premies. volksverzekeringen dat je werkgever inhoudt op je brutoloon en afdraagt aan de fiscus
Progressief belastingtarief
Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het inkomen toeneemt
Heffingskorting
Een korting op het bedrag dat je aan inkomstenbelasting moet betalen
Heffingsvrij vermogen
Het eerste deel van je vermogen waarover je geen belasting hoeft te betalen
Vermogensrendementsheffing
Belasting in box 3 over inkomen uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen
Denivellering
De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding groter
Draagkrachtbeginsel
Degene die in staat is veel te betalen, moet in verhouding meer betalen.
Motorrijtuigenbelasting
Wegenbelasting. Belasting die je betaald voor het bezit van een auto
Nivellering
De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner
Profijtbeginsel
Je betaald voor het gebruik van goederen of diensten die de overheid levert
Solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen moet een deel daarvan afstaan ten behoeve van mensen zonder inkomen of met een laag inkomen
Betalingsbalans
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Exportquote
De totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Importquote
De totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Open economie
Een land met veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen. Het land heeft een hoge import- en exportquote
Wederuitvoer
Goederen worden eerst ingevoerd en na een korte bewerking meteen doorverkocht aan het buitenland
EMU
Europees Monetaire Unie. Aantal landen binnen de Europese Unie met een gezamenlijke munteneenheid. de euro
Interne markt
Gemeenschappelijke markt. Voor de handel zijn alle binnengrenzen tussen lidstaten van de EU vervallen. Daardoor is er een vrij verkeer van:
1) Goederen en diensten
2) Personen
3) Kapitaal