Hoofdstuk 4 Jong&Oud 2020-2021 Flashcards

1
Q

cumuleren

A

Het voorafgaande erbij optellen. Optellen van percentages van laag naar hoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

deciel

A

10% van een groep mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

denivellering

A

Het groter worden van de relatieve inkomensverschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

draagkrachtbeginsel

A

Hogere inkomens moeten in verhouding meer belasting betalen dan de lagere inkomens (de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kwintiel

A

20% van een groep mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lorenzcurve

A

Een grafiek die de (on)gelijkmatigheid van een verdeling weergeeft, bijvoorbeeld van de verdeling van het totale inkomen over personen of huishoudens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nivellering

A

Het kleiner worden van de relatieve inkomensverschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

perciel

A

1% van een groep mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

primair inkomen

A

Het inkomen dat verdiend wordt in het productieproces. Voorbeelden: loon, rente, huur, pacht en winst. Is gelijk aan productie(waarde) en toegevoegde waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

profijtbeginsel

A

Het principe dat de gebruiker betaalt voor een geleverde (overheids)dienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

secundair inkomen

A

Het inkomen na herverdeling van het primaire inkomen door de collectieve sector. Te berekenen met: primair inkomen – ingehouden belastingen en sociale premies + uitkeringen en subsidies/toeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

solidariteit

A

Saamhorigheid of gemeenschapszin. Je bent solidair als je het belang van de groep boven het (financieel) eigenbelang stelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly