Hoofdstuk 2 Vervoer Flashcards
afschrijvingskosten
De waardevermindering van duurzame productiemiddelen (meestal per jaar gerekend).
break-evenafzet
De afzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten: er wordt geen winst gemaakt.
break-evenomzet
De omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten.
break-evenpunt
Het punt waar de lijn van de totale opbrengst de lijn van de totale kosten snijdt.
constante kosten
(= vaste kosten) Kosten die niet veranderen als de omvang van de productie/afzet verandert.
gemiddelde kosten
De kosten per product. Je berekent de gemiddelde kosten door de totale kosten te delen door de productieomvang.
marginale kosten
De extra kosten als de productie met één product wordt uitgebreid.
marginale opbrengst
De extra opbrengst als de productie (en afzet) met één product wordt uitgebreid.
marktaandeel
Het marktaandeel geeft weer welk deel van de totale markt in handen is van een onderneming. Het marktaandeel kan worden weergegeven in een percentage van de verkochte aantallen of in een percentage van de totale omzet. Degene met het grootste marktaandeel is marktleider.
omzet
(= totale opbrengst) De geldopbrengst van de verkochte producten. Is te berekenen door: verkoopprijs × aantal verkochte producten (= afzet).
productiecapaciteit
De hoeveelheid goederen die een land of een bedrijf maximaal kan produceren in een periode (meestal een jaar).
totale kosten
De som van de totale constante (TCK) en de totale variabele kosten (TVK).
totale opbrengst
(= omzet) De waarde van de verkochte producten. Is te berekenen door: verkoopprijs × afzet.
totale winst
Het verschil tussen de totale opbrengst (TO) en de totale kosten (TK).
variabele kosten
Kosten die veranderen als de productieomvang verandert.