Hoofdstuk 5 Jong&Oud 2020-2021 Flashcards
afschrijvingen
De bedragen die elk jaar opzij worden gezet om vaste kapitaalgoederen op het einde van de economische levensduur te kunnen vervangen door nieuwe kapitaalgoederen. De afschrijvingen zijn gelijk aan de vervangingsinvesteringen.
afzet
De hoeveelheid verkochte producten uitgedrukt in eenheden, kg, liter, etc. Het aantal producten (stuks, liters, kg) dat een bedrijf verkoopt. Ander woord voor verkochte hoeveelheid.
huur
Beloning voor de productiefactor kapitaal. Vergoeding voor of inkomen uit verhuur gebouwen of andere goederen.
investeren
Het aanschaffen van kapitaalgoederen door een onderneming of bedrijf: het kopen van goederen of diensten om er verder mee te produceren.
kapitaalgoederen
Goederen van een onderneming waarmee geproduceerd wordt om een inkomen te verkrijgen. De productiefactor kapitaal omvat de fabrieken, machines, gereedschappen, grondstoffen en voorraden eindproduct die bij de productie worden ingezet. Synoniem: kapitaal.
loon
Beloning voor geleverde arbeid: beloning voor de productiefactor arbeid.
omzet
(= totale opbrengst) De geldopbrengst van de verkochte producten. Is te berekenen door: verkoopprijs × aantal verkochte producten (= afzet).
ondernemerschap
De kennis, het inzicht en het risico durven nemen om een onderneming te starten en te runnen. Een productiefactor die beloond wordt voor het dragen van de economische risico’s die ontstaan door het combineren van de andere productiefactoren (arbeid, natuur, kapitaal).
ondernemersrisico
Het risico dat een ondernemer loopt als hij een eigen bedrijf runt.
pacht
Vergoeding voor of inkomen uit het verhuren van grond, beloning voor de productiefactor natuur (grond).
productiefactoren
De middelen waarmee wordt geproduceerd, namelijk arbeid, ondernemerschap, kapitaal(goederen) en natuur(lijke hulpbronnen).
productiewaarde
(= toegevoegde waarde) De waarde die de producent heeft toegevoegd aan ingekochte producten. Toegevoegde waarde = productiewaarde = omzet – inkoopwaarde grondstoffen en hulpstoffen = loon + huur + pacht + rente + winst.
rente
Vergoeding voor spaargeld of leengeld. De prijs van geld. De beloning die betaald moet worden voor het lenen van geld en die ontvangen wordt voor het uitlenen van geld. (= interest) Beloning voor de productiefactor kapitaal.
resultatenrekening
Een overzicht van de opbrengst, de kosten en het resultaat (winst of verlies) over de afgelopen periode.
toegevoegde waarde
(= productiewaarde) De waarde die een bedrijf (de producent) toevoegt aan de ingekochte grond- en hulpstoffen. Dit komt dus overeen met de waarde van wat het bedrijf zelf produceert. De som van de beloningen van de productiefactoren (= loon + huur + pacht + rente + winst).