Stof 2.3 Flashcards

1
Q

Soorten scopie

A
  1. Traditionele manier: Opening maken in de buikwand
  2. Endoscopie: Scopie via natuurlijke openingen van het lichaam
    Vb. Anus, mond
  3. Laproscopie: Scopie via kleine gaatjes in de buikwand
     Deze gaatjes zijn niet natuurlijk, maar chirurgisch gemaakt
     Kan tegenwoordig d.m.v. een robot, aangestuurd door een chirurg
  4. NOTES (Natural Orfice Transluminal Endoscopic Surgery): Scopie via een natuurlijke opening
    waarna ze een gaatje maken in een orgaan Vb. via de dikke darm, vagina of maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

slikproces

A
  1. Orale fase
    - Kauwen
    - De bolus (spijsbrok) gaat naar de achterkant van de tong
  2. Faryngeale fase
    - De bolus gaat van de orofarynx naar de slokdarm
    - Door reflexen, doordat de spieren samentrekken
  3. Oesofageale fase
    - Bovenste slokdarmsfincter (Kringspier) ontspant om het voedsel te laten passeren. Daarna is er verdere peristaltiek en zal de onderste slokdarmsfincter (LES) ontspannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dysfagie

A

= Moeite met slikken. (Komt vaker voor bij ouderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaak dysfagie

A
  • Neurologisch (vb. CVA, Alzheimer, Parkinson)
  • CVA heeft een nadelige invloed op het autonome zenuwstelsel. 50% van de
    mensen met CVA heeft slikklachten. Dit kan problematisch zijn voor ouderen en
    terminale patiënten. (CVA is een hersenbloeding) - Mechanisch
  • Orofaryngeale dysfagie: Afwijking van de mond en keel (vb. Tumor, faryngitis, operatie etc.)
  • Oesofageale dysfagie: Slokdarmafwijking (vb. Oesofagitis, Barrett oesofagus, oesofaguscarcinoom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

complicaties

A

kan leiden tot ondervoeding en dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aspiratie

A

= verslikken, eten/drinken in de luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

reflux

A

Twee soorten:

  1. De maaginhoud komt in de slokdarm (= Gastro-oesofageaal)
  2. De darminhoud komt in de maag (= Duodeno-gastrisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gastro-oesofageaal refluxziekte (GORZ) symptomen

A
  • Zuurbranden, pijn achter het borstbeen (retrosternaal)
  • Regurgitatie (Braken)
  • Dysfagie
  • Astma
  • Ructus (Boeren)
  • Globusgevoel (Brok in de keel), opgeblazen gevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GORZ oorzaken

A
  • Vaker spontante ontspanning van de LES of erg lage rustdruk van de LES
  • Middenrifbreuk (hernia)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

risicogroep GORZ

A

Mannen, hoge leeftijd, diabetes, overgewicht en bepaalde medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling GORZ

A
  • Afvallen, dieetadvies (Vaker en minder eten, vermijden risico-voedsel)
  • Risicovoedsel zoals alcohol cafeïne, chocolade, roken, tomaat, ui, lactose
  • Juiste slaaphouding (Linkerzij met het hoofdeinde omhoog)
  • Medicatie (zuurremmers)
  • H2-antagonisten (Histamine 2 Blokkers)
  • Protonpompremmers
  • Eventueel een operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

complicaties GORZ

A
  • Reflux-oesofagitis = ontsteking slokdarm door
    terugstromen maaginhoud
  • Barrett-oesofagus
  • Een aandoening van het onderste deel van de slokdarm waarbij het slijmvlies is veranderd
  • Is onomkeerbaar (In praktijk gedeeltelijke genezing)
  • 30x hogere kans op slokdarmkanker
  • Slokdarm(adeno)carcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly