Slokdarmcarcinoom - Pathologie Flashcards
1
Q
Slokdarmcarcinoom
A
- 4/5 overlijdt binnen 5 jaar (Overleving na 5 jaar is 15-25%)
- Vooral bij mannen die 50+ zijn Je hebt 2 vormen:
1. Plaveiselcelcarcinoom (Bovenste en middelste slokdarm)
2. Adenocarcinoom (Onderste slokdarm)
2
Q
symptomen
A
Problemen/pijn bij het slikken, ondervoed (Wasting en cachexie), malaise, braken, substernale klachten (Achter borstbeen), regurgitatie, epigastirsche pijn
3
Q
risicoprofiel
A
Roken, alcohol, reflux-oesofagitis en Barret-oesofagus.
4
Q
Diagnose:
A
- Endo echo (Inwendige echo, in dit geval via de slokdarm)
- PET/CT scan (Onderzoek met radioactief gelabelde glucose en of de tumor operabel is/
uitgezaaid is) - Gastroscopie
5
Q
Behandeling
A
- Operatie
- Via buik, borst of hals (Grote operatie)
- Chemotherapie en/of bestraling
- Oesofagusresectie (De maag, soms dunne darm, wordt de nieuwe slokdarm)
- Stent = Flexibele buis die je plaatst ten hoogte van het gezwel. Die duwt het gezwel opzij
zodat het eten erdoor kan. Dit is palliatieve geneeskunde, voor terminale patiënten
(Complicatie die kan optreden: Verstopping van de stent)