Obstipatie - Dietetiek Flashcards

1
Q

Prevalentie

A

10-20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie:

A
  • Klachten houden >3 maanden aan en zijn >6 maanden geleden begonnen
  • Persen tijdens defecatie
  • Harde keutelige ontlasting
  • Gevoel alsof er iets achter blijft
  • Gevoel van blokkade/obstructie
  • Minder dan 3x per week ontlasting
  • Diarree zeldzaam aanwezig
  • Manuele verwijdering van feces is noodzakelijk (D.m.v. de vingers)
    o Ook wel digitale handelingen genoemd
  • Consistentie: 40-60% uit water i.p.v. 75-80%
  • Verminderd gewicht van ontlasting (<30 g/d i.p.v. 150 g/d)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaak:

A
  1. Primair
    o Onvoldoende vocht en vezels
    o Verminderde mobiliteit = lichaamsbeweging o Verminderde motiliteit = peristaltiek
    o (On)bewust ophouden
    o Overgewicht
  2. Secundair (door ziekte of medicijn) o Obstructie (tumor, stenose)
    o Verminderde motiliteit en tonus (opioïden) o Etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnose:

A

Buikoverzichtsfoto met markers, endoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Klachten/symptomen:

A
  • Buikpijn, opgezette buik
  • Misselijk, braken, refluxklachten
  • Flatulentie, volg gevoel
  • Moeilijke, pijnlijke of incomplete defecatie
  • Verminderde eetlust, vage buikklachten, borrelig gevoel
  • Moeheid, onwel zijn, anorexie
  • Bloed bij de ontlasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risico profiel:

A

Ouderen (Drinken minder), vrouwen, zwangere, kinderen, gehandicapten, patiënten met psychiatrische klachten en gebruikers van opioïden (Morfineachtige pijnstilling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Complicaties:

A
  • Ani fissura (Anuskloofjes)
  • Depressie
  • Fecale impactie (Harde ontlasting die in het rectum achterblijft, blokkade)
    o Zeer ernstige graad van darmverstopping
  • Ondervoeding
  • Paradoxale diarree (Overloopdiarree)
    o Lekkage van dunne ontlasting langs een ingedikte fecesprop
  • Hemmorroïden (Aambeien)
  • Diverticulose (Uitstulpingen in de dikke darm)
  • Iets verhoogde kans op coloncarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling

A
  • groot ontbijt eten (gastrocoloische reflex)
  • aandrang niet negeren
  • beweging
  • vezelverrijkt eten
  • vocht verrijkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Medicatie

A
  1. Laxantia (volume vergrotende middelen)
  2. osmotische werkende laxantia (magnesium, fosfaat en sulfaat niet worden opgenomen –> zachter ontlasting)
  3. contact laxantia (prikkelen de darmbeweging)
  4. emollientia en glijmiddelen (meer water is in de dikke darm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geen vezels wanneer:

A
  • direct na de operatie
  • coeliakie
  • ziekte van crohn
  • colitis ulcerosa
  • vertraagde maagontledingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prebiotica:

A

zijn vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Probiotica:

A

= bacterien die inspelen op de darmflora

- zorgen voor een goeide werking van de darmen en helpen bij de ontwikkeling van het immuunsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel behaneling:

A

Normaliseren van het ontlastingspatroon en gastro-intestinale klachten. In ieder geval drie keer per week makkelijk uit te scheiden ontlasting of vaker met een normale consistentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeltijd:

A
  • 2-6 maanden

- 2-5 consulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly