Slikstoornis - Dietetiek Flashcards

1
Q

Slikstornissen door neurologsche aandoeningen

A
  1. Dysfagie
    = Moeite met slikken
  2. Aspiratie
    = Verslikken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De fasen van het slikproces

A
  • De voorbereidende fase, in deze fase wordt het voedsel waargenomen door de hersenen en
    zal het lichaam erop voorbereiden door speeksel aan te maken (1,5L per dag)
  • De orale fase, in deze fase wordt het voedsel in de mond genomen, gekauwd en tot een
    voedselbolus gemaakt;
  • De orale transportfase, in deze fase wordt de voedselbolus naar de keelholte verplaatst en
    wordt het slikken ingezet;
  • De faryngale transportfase, in deze fase vindt de slikreflex plaats en wordt de voedselbolus
    verder door de keel verplaatst;
  • De oesophagale transportfase, in deze fase gaat de voedselbolus via de oesophagus naar de
    maag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diagnose door de logopedist.

A

 Door middel van röntgenfoto/filmpje, echter is dit vaak belastend voor de patiënt
 Flexibele Endoscopische Evaluatie van het Slikken (FEES): Endoscopie ter hoogte van de
stembanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klachten/Symptomen:

A
  • Stoornissen in het kauwen van voedsel
  • Stoornissen in het verplaatsen van het voedsel door de mond
  • Niet kunnen slikken of vertraagd slikken
  • Langzaam eten
  • Eten en drinken wordt lang in de mond gehouden
  • Hoesten en kuchen bij eten en drinken
  • Kockhalzen
  • Het eten en drinken loopt uit de mond
  • Etensresten die achterblijven
  • Rare hoofdbewegingen om te kunnen slikken
  • Alleen het toetje eten (Makkelijke consistentie)
  • Het gevoel hebben dat er eten blijft hangen in de keel of slokdarm
    o Hierdoor klinkt de stem borrelig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Risicoprofiel:

A
- Bij acute aandoeningen
o Trauma
o Cerebraal Vasculair Accident
 o Sub Arachnoidale Bloeding
( Bloeding in of rond de hersenen)
 - Bij Neurologische aandoeningen
o Ziekte van Parkinson o Ziekte van Huntington
Tast delen van de hersenen aan
 Terminale ziekte
o Hersenbeschadiging door degeneratieve of metabole aandoeningen die leiden tot
aantasting van het centrale zenuwstelsel
o Multiple sclerose (MS)
o Dementie
o Neuromusculaire aandoeningen zoals myotone dystrofie en myasthenia gravis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verslikking kan leiden tot:

A
  • Verstikking
  • Ondervoeding
  • Longontsteking
  • Verminderde eetlust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tracheale aspiratie =

A

Verstikken in spuug, in de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gastrocolisch =

A

Maagpoort staat open zodat het voedsel kan voortbewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Complicaties:

A

Aspiratiepneunomie (Voedsel in de long), ondervoeding en dehydratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Medicijngebruik slikproblemen verergeren

A

Psychofarmaca, anti-cholinergica, slaapmiddelen en pijnstillers kunnen slikproblemen verergeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandelplan logopedist:

A
  • Moeite met kauwen = zacht en gemalen voeding
  • Moeite met manupileren van voedsel in de mond = zachte voeding
  • Te weinig speeksel/droge mond = zachte en voeibare voeding
  • Snel verslikken in vocht = dranken verdikken
  • Moeite met doorslikken = voeibare en zachte voeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandelplan diëtist:

A
  • Als voeding met veranderde consistentie en/of toedieningsweg noodzakelijk is: gemalen voeding, vloeibare voeding, sondevoeding of verdikken van drinkvloeistof;
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Factoren die de inname van voedsel beïnvloeden:

A

Emotionele beleving van het eten
Vb. Moeite hebben met de veranderde consistentie van de voeding
o Doen: Variatie in merken en smaken van bijvoorbeeld drinkvoeding
- ADL-beperkingen, apraxie
Vb. Moeite met bewegen als gevolg van stoornissen in het bewegingssysteem
o Verwijzen naar de ergotherapeut kan zinvol zijn voor houding, hulp en hulpmiddelen
- Communicatie
Vb. Neurologische aandoeningen kunnen gepaard gaan met spraak- of taalstoornissen
De logopedist kan adviezen geven over hoe je het beste kan communiceren met de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Doel dieetbehandelplan

A
  1. Handhaven/verbeteren voedingstoestand
    - Eiwitten
    o Bij normale voedingstoestand: 0,8-1,0 g/kg
    o Bij ondervoeding en comorbiditeit: 1,2-1,7 g/kg
    - Bij vloeibare voeding is er extra aandacht nodig voor de vitamines B1, B3, B6, B11,
    B12, A, D en E, en ijzer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeltijd:

A
  • Bij neurologische slikstoornissen: 30 kwartieren (7,5h)

- Bij blijvende slikstoornissen: 1-3x per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tips en voorwaarden voor veilig eten en drinken

A
  • Rechtop zitten, met hoofd recht op de romp
  • Eten van recht van voren aanbieden
  • Na het eten niet gelijk liggen
  • Neus weg vrijhouden
  • Rustig tempo qua eten
  • Goede conditie van het gebit en mondhygiëne
    o Door middel van bijvoorbeeld de patiënt de mond te spoelen met een zoutoplossing
  • Juiste temperatuur, consistentie, bestek
  • Niet praten tijdens eten en drinken
  • Oogcontact hebben wanneer je iemand helpt
  • Bij verslikken geen water aanbieden, eerst goed ophoesten
    o Ook niet op de rug slaan want hierdoor gaat de patiënt inademen en dat wil je niet