Lactose intollerantie - Dietetiek/Pathologie Flashcards

1
Q

Lactose intollerantie

A
  • Lactose is een disacharide bestaande uit de moleculen glucose en galactose en komt alleen in melk van zoogdieren voor.
  • Lactose wordt door lactase in de dunne darm gehydrolyseerd tot glucose en galactose en actief in de darmmucosa geabsorbeerd.
  • Bij zuigelingen is de lactosevertering in de eerste weken nog onvolledig.
  • Van lactose-intolerantie is sprake wanneer de inname van een bepaalde hoeveelheid lactose leidt tot gastro-intestinale klachten.
  • Het is een verteringsstoornis.
  • Er zit geen lactose in Nederlandse harde kaas
  •  Lactose kan ook in bijvoorbeeld hoestdrank, keelpastilles, medicatie (pil), vitaminepillen,brood en chips zitten
  •  Zure melkproducten bevatten minder lactose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lactosemaldigestie, lactosemalabsorptie, lactasedeficientie:

A
  • Lactosemaldigestie: lage capaciteit om lactose te hydrolyseren;
  • Lactosemalabsorptie: lage capaciteit om lactose te absorberen;
  • Lactasedeficiëntie: lage aanwezigheid of totale afwezigheid van lactase.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Indeling:

A
  1. Congenitale of aangeboren lactose deficiëntie (Hereditaire alactasie)
    a. Een pasgeboren heeft geen lactase (= Zeldzaam)
  2. Primaire lactose-intolerantie
    a. Als kind heb je voldoende lactase, maar als volwassene niet meer
    b. Afhankelijk van het ras: Chinezen, Zuid-Afrikanen, Zuid-Amerikanen, Thaise en
    Indonezen
  3. Secundaire lactose-intolerantie
    a. Eerst wel voldoende lactase maar een ziekte zorgt ervoor dat je minder lactase hebt
    b. Als er iets mis is met je darmen
    c. Beschadiging van het darmepitheel
    d. Vb. Door coeliakie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Prevalentie Nederland:

A

9-12%. (3/4 van de wereldbevolking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnose:

A
  1. H2-Ademtest
    - Bacteriën in het colon maken uit koolhydraten H2-gas. Dit gas wordt gedeeltelijk opgenomen in het bloed en dan via de longen uitgeademd
  2. Lactose tolerantie test
  3. DNA-test
  4. Dunne darm biopsie
  5. Diagnostisch dieet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klachten/Symptomen:

A
  • Winderigheid (Flatulentie), opgeblazen gevoel
  • Krampen, diarree
  • Obstipatie (30%)
  • Meer plassen
  • Spierpijn
  • Hoofdpijn
  • Zere keel, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaak =

A

is een te weinige aanmaak van lactase.
- Door geen lactose binnen te krijgen na het krijgen van moedermelk kan er ook een
intolerantie ontstaan
- Langzaam toevoegen van lactose kan leiden tot het tolereren van kleine
hoeveelheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Risicoprofiel:

A

- Acute gastro-enteritis, bijvoorbeeld door het rotavirus;
- Coeliakie;
- Diabetische gastropathie;
- Energie- en/of eiwitondervoeding;
- HIV-enteropathie;
- Radiatie-enteritis (enteritis op basis van beschadiging van de darmmucosa door
bestraling);
- Allergische voedselovergevoeligheid;
- Ziekte van Crohn, gelokaliseerd in de dunne darm;
- Ziekte van Whipple
o Infectieziekte in (vaak) dunne darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Of en de mate waarin klachten optreden, hangt af van:

A
  • De individuele gevoeligheid van de cliënt;
  • De hoeveelheid geconsumeerde lactose per keer;
  • De leeftijd. De mogelijkheid om lactose te verdragen, neemt af met de leeftijd
  • De wijze van lactosegebruik. Verspreid over de dag en in combinatie met
    maaltijden wordt lactose beter verdragen;
  • De temperatuur. Koude melk (4 °C) wordt beter verdragen dan lauwe of warme
    melk;
  • De snelheid van maaglediging en gastro-intestinaal transport;
  • De samenstelling van de darmflora;
  • De capaciteit van het colon om de uit lactose gevormde korteketenvetzuren te
    resorberen;
  • De aanwezigheid van andere functionele darmaandoeningen.
  • De snelheid van maaglediging heeft invloed op de mate van lactosetolerantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Complicaties:

A

Verhoogd risico op osteoporose en hypertensie door een tekort aan calcium en vitamine B12. Ook kunnen er deficiënties wat betreft vitamine D en eiwit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Medicatie:

A

Lactose-intolerantie is niet verhelpen. Probiotia en lactosepreparaten kunnen helpen bij klachten vermindering. De preparaten zorgen ervoor dat lactose toch voor een deel wordt afgebroken tot lactase. Mocht iemand lactose binnenkrijgen kan diegene dit slikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling: Lactosevrij dieet.

A
  • Kerulac en Kerutabs (soja enzympreparaten) kan je toevoegen aan de voeding. Het
    bevat lactase waardoor lactose deels wordt afgebroken
  • Dit zijn pillen of druppels (Druppels = lac)
  • Kan ook tijdens de maaltijd worden ingenomen
  • Melkproducten heb je niet perse nodig
  • In bijvoorbeeld India drinken ze amper melk
  • Ze verkrijgen calcium uit vitamine D, groente en fruit
  • Lactoseproducten kan je ook innemen met vettige producten. Hierdoor neem je minder lactose op want dat blijft achter in het vet. Vb. noten en avocado
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel behandeling:

A

Minder klachten en voeding laten voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding. Behandeltijd: Over het algemeen zullen 3 consulten om de 2-4 weken plaatsvinden, ongeveer 2-6 maanden lang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly