Schistosomiasis 1 Flashcards
1
Q
Reverse zoonoses
A
- mensen infecteren dieren die weer mensen gaan infecteren
- bijv. nertsen en mens bij CoViD
2
Q
One Health
A
- zoönoses
- voedselveiligheid
- minder AB resistentie
3
Q
NZD =
A
Neglected Zoonotic Diseases
4
Q
NZD
A
- Teaniasis
- Echinococcen
- Foodborne trematoden
- Schistosoma
- Dracunculiase
- Leishmania
- Trypanosomia
- Chagas
- Rabies
- Scabies en andere ectoparasieten
- Slangenbeet
5
Q
Belangrijkste NZD
A
- Rabies
6
Q
Guinea worm
A
- host shift naar ander dier
- meer besmettingen mens
- Target eradicatie 2030
7
Q
Schistosoma
A
- Target eliminatie 2030
- Blood-borne bot
- zoogdier eindhost, slak thost
- praziquantel
- in dieren vnl kleine herkauwers
8
Q
Elimineren
A
- < 1% erge infecties in mensen
- blokkeren transmissie
9
Q
Schistosoma transmissie stop
A
- testen voor infecties in mens en slak en zoogdieren met hoge sensitiviteit en hoge specificiteit
10
Q
Schistosoma japonicum
A
- PZQ, educatie, slakkenbestrijding, gedragveranderingen, omgevingsaanpassingen
- nog steeds endemisch in 7 provincies
- ontstaat opnieuw in sommige gebieden
- transmissie door runderen en ongedierte
11
Q
S. japonicum omgeving
A
- vnl heuvelland
- vnl door ratten en muizen
12
Q
Transmissie S. japonicum
A
- ratten en muizen indien dicht bij mens levend
- hond en varken geïnfecteerd door humane stoelgang –> kunnen ook belangrijkste host zijn
13
Q
Vrijkomen eieren en larven
A
- ’s ochtends in moerasland
- laat in de middag - ‘s avonds in heuvelgebied
14
Q
Overleving schistosoma’s
A
- vroeger: enkel mannelijke parasiet kan overleven, vrouw niet als er geen man in de buurt is.
- Bleek onjuist: vrouw kan ook overleven
15
Q
Schistosoma in subsahara
A
- Mansoni en haematobium
- hoog gebleven of gestegen in Oeganda en Tanzania