Ranching Flashcards

1
Q

Tropisch wet&dry

A
  • 1300-3000mm/jaar regen
  • RV 80-100%
  • Droogseizoen mei-sept
  • Gem. T: 25,7 graden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

UBT

A

Unité Betail Tropicale

Standaard koemaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Savanne weide

A
  • 250 UBT op 100 ha

- weinig nutritioneel hoog gras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

België weide

A
  • 4 UBT op 1 ha
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Trypanosoom symptomen

A
  • vermagering
  • gezwollen lnn
  • anemie
  • lethargie
  • fataal zonder behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ndama en Zebu

A
  • trypanotolerant ras
  • tolerant zolang laag niveau
  • Zebu enkel bij behandeling goede resultaten, niet zelf trypanotolerant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Trypanotolerantie

A
  • steeds niveau van infectie nodig
  • in praktijk ook behandeling nodig (preventief en curatief)
  • balans vinden tussen infectie toe laten en niet te groot laten worden
  • preventieve behandeling op bepaalde leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ndama ras

A
  • klein
  • schofthoogte 114cm
  • kalf 20kg
  • koe 265 kg
  • stier 365 kg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Management Ndama

A
  • extensief
  • minimum verzorging
  • (bijna) geen bijvoedering
  • zoutblok met mineralen
  • dieren hebben jong, groen gras nodig, ouder gras heeft onvoldoende nutritionele waarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Weide management

A
  • weide opgedeeld in parken van 10 km2
  • per weide 250 runderen
  • alle parken rond centraal verzorgingspunt
  • elk park onderverdeeld in 5 stukken
  • 4 herders per groep
  • koeien hele leven in park
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Branden

A
  • brandgangen met zware machines
  • branden tegen de wind in (brandgang groter)
  • branden zijkanten
  • branden met wind mee
  • op deze manier wilde dieren kans geven om te vluchten
  • ecologisch niet goed, maar geen alternatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Koeien naar nieuw park

A
  • te vroeg = gras al opgegeten voor het groot genoeg voor de hele periode kan groeien
  • tussen parcelen geen afscheiding (enkel herder)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nadelen branden

A
  • brandgangen moeilijk door gebrek aan (goede) machines
  • moeilijk bij veel regenval
  • moeilijk en gevaarlijk bij droog en veel wind
  • te veel gebrand: voeding in gevaar
  • te weinig gebrand: te weinig voeding runderen
  • niet altijd te plannen op windstille dagen (moet voor voedselzekerheid dieren –> blussen moest te voet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Savannebranden

A
  • door jagers, vissers
  • branden om dieren op te jagen en te kunnen vangen
  • weides te vroeg in brand –> voedselvoorziening voor de rest van het jaar in gedrang
  • blussen omdat runderen anders geen eten hadden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verplaatsing dieren

A
  • prikkeldraad rond park, niet tussen parcelen
  • dieren direct na brand naar gebrand deel (assen)
  • te snel naar nieuwe weide in droogseizoen
  • gebruik hele parkopp. ipv 1 deel (controle moeilijk, aantasting weides nodig voor later)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Overbegrazing

A

zelfs na branden weinig goed gras

17
Q

Herders

A
  • systeem afh. v. vakkundigheid herders
  • moeten dieren draaien in weides
  • dieren verzamelen over grote opp.
  • dieren naar verzorgingscentra kunnen brengen
18
Q

Groepen dieren

A
  • reproductie
  • jonge mannelijke dieren
  • jonge vrouwelijke dieren
19
Q

Reproductie groep

A
  • koeien
  • 1 stier op 10 koeien
  • kalfjes tot 6-9 maand (moeten daarna ver weg omdat moeder anders gaat zoeken)
20
Q

Jonge vrouwelijke dieren

A
  • niet drachtig

- tot gewicht van 180kg (1,5-2j)

21
Q

Verzorgen

A
  • wekelijks dieren checken
  • Dip
  • Telling
  • Verzorgen
  • Onthoornen, brandmerken
22
Q

Verzorgingscentrum opbouw

A
  • meerdere groepen in 1 verzorgingscentrum

- wachtzaal - voetbad - dip - wachtzaal - wachtzaal - voetbad - verzorgingsgang/wachtzaal

23
Q

Dip

A
  • acariciden tegen teken en tse tse vliegen
  • recup dip: afdruppen na dip –> drip loopt terug na dip
  • dier moet kopje onder gaan (teken op oor)
  • breed genoeg dat hoornen niet blijven steken
  • smal genoeg dat kalfjes niet terug zwemmen
  • zo laat mogelijk in dip
  • 16.000-20.000L
  • werkt beter dan Spray
24
Q

AB

A
  • altijd langwerkend, want dieren pas na een week terug

- bij dagelijkse behandeling in wachtzaal vasthouden

25
Q

Miase voorkomen

A
  • plakkerige wondverzorging op wond waar vliegen niet doorheen konden
26
Q

Dip middelen

A
  • Bayticol = flumetrine (pyrethrenoïde)

- = stabiel, werkt tegen teken en tse tse

27
Q

Telling

A
  • alle dieren worden geteld
  • categorieën
  • oormerknummers indien aanwezig
  • oormerken met mes –> veel wonden –> brandmerken, want dat werkt beter
28
Q

Soorten verzorging

A
  • wonden
  • tryps
  • voetrot
  • huidproblemen
  • infecties
  • miasen
  • breuken bij kalfjes (door blijven steken in modder en meegesleurd in modderstromen)
  • castraties
  • vaccinaties
29
Q

Onthoornen

A
  • bij geboorte door branden

- bij volwassen dieren door afzagen punten

30
Q

Brandmerken

A
  • naam Ranch (letter)
  • Geboortejaar
  • Geboortetrimester
  • Knip in oor voor maand in trimester
31
Q

Knipoor

A
  • bovenaan = maand 1
  • uiteinde = maand 2
  • onderaan = maand 3
32
Q

Wildlife

A
  • vernieling omheining, zoutbakken
  • soms gevaarlijk voor mens
  • tegenstelling: jachtverbod-eten
  • aanval op koeien
33
Q

Python

A
  • grootste probleem kalversterfte
  • wurgslang
  • tot 10m
  • 60-100 eieren
  • vertering dagen-weken
34
Q

Oorzaken kalversterfte

A
  • verlaten door moeder
  • zwak/klein
  • breuken
  • infectie navel/onthoorning
  • verdrinken in modderpoelen
  • phyton
35
Q

Kalfjes flesgeven

A
  • intensief
  • aanvoer melk probleem
  • menselijke factor
36
Q

Slachthuis

A
  • Constructie niet zoals hier
  • personeel opleiden
  • keuring?
  • vervoer naar Libreville
  • vleesprijs
37
Q

Ranchen = zelf zorgen voor

A
  • elektriciteit
  • water
  • bouwmaterialen
  • garage
  • huizen/wegen/kralen
  • groententuin
38
Q

Ranchen = ook

A
  • zorgen voor schapen, wildlife, paarden
  • slachthuis
  • toerisme
  • administratie
  • personeel (100 + families)
  • school, ziekenhuis, supermarkt, bakkerij