DZG Flashcards
1
Q
Taak DZG
A
- welzijn van boeren in Afrika verbeteren door veterinaire kennis te delen
- vnl veehouders in meest kwetsbare gebieden (vaak conflictgebieden)
2
Q
Pastoralist
A
= nomadische veehouder
- experten in ecosysteemmanagement
- wereldwijd
3
Q
Agro-pastoralisten
A
- rondtrekkende veehouders die heen en weer trekken tussen vaste, duidelijk vooraf bepaalde plaatsen
- <50% inkomsten van dierlijke producten
- landbouw + seizoenaal rondtrekken met vee
4
Q
IDP
A
Internally Displaced Person
= vluchteling die de grens niet overgaat
5
Q
Vluchtelingen en IDP achtergrond
A
- vaak pastoralistisch
6
Q
Peri-urban veehouders
A
- in Rwanda en Burundi
- boeren aan stadsrand
- kwetsbaar door politieke geschiedenis, niet door droogte of conflict
7
Q
CAHW
A
= Community Animal Health Worker
- gekozen door community
- hulp van dierenartsen, NGO’s (DZG), overheid veterinair
- nodig want 2 dierenartsen in gebied zo groot als België
8
Q
Sociaal economische ontwikkeling
A
- Voedsel en voedselveiligheid
- toegang tot markten en financiën
- volksgezondheid (meer bewustwording)
9
Q
Ecosysteem management
A
- natuurlijke bronnen management
- agro-ecologische praktijken
- groene technologie (biogas)
10
Q
Natuurlijk bron management
A
- conflicten vermijden tussen communities door bijv. droogte te voorkomen
11
Q
Ecologische veehouderij
A
- biogas = gezonder voor milieu en persoon die kookt
12
Q
Grootste global health challenge
A
= steeds meer zoönotische ziekten
- steeds meer door meer veehouders
- 50% gelinkt aan voedselindustrie
13
Q
EID
A
= Emerging Infectious Disease
14
Q
Zoönose
A
- mens-dier en andersom
15
Q
Zoönose verantwoordelijk voor:
A
- 60% van humane infectieuze ziekten
- 75% van EIDs
- 100% pandemieën
- meer mensen sterven aan zoönoses dan aan diabetes en autoongelukken samen