Ruimtemeetkunde: H5 Flashcards
1
Q
e
A
e
2
Q
door wat wordt een vlak bepaald
A
door 2 snijdende rechten en door 2 evenwijdige rechten (stippellijn)
3
Q
wat is de normaalvector n
A
dat is een vector loodrecht op het vlak
4
Q
cartesische vergelijking van een vlak (2)
A
5
Q
wanneer heb je 2 evenwijdige vlakken
A
6
Q
wanneer heb je 2 samenvallende vlakken
A
7
Q
wanneer heb je 2 snijdende vlakken
A
8
Q
hoe bepaal je de SPV van de snijlijn van 2 snijdende vlakken met een SCV van de 2 vlakken
A
9
Q
hoek tussen 2 vlakken
A
hoek tussen 2 vlakken = hoek tussen 2 snijlijnen van die vlakken
10
Q
wanneer staan 2 vlakken loodrecht op elkaar
A
11
Q
wanneer is een rechte evenwijdig of samenvallend met een vlak
A
12
Q
wanneer is een rechte snijdend of loodrecht op een vlak
A
13
Q
afstand tussen een punt en een vlak
A
