bewijzen + stellingen + eigenschappen Flashcards
wat is de stelling van het nulpunt met de continuïteit
als f continu is in [a, b] en f(a) * f(b) < 0 dan is er een c ∈ [a, b] waarvoor f(c) = 0 => c = nulpunt
wat is de hoofdeigenschap van de continuïteit
als f continu is in [a, b] dan is de beeldverzameling daarvan één gesloten en begrensd interval
bewijs van de constante van een primitieve functie
F’(x) = f(x) en G’(x) = f(x)
=> G’(x)-F’(x) = 0
<=> (G(x)-F(x))’ = 0
<=> G(x)-F(x) = constant
<=> G(x) = F(x) + constant
wanneer heb je een absoluut min en max van een functie
absoluut max in een punt c ∈ dom f indien voor elke x ∈ dom f geldt: f(x)≤f(c)
abs min: idem alleen f(x)≥f(c)
wanneer heb je een relatief min en max van een functie
relatief max in een punt c ∈ dom f indien er een open interval I rond c bestaat waarvoor voor elke x ∈ I geldt: f(x)≤f(c)
rel. min: idem alleen f(x)≥f(c)
wat is de stelling van fernat
als de functie een relatief extremum bereikt in een punt c ∈ ]a,b[ en als de f’(c) bestaat dan is f’(c) = 0
geef het bewijs van fernat
geg: f bereik rel max in c ∈ ]a,b[ => er bestaat open interval rond c, I => voor elke x ∈ I <=> f(x)≤f(c)
en f’(c) bestaat
TB: relatief max
zie cursus
wat zegt de stelling van Rolle + grafiek
als f cont. is in [a,b] en afleidbaar in ]a,b[en f(a) = f(b) dan besstaat er een getal c ∈]a,b[ waarvoor geldt: f’(c) = 0
rico tussen a en b = 0 = f’(c) op de grafiek
wat zegt de stelling van Lagrange
als f cont. is in [a,b] en afleidbaar in ]a,b[dan besstaat er een getal c ∈]a,b[ waarvoor geldt:
f’(c) = (f(b)-f(a))/(b-a)
rico tussen a en b = f’(c) op de grafiek
geef het bewijs van lagrange
geg: f continu in [a,b] + afleidbaar in ]a,b[
TB: f’(c) = (f(b)-f(a))/(b-a)
zie p80 in boek
geef het bewijs van de middelwaardestelling van de bepaalde integraal met deze geg.
zie cursus
geef het bewijs van de eerste hoofdstelling van de bepaalde integraal met deze gegevens
zie cursus
geef het bewijs van de tweede hoofdstelling van de bepaalde integraal met deze gegevens
formule differentiaal (1 veranderlijke)
y-f(a) = f’(a)(x-a)
formule differentiaal (2 veranderlijken)
df(x,y) = f’x(x,y)dx + f’y(x,y)dy