Rousseau Flashcards

1
Q

Rousseau en de natuurtoestand

A
  1. Niet eens met hoe Hobbes en Locke de natuurtoestand zien
  2. Fout gemaakt om de sociale karakteristieken zoals de rede die kenmerkend zijn voor de beschaving terug te projecteren op de natuurtoestand, terwijl zij toen nog helemaal niet van toepassing waren.
  3. Dit heeft ervoor gezorgd dat die natuurtoestand zo’n conflictueus beeld heeft gekregen.
  4. Rousseau’s beeld is net omgekeerd, hij heeft een heel goed mensbeeld en gelooft juist dat beschaving de mens slecht heeft gemaakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie natuurlijke eigenschappen van de mens

A
  1. Vervolmaakbaarheid
  2. Gerichtheid op zelfbehoud
  3. Medelijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vervolmaakbaarheid

A
  1. betekent dat de mens geen echte essentie heeft en zichzelf daarom kan vormen.
  2. Dit kan leiden tot zeer hoge vormen van beschaving, of juist resulteren in moreel verval, culturele ontaarding.
  3. Rousseau doelt hiermee op positieve vrijheid (vrijheid om), terwijl Hobbes en Locke zich richten op negatieve vrijheid (vrijheid van)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gerichtheid op zelfbehoud

A

We hebben impulsen om te blijven leven, dat is geen problematische eigenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Medelijden

A
  1. de menselijke capaciteit om je in anderen te verplaatsen.
  2. Dit heeft alleen de natuurlijke mens, de beschaafde mens is deze eigenschap verloren.
  3. In de natuurtoestand bestaan er bij Rousseau geen natuurwet of natuurrecht die voor orde zorgen, maar heeft medelijden deze ordenende functie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Proces van beschaving

A

De mens gaat van sterk, onafhankelijk en vrij in de natuurtoestand uiteindelijk het proces van beschaving in, waarna de mens zwak, afhankelijk en onvrij wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het proces van beschaving in gang gezet?

A

doordat de mens instrumenten gaat ontwikkelen en doordat de mens gaat samenwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor gaan mensen samenwerken en instrumenten ontwikkelen?

A

Door de bevolkingsgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een gevolg van het maken van instrumenten en samenwerken behalve de ontwikkeling van de beschaving?

A
  1. Mensen gaan verlangen naar luxeproducten die ze niet nodig hebben
  2. Mensen krijgen vrije tijd
  3. De vrije tijd zorgt zorgt ervoor dat mensen zich met elkaar gaan vergelijken om na te gaan wie beter is.
  4. Dit verlangen naar erkenning, aanzien of status is een fundamentele bron van ongelijkheid en van afhankelijkheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Amour propre

A
  1. Gevolg van verlangen naar erkenning, aanzien of status uit vrije tijd.
  2. Best vertaalt als ijdelheid
  3. Er is geen ruimte meer voor medelijden en medeleven (zoals wel bij amour de soi-meme)
  4. Het is dus een eigenschap van de kunstmatige mens (hoort bij beschaving), en is slecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het ontstaan van eigendom, hoe en gevolg

A
  1. Zorgt ook voor ongelijkheid
  2. Ontstaat doordat we materialen gaan bewerken en land bewerken
  3. Dan ontstaat de behoefte om het land op te delen en eigendommen zo van elkaar te onderscheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolg van ongelijkheid door eigendom

A
  1. Met name een kleine rijke elite zal al het land gaan bezitten
  2. Leidt ertoe dat de arme massa twee keuzes heeft: werken voor de rijken of stelen en plunderen.
  3. Volgens Rousseau zullen ze kiezen voor stelen
  4. Als gevolg ontstaat er een toestand van ‘oorlog’, waarbij de rijken de minste baat hebben: zij hebben alles te verliezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gevolg van toestand van oorlog door ongelijkheid door eigendom

A
  1. De list van het misleidende sociale contract
  2. Dit is een contract dat in het voordeel is van de bezittende klasse, dat eigenlijk stelt dat iedereen zijn bezit kan houden en dat dit ook beschermd wordt door een staat.
  3. Het bevordert simpelweg de status quo.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom wil Rousseau republikanisme?

A
  1. Wilt een ander soort samenleving/sociaal contract wat niet teruggaat naar de natuurtoestand
  2. Men kan zich wanneer ze ontwikkeld zijn namelijk niet onontwikkelen
  3. Men moet ook niet naar de latere natuurtoestand van oorlog
  4. Het is beter dan het sociaal contract van beschaving, want deze brengt de vrijheid ook in gevaar
  5. De uitdaging is dus om een politieke autoriteit aan te stellen die je vrijheid juist kan garanderen, in plaats van hem af te nemen of te beperken. Iedereen moet aan zichzelf gehoorzamen en even vrij blijven als tevoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reden waarom republikanisme het beste is

A
  1. het volk moet zichzelf gehoorzamen, dus hoe kun je dat beter realiseren dan wanneer het volk zichzelf regeert?
  2. Het volk stelt geen andere politieke autoriteit in dan zichzelf. Dit is het meest radicale idee van volkssoevereiniteit, met het volk als soeverein.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Twee dimensies van iedere persoon in republiek

A
  1. Mens: particuliere identiteit, specifieke belangen, private wil, partijdig
  2. Burger: gelijk, gedeelde identiteit, algemeen belang, algemene wil, onpartijdig
17
Q

Morele vrijheid vs natuurlijke vrijheid

A
  1. Morele vrijheid is zelfbestuur volgens wetten die men zelf maakt.
  2. Morele vrijheid is een hogere vrijheid, omdat je richting geeft aan je eigen leven.
  3. Natuurlijke vrijheid is vrij zijn van beperkingen en dus het kunnen volgen van verlangens.
  4. Natuurlijke vrijheid is een lagere vrijheid. Deze lagere vrijheid volgt immers alleen je verlangens, wat je net zo vrij maakt als een hond. Je bent dan slaaf van je eigen verlangens.
18
Q

De wil van allen vs de algemene wil

A
  1. Niet hetzelfde als de algemene wil
  2. De wil van allen is de optelsom van particuliere willen.
  3. Dit is de vergemeenschappelijking van amour propre en nog steeds niet iets goeds of hoogstaands.
  4. Men is dan immers nog steeds bezig met hoe hij het zelf beter kan krijgen.
  5. De algemene wil, die we bij Rousseau Volonté Générale noemen, is dus niet een optelsom van privébelangen, maar kijkt naar het algemeen belang.
19
Q

Kenmerken van de staat van Rousseau

A
  1. Je kunt mensen dwingen om vrij te zijn (in lijn met morele vrijheid): je helpt iemand door hem te dwingen zich aan de wet te houden, die hij immers zelf heeft gemaakt en dit volgen van zijn eigen wet maakt hem vrij.
  2. De wetgever is democratisch (republikeins), maar de uitvoerende macht - de regering - is aristocratisch.
  3. De meerderheid in de volksvergadering is indicatief voor de algemene wil. Nog steeds is het idee dat die meerderheid de algemene wil voor ogen heeft.
  4. Er is een eerste wetgever die charismatisch is en vanuit de oorlogstoestand Rousseau’s ideale staat creëert (net als the first fortune van Machiavelli). Er ontstaat vervolgens een civiele religie: een religie is nodig om de samenleving bij elkaar te houden en moreel in het gareel te houden. Er moet intolerantie komen voor intolerantie, ook naar andere religies. Er moet ook censuur komen, niet in de bekende vorm, maar op zo’n manier dat mensen gestuurd worden in de juiste denkrichting.
20
Q

Waarom kunnen de kenmerken van de staat van Rousseau een bedreiging voor je vrijheid zijn

A
  1. Dwingen om vrij te zijn: dwang is nooit vrijheid
  2. Democratische wetgeving en aristocratische uitvoerende macht: de aristocratie is de huidge onderdrukkende klasse en die geef je nu weer de macht
  3. De meerderheid is indicatief voor de algemene wil: de meerderheid kan ook de wil van allen aanhangen ipv de algemene wil
  4. Charismatische leider en censuur: de charismatische leider is niet gegarandeerd van succes en censuur is onderdrukking