Hegel Flashcards
Denkwijze Hegel
Hij zet een heel eigen denksysteem op met termen die alleen begrepen kunnen worden in het licht van dat denksysteem. Het is een systeem over de hele werkelijkheid.
Staat
Niet alleen politieke instituties, maar ook het morele, religieuze en culturele leven dat deze instituties beschermen en mogelijk maken.
Individu is niet ondergeschikt aan de staat, individuen moeten zichzelf zien als leden van hun civilisatie.
In de staat kunnen mensen ondergedompeld worden in cultuur en tradities.
Burgerlijke maatschappij (civil society)
Economische relaties gebaseerd op eigen belang, instrumentele verhoudingen, systemen van behoeften, het geheel van economische ruilverhoudingen die mensen met elkaar hebben, vanuit eigen en daarmee wederzijds belang. Dit is liberale theorie.
Liberale politieke theorie
Ziet de staat vooral instrumenteel: politieke activiteit is niet goed van zichzelf, maar is een middel om andere goede dingen te bereiken.
Concept van vrijheid in liberale traditie
Negatieve vrijheid: A is vrij van X om Y te doen.
Hegels mening over vrijheid
Wil mensen voorzien van een raamwerk van politieke en sociale instituties (staat) waarin ze vrij kunnen kiezen en dus echt vrij zijn. Is dus bezig met de vraag hoe negatieve vrijheid gebruikt kan worden (om er zeker van te zijn dat A zal kiezen voor de goede Y).
Essentie van vrijheid is zelfbeschikking: een afwezigheid van afhankelijkheid van factoren buiten de persoon zelf.
Concrete vrijheid kan alleen bereikt worden door een goed georganiseerde staat.
Is een voorstander van positieve vrijheid.
Je bent vrij als je in een samenleving/staat leeft, buiten de samenleving/staat heb je maar een beperkt leven waarbij je je kwaliteiten niet kan ontwikkelen. De samenleving/staat biedt je een culturele horizon waarin je waarden kan vinden waarmee je jezelf kan identificeren.
Negatieve vrijheid is niet genoeg: je kan wel vrij zijn van belemmeringen, maar zonder doelen, betekenis, zingeving en culturele context is er helemaal geen Y om iets te doen.
Y moet worden bepaald door een rationele cultuur.
Hegels kritiek op liberale theorie
Binnen de liberale theorie wordt er geen onderscheid gemaakt tussen verlangens die centraal staan binnen de individuele persoonlijkheid en bevliegingen of impulsen.
Als je kiest voor impulsen, dan wordt je gestuurd door externe factoren en ben je niet echt vrij.
Soorten bevliegingen
Schadelijke bevliegingen (een Porsche kopen).
Onschadelijke bevliegingen (een goedkoop boek kopen).
Vrijheid verlangt dat er restricties zijn op bevliegingen.
Er zijn 2 directe condities die vervuld moeten worden als een individu echte zelfbeschikking heeft en vrij is
- Hoe een persoon kiest (vorm van een keuze; heeft betrekking op de kwaliteiten/wil van een persoon. De rede moet toezicht houden op de doelen van een persoon en op de verlangens. Rede moet ervoor zorgen dat de verlangens overeenstemmen met de doelen).
- Wat een persoon kiest (inhoud van een keuze; heeft betrekking op de natuur van hetgeen waarvoor een persoon kiest).
Wereldgeest
Is god. Ontwikkeld zich door de geschiedenis en de ontplooiing van de mens. Is immanent. Komt tot stand in de ontwikkeling van de cultuur en het zelfbewustzijn van mensen. Wordt zich tijdens ontwikkeling cultuur en zelfbewustzijn van mensen ook steeds meer bewust van eigen bestaan en ontwikkeling. Eindpunt, de absolute geest, is de Germaanse staat en het denken van Hegel zelf.
Wereldgeschiedenis
Proces van het ontstaan hiervan is progressief met een beweging richting toenemende rationaliteit en vrijheid. Civilisatie is het middel waardoor de wereldgeschiedenis zich ontwikkelt. Proces bestaat uit verschillende stadia:
1. Oosterse wereld.
2. Griekse wereld.
3. Romeinse wereld.
4. Germaanse wereld.
Ontwikkeling van ene naar andere stadium wordt mogelijk gemaakt door wereldhistorische figuren. Stadia kunnen alleen maar vooruit gaan door doden.
Ene stadium is pas mogelijk als het andere aan het einde is. Mensen en filosofen kunnen niet over de horizon van hun stadium heen kijken. Staten kunnen niet terug naar een vorig stadium.
Oosterse wereld
Despotisme, “childhood of history”, slechts 1 is vrij. Maar despoot is onderworpen aan brute/primaire/dierlijke passies. Er is nog geen rationele cultuur en die cultuur heb je nodig om vrij te zijn.
Grieken
Democratie, adolescentie van de geschiedenis, beperkte groep is vrij, sommigen mogen burger zijn.
Romeinen
Aristocratie, volwassenheid van de geschiedenis, mensen drager van juridische rechten, maar despoten nog steeds aan de macht.
Germanen
Monarchie, toppunt geschiedenis, iedereen vrij. De gewetensvrijheid die door de christelijke reformatie tot stand is gekomen, wordt beschermd door een juridische structuur, waardoor de vrijheid veruitwendigd is en mensen pas echt vrij zijn.