Aquino Flashcards

1
Q

Context Aquino en de katholieke kerk

A
  1. Aquino verbond Aristoteles met God. Veel invloed gehad op de katholieke kerk.
  2. Geloof had alles onder controle, maar grote intellectuele crisis in 13e eeuw na ontdekking teksten van Aristoteles –> verbod studie teksten.
  3. Bedreiging voor katholieke kerk dat wereldbeeld niet was gebaseerd op geloof in God, maar rede en rationaliteit
  4. Aquino integreert het kritieke van Aristoteles in religie zonder dat er spanningen ontstaan, rede en geloof waren complementair aan elkaar. Vanuit de rede kon je de noodzaak van het geloof inzien.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Synthese van rede en geloof

A

Door middel van het afgrenzen van de competenties tussen rede en geloof. Vanuit de rede kun geloven dat iets waar is, maar het volledige mysterie van de werkelijkheid zijn niet bereikbaar voor de rede.
Beide sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar leunt het Godsbewijs van Aquino op?

A

Idee van Aristoteles dat er een eerste beweging moet zijn. Aristoteles neemt waar dat beweging wordt veroorzaakt door iets, er moet iets zijn wat alles als eerste in beweging heeft gezet, volgens Aquino is dat God. De eerste beweging moet een intelligent wezen zijn geweest vanwege de complexiteit van de natuur, dus een God. Voor Aristoteles is dit juist iets onpersoonlijks en puur wetenschappelijks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overeenkomsten Aquino en Aristoteles politieke filosofie

A
  1. De staat is een natuurlijke, organische eenheid waar de burgers mee zijn vergroeid
  2. Het regime moet in het teken staan van het algemeen belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil Aquino en Aristoteles politieke filosofie

A

Aquino was het niet eens met Aristoteles dat het uiteindelijke doel van de mens ligt in het politieke/actieve leven. Hij vindt dat de ultieme telos van de mens verwijst naar de bovennatuurlijke orde (geloof) en niet de natuurlijke orde (rede). Noemt de mens een politiek en sociaal dier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn wetten nodig volgens Aquino?

A

Ondanks de telos van het bovennatuurlijke/geloof vindt hij dat men niet moet wachten tot het hiernamaals om het goede/echte leven te leiden. Men moet nu goede levens leiden. Gedrag moet gereguleerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rechtstheorie Aquino

A

Weer poging om natuurlijke en bovennatuurlijke te verbinden. Een hiërarchie van type van wetten. De hoogste wet verwijst naar de bovennatuurlijke orde en de ondersten naar de menselijke wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verstaat Aquino onder de wet?

A

Zowel verbod als gebod om iets te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Type wetten

A
  1. De eeuwige wet
  2. De natuurwet
  3. De goddelijke positieve wet
  4. De menselijke positieve wet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De eeuwige wet

A

De eeuwige wet is de werkelijkheid zoals het door God geordend is/universum zoals God het zelf begrijpt.
Descriptief en normatief onderdeel.
1. Descriptief deel beschrijft hoe de natuur zich gedraagt.
2. Normatief onderdeel beschrijft hoe de dingen zich zouden moeten gedragen als ze de natuur volgen. Dingen gedragen zich zoals ze behoren te gedragen. Er is één uitzondering en dat is de mens, de mens heeft een rede en eigen wil (God’s plan), het gevolg is dat de mens anders doet dan wat hij zou moeten doen. Wat hij behoort te doen moet hij ontwikkelen (deugd).
Alle andere wetten zijn afgeleid uit de eeuwige wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Natuurwet

A

Dat van de eeuwige wet wat de mens kan kennen door zijn redelijkheid. Alleen God kan de eeuwige wet volledig kennen.
Het zegt hoe we ons moeten gedragen en wat we behoren te doen, maar op een hele algemene manier. Doe niet wat je niet wilt dat anderen bij jou doen.
Er is alleen geen enkele situatie helemaal hetzelfde er kunnen dus verschillende conclusies getrokken worden en er kan een gebrek aan motivatie zijn om deze wet na te leven, wat politiek handelen en de toepassing van deze regel moeilijk maakt.
Overgang naar positieve wet. Overtreding van de wetten leidt tot consequenties vanuit de autoriteiten, zodat mensen zich aan de natuurwet houden (weer motivatie) → geen discussie over wat je hoort te doen, dus ook duidelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Goddelijke positieve wet

A

10 geboden, Oude Testament. Wat de mens moet doen en laten. Spreekt zich niet alleen uit over handelingen en hoe je je gedraagt, maar ook over intenties en gedachten → geen menselijk recht wat jou straft, maar wel het goddelijke recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Menselijke positieve wet

A

De wet die wordt opgesteld door menselijke autoriteiten. Komt voor uit de rationele wil van de mens, maar valt zich niet buiten de grenzen van het natuurlijke recht (wet). Zo goed mogelijk onder woorden brengen wat de natuurlijke wet van ons verlangt. Moet altijd gezien kunnen worden als overeenstemming met natuurwet, anders verliest het zijn betekenis/legitimiteit. Moet wel het algemene belang behartigen. Zo niet is het een schending van de natuurwet en hoeven ze niet meer serieus genomen te worden of je mag in opstand komen. Verschil tussen wat de wet zegt en hoe ze moeten worden geinterpreteerd in noodsituaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aquino’s positie tegenover eigendom

A

Geen eigen eigendom volgens hem, maar wel regels nodig anders is er chaos (zondeval). Als er bijvoorbeeld mensen zijn die sterven van de honger dan moet de menselijke positieve wet met een korrel zout genomen worden, de natuurwet neemt de overhand en dus heb je het recht om te stelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een goede overheid volgens Aquino

A

De rede is coöperatief. Mensen hebben wel politieke autoriteit nodig. Goede overheid is gericht op algemeen belang van de gehele samenleving, slechte alleen op de heerser → Aristoteles. Doel van regime is vrede stichten, kan alleen door wetten en die moeten gebaseerd zijn op algemeen belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beste regime volgens Aquino

A

Allerbeste regime is de monarchie, vaak ook gemengde overheid. Gemengde overheid anders dan die van Aristoteles. Eenheid van de staat beste door een monarch gerepresenteerd, bestaat wel een risico op tirannie door machtsmisbruik, daarom pleit hij voor een beperkte monarchie door gemengde constitutie.

17
Q

Hoe wordt verkomen dat een monarchie geen tirannie wordt

A
  1. De koning heeft geen absolute/ongelimiteerde macht, hij wordt beperkt door rechtsregels. Opkomst idee constitutionele staat.
  2. Aantal burgers (bestuur) die meeregeren met de koning. Soort adviserend orgaan. Het beste is als de koning regeert met overeenstemming van dit bestuur.
18
Q

Hoe wordt het bestuur van de monarchie gekozen

A

Bestuur wordt gekozen uit de leden van het volk, adel kiest het bestuur. Bestuur wordt ook gekozen uit adelijke laag. Democratie speelt dus rol bij monarchie. Bij Aristoteles regeert middenklasse zichzelf, meer republikeins dan democratisch. Aquino representatieve koning.

19
Q

Hoe kan een heerser een tiran worden?

A
  1. Als de claim op macht betwistbaar is, bijv. door geweld of als het bestuur niet in overeenstemming is met de natuurwet.
  2. Als de macht op een onjuiste manier wordt gebruikt door tegen de natuurwet ingaan.
20
Q

Hoe is een heerser gebonden aan de wetten?

A

De wetten zijn voor de heerser niet dwingend. Hij is de bron van de wetten. De wetten zijn maatgevend voor hem, maar kunnen niet afgedwongen worden. Het is ook onrechtvaardig en gaat tegen de natuurwet in als hij zich niet houdt aan die wetten, dat gaat ook tegen de natuurwet in.

21
Q

Wanneer mag het volk in opstand komen?

A

Als de heerser de natuurwetten schendt dan mag het volk in opstand komen. Heerser is dan in principe zelf de opstand begonnen, want hij schond het natuurrecht en heeft een onrechtmatige claim op de politieke macht.

22
Q

Drie criteria voor rechtvaardige oorlog

A
  1. Degene die oorlog afkondigt moet de politieke macht hebben. Kwestie van de staat, geen privéoorlogen.
  2. Aanval moet gerechtvaardigd zijn. Oorzaak is rechtmatig.
  3. Goede bedoeling.
23
Q

Hoever strekt het gezag van de paus?

A
  1. Grenzen aan wat de paus kan eisen van de staat qua promoten van religie. Staat hoeft niet alles doen wat de paus wilt. Geloof niet opdwingen, moet het geloof wel verdedigen door kerk te beschermen.
  2. Beperkingen seculiere autoriteit ten aanzien van de kerk. Geestelijken zijn immuun in strafrecht zaken en eigendom van de kerk mag alleen onderheving zijn aan belasting als hij daar zelf mee instemt.
  3. Paus mag interveniëren in de politiek als er zware morele kwesties aan de orde zijn, anders niet. Geen scheiding tussen kerk en staat. Gescheiden jurisdicties, maar ze overlappen wel.
24
Q

Bestaat er niet-christelijk gezag over christenen?

A

Gaat over regimes in andere landen die niet christelijk zijn als christelijken hier reizen. Ze hadden bescherming van niet-christelijke overheden. In hoeverre waren ze gebonden aan niet-christelijk gezag? Moest erkent worden, maar niet als het schending is van de natuurwet.

25
Q

Hoe om te gaan met niet-gelovigen en ketters?

A

Was coulant met niet gelovigen, omdat je geloof niet kan afdwingen. Moesten beperkingen opgelegd worden aan handelen en meningen van niet-gelovigen als ze slecht spraken over de kerk. Ketters moesten worden gedwongen om opnieuw hun gelovige verplichtingen na te komen, zo niet worden ze geëxecuteerd. Als je afvallig bent verlaag je de kerk en pleeg je verraad.

26
Q

Hoe om te gaan met Joden?

A

Was niet geïnteresseerd om Joden te bekeren tot christenen. Als joden wel bekeren en dan weer terug dan moeten ze gestraft worden. Joden zijn slaven van de kerk. Hun eigendom is eigendom van de heerser, maar joden moeten wel een leven kunnen leiden. Ze moeten in leven kunnen blijven. Het eigendom wat je afneemt mag niet door heerser gebruikt worden om leuke dingen mee te doen. Die belasting moet teruggaan naar degene die boetes hebben moeten betalen aan Joodse bankiers.

27
Q

Hoe om te gaan met vrouwen?

A

Aristoteliaanse argumenten dat man biologisch gezien superieur is aan vrouwen. Ook geestelijk. Vrouwen ondergeschikt aan mannen en mogen geen geestelijke posities innemen. Aristoteles vond voor de zondeval dat de zielen van man en vrouw gelijk waren, Aquino zegt dat in de tuin van Eden de vrouw al ondergeschikt was aan de man.

28
Q

Hoe om te gaan met slaven?

A

Slavernij kon gelegitimeerd worden. Slaven hadden wel bepaalde rechten, vergelijkt het met de rechten die kind heeft ten opzichte van ouders. Ouders mogen kind een tik geven, maar kind blijft een entiteit wat eigen rechten heeft. Slaan moet met genade gebeuren, bedreigingen mogen niet te ver gaan.